zaterdag 5 juli 2014

MUIZENSPRONG


Bewolkt en 28 graden. We blijven dicht bij huis. In het veld waar mollen en muizen huizen is de bodem van stro. Vanaf de dijk zien we een wannabe- Norrbottenspets* aan het werk. Als een vosje zo perfect maakt ze onafgebroken muizensprongen. De van oorsprong buitenlandse eigenaar formuleert voorzichtig zijn antwoorden in koeterwaals wanneer ik probeer een gesprek aan te zwengelen. Er is geen touw aan vast te knopen en de naam van de hond is een tongbreker. Met handen en voeten geven we aan dat we elkaars hond lief, leuk en aardig vinden. Het muizenhondje vangt bot, ondanks dat ze erg gruizig is. Skip doet voor hoe het moet. Met zijn alerte lichaam als een spin in een web plet hij lukraak een vette muis onder zijn voorpoten. Tjap en hap. Hij raakt begeesterd en bij elke snoekduik moet ik de riem laten vieren. Zij kijkt beteuterd als Skip zijn derde muis in nog geen vijf minuten vangt: is ze nou haar officiële titel kwijt?  ‘Ja, jij maakt prima sprongen, maar vlak de techniek van de lijnende Skip niet uit, bewierook ik mijn eigen hond, ‘hij zet door tot minstens één muis in zijn ‘kluis’ zit. Skip is gevuld. Hij hapt wat grassprieten weg en nipt aan het rivierwater. We steken de streekweg over. Op zijn elfendertigst begeven we ons naar het tochtgat tussen de twee torenflats waar Skip vijf minuten de tijd neemt om zich door te laten blazen.
* Oneerbiedig zou je kunnen stellen dat het exterieur van de Norrbottenspets een mix is tussen een Noorse Buhund en een Jack Russell. Oftewel zoals een hondenkind van Skip en Cruzer eruit zou zien.