dinsdag 16 oktober 2018

EENZAAM EN VERLATEN



Valkuilen en oplossingen bij het alleen thuis blijven

Wellicht ben ik niet de meest aangewezen persoon om over bovenstaand thema te schrijven. Ik heb er best moeite mee om mijn hond in zijn uppie achter te laten. Omdat ik het gezellig vind samen op stap te gaan (daar heb ik de hond voor aangeschaft), en ik al buikpijn krijg bij het idee dat mijn hond zo verdomd alleen thuis zit, terwijl ik elders iets leuks aan het doen ben. Van de andere kant: ik heb geleerd van mijn misstappen en weet hoe het NIET moet.

Samen uit of alleen thuis?
Het alleen blijven heeft naast de genetische print, het ras en type hond te maken met hoe je het alleen blijven benadert. Bij mij en mijn honden verliep dat met wisselend succes. Onze thuisblijvende beauty kees vertoefde tijdens ons buitenlands reisje overdag op het erf en ’s nachts in huis. De buren die hem zouden uitlaten en voeren kregen de waker met geen stok buiten de plaats. Mijn IJslandse Hond (het ras staat bekend om de uitzonderlijke verknochtheid aan zijn eigenaar) hadden we bijgebracht om een ochtend alleen te blijven. We lieten het versloffen en brachten hem liever naar verwenopa en -oma. We droegen uit dat we het zielig vonden om hem ‘in de steek te laten’, want zo voelde het. Bij de minste of geringste aanleiding dat wij zonder hem weg zouden gaan, werd hij paniekerig: help, ze dirkt zich op, ze gaat zonder mij UIT. Hij werd heel vindingrijk om ons tegen te houden. De truc met het scheve oor (Och gossie, hij voelt zich vast niet lekker, we bellen af) werkte: hij is zijn hele leven nooit meer alleen geweest. Onze evenwichtige Noorse Buhund kwam toen hij bijna twee was uit een kinderrijk gezin bij ons. Hij was bench getraind en had het volste vertrouwen dat hij niet aan zijn lot werd overgelaten. Hij was zo relaxed dat als we zeiden dat hij die sporadische keer niet mee kon, hij bijna nonchalant met zijn poot wuifde van: jaja, doeidoei, ik zie jullie wel weer. Hij is overigens zelden alleen geweest, omdat opgevoede honden ‘overal’ welkom zijn. Niettemin bleven hij en wij het ontspannen gedrag behouden. Onze nieuwkomer, een NBS-meisje willen we niet verpesten ondanks dat we in de gelukkige omstandigheid verkeren dat we van thuis uit werken, wat het simpeler maakt dan wanneer je buiten de deur werkt. We doen kalmpjes aan, maken gebruik van begrenzende kinderhekjes en oefenen met kleine stapjes wat prima gaat. Het urenlange alleen laten, stellen we, moet ik eerlijk toegeven, alsmaar uit met een smoesje.


Weggaan zonder hond
Ontspannen achterblijven is allesbehalve vanzelfsprekend. Een hond blijft het liefst bij zijn baas. Voor een hond voelt het tegennatuurlijk om afgesneden te zijn van zijn roedel. Omdat er genoeg redenen te bedenken vallen waarom een hond weleens alleen thuis moet blijven, is het zaak je hond langzaam te laten wennen om zonder angst of stress een paar uurtjes alleen te blijven - natuurlijk heb je een dogsitter en/of uitlaatpersoon of -service achter de hand. Een flink aantal honden komt als herplaatser in het dierenasiel terecht; met pijn in het hart door een werkende eigenaar afgestaan vanwege buren die weinig begrip opbrachten voor een blaffende hond.
Beginnersfoutje: Laat je slechte geweten je niet aanzetten tot vlak voor het weggaan te zenuwpezen, je hond merkt dit en zal om je heen blijven cirkelen. Hij weet niet wat er staat te gebeuren en kan er daardoor niet op anticiperen. Om de hond niet te verontrusten start je met secondenoefeningen, die je uitbreidt naar minuten die je uiteindelijk oprekt naar een uur. Pas als de hond dat aankan, schroef je het alleen zijn op naar hooguit vier of vijf uren. Als je langer weg wilt blijven, zul je welbeschouwd iets anders moeten regelen zodat de hond zijn behoefte niet te lang moet ophouden. Daarbij: vind je het fair om je hond zolang aan zijn lot over te laten?

De voorbereiding
Het is tegenstrijdig en verwarrend: enerzijds wil je de nieuwkomer (pup of volwassene) aan je binden, anderzijds moet de hond stabiel en zelfstandig genoeg worden om enkele uurtjes alleen te blijven. Een hond moet zich eerst geborgen en op zijn gemak voelen in het huis waar hij of zij mettertijd wat uurtjes alleen gaat verblijven. Laat neurootjes door de dag heen met ‘rust’: overdreven vaak aanhalen maakt hem onzeker en te afhankelijk. Door veelvuldig zomaar te knuffelen leer je hem dat hij steeds jouw bevestiging nodig heeft.
Kan de hond onbekommerd in een andere kamer verblijven dan waar jij bent, of stalkt je wankele viervoeter je, of wil je ‘inspecteur’ juist controle houden? Jouw beheerste houding overtuigt hem dat het heel normaal is dat hij jou wel hoort en ruikt, maar niet ziet. Mag de deur eventjes dicht zonder dat je hond tegen de deur krabt en accepteert hij dat jij bijvoorbeeld op de bovenetage bezig bent, terwijl hij beneden wacht? Zo ja, dan heb je al wat cement om de stap naar tuin, en stoep voor je huis te maken. Blaft, huilt, sloopt, springt de hond tegen de dichte deur, of ontlast de hond zich, dan is de hond er nog niet aan toe, en ga je te snel. (H)erken angstgevoelens en help hem er overheen te komen - lees er het FEAR-systeem van Jaak Panksepp Hondenmanieren nummer 4 2016 nog eens op na. Zwicht niet voor dwingend gedrag. Zo interpreteert de hond slechts dat zijn reactie een doelmatig middel is om jou rechtsomkeert te laten maken.
Het aangeleerde commando ‘Blijf’ is een uitstekende bouwsteen om je hond op zijn favoriete plekje te laten blijven en daar te belonen met iets waarmee hij zich een tijdje onbekommerd kan vermaken. Werk je met veiligheidshekjes om je woning op te splitsen in compartimenten? Ga eens (met een gesloten hekje voor de geopende deur) voor je woning staan, terwijl de hond in de hal achter de tralies blijft. Vindt de hond het prima, trek dan een volgende keer de deur hoorbaar in het slot en fluit voor mijn part een vrolijk deuntje. Valt dit in goede aarde, wees dan de volgende keer buiten stil. De volle vuilcontainer aan de weg zetten of de geleegde ophalen via de brandgang, terwijl je hond in de tuin wacht, of onkruid wieden op de achterom, terwijl je hond achter de tuinpoort wacht zijn neutrale bezigheden. Je snapt de bedoeling: oefeningen vermom je als doe-activiteiten die je in een slow tempo opbouwt. Is de bovenverdieping en/of de slaapkamer verboden terrein voor je hond, dan weet hij wat het is om solo te zijn. Het vergemakkelijkt het alleen thuis blijven aanleren, de vraag is echter of ’s nachts en een deel van de dag zonder gezelschap verblijven wel zo gezellig is.

Fase 2
In plaats van hem simpelweg achterlaten en hopen dat het goed gaat, start je met regelmatig oefenen. Dat kan in de auto of binnenshuis. In de auto (denk aan de temperatuur!) kan de hond om zich heen kijken (en jij ziet hoe hij zich gedraagt), terwijl hij zich tevens geborgen voelt. Benchtraining in huis doe je niet om de hond te isoleren, maar hem een prettige plek te bieden in jouw buurt. Je hond moet erop vertrouwen dat wanneer hij je (even) niet ziet, je altijd terugkomt. De bench met geopende deur (!), al dan niet met een deken als dak, kan functioneren als een hol, een toevluchtsoord. De bench een trainingstool. Het is absoluut niet de bedoeling dat je hond halve of hele dagen in een krappe bench opgesloten zit!
Gezinsleden maken geen ophef over weggaan en binnenkomen: het is heel normaal dat ze in- en uitlopen. Dus: geen scène bij het verlaten van de woning en geen overdreven blij gedoe bij binnenkomst. ‘Negeer’ de doldrieste begroeting van je hond of zeg kort ‘heej’ zonder hem aan te kijken en doe bijvoorbeeld eerst je jas uit en zet je tas neer. Pas als de hond na een minuutje gekalmeerd is, geef je hem aandacht. Bied hem geen lekkertje aan als beloning: a) omdat weggaan en terugkomen normaal is, en b) zo blijft de hond tijdens je afwezigheid nerveus in de wachtstand.
Je hond bestudeert jou de godganse dag en hij weet dat mensen heel voorspelbaar zijn in hun gedrag. Aftershave of een luchtje opspuiten, de boodschappentas pakken, je nette kleren aandoen, zijn allemaal voortekenen van je naderende tijdelijk afscheid. Bij honden die moeilijk of (nog) niet alleen kunnen blijven, begint hier de negatieve spanning en onrust al. Honden voelen wanneer een eigenaar een slecht geweten heeft omdat hij iets gaat ondernemen zonder hem. Als je er zelf moeite mee hebt om je hond alleen thuis te laten, breng je die emotie over. Start niet met een uitgebreid afscheidsritueel: gewoon afmelden en kop op de drempel over. Laat je gevoelens niet blijken en geef nonchalant een kort vertreksignaal. Dat mag best een aai over de bol al dan niet vergezeld van een originele afmelding zijn. Zeg liever laconiek iets opbeurends: ‘Zo de baas moet weer gaan werken en jij mazzelkont, mag uitblazen op de bank’ dan iets beklagenswaardigs. Illustrator Paul Faassen maakte een komieke tekening van een baas die met zijn rolkoffer in de hand tegen zijn hond zegt: ‘Nou, ik ben weg, voer staat klaar, water … als er wat is bel je. Ja?’ Menige hond zal zich belangrijk voelen als je hem een taak geeft tijdens je afwezigheid: goed op het huis passen!
Een hond heeft een ander tijdsbesef dan de mens. Als de hond er zo beter mee omgaat, kun je onderscheid maken tussen korte (ben zo terug) of langere afwezigheid (geniet van de rust).


Stadium 3
Honden die geestelijk en lichamelijk moe zijn, hebben minder problemen om alleen thuis te blijven. Tot minimaal een half uur voor je vertrek mag je met je hond bezig zijn. Je wilt alles behalve een opgedraaide hond wanneer jij het huis verlaat. Honden slapen gemiddeld 12 - 16 uur per dag. Als je het goed aanpakt, gebruikt hij jouw afwezigheid graag om uit te rusten. Houd daarom in eerste instantie zijn vaste rusttijden aan om alleen blijven aan te wennen. Sluit eventueel enkele binnendeuren. Bepaalde honden voelen zich in de begrensde ruimte minder allenig dan in een groot huis met lege kamers, plus een waakhond begrijpt dat hij niet op het hele huis hoeft te passen. Voor andere honden is het juist een geruststelling dat ze via de (venster)bank uitzicht hebben en je zien gaan en komen – zij turen in volledige stilte trouw uit het raam. De radio zachtjes aan of een 24uurskanaal op tv verbreken de stilte en leiden af van bijgeluiden. Meer en meer honden kijken tegenwoordig televisie - dit heeft met de veranderde techniek van het beeldscherm te maken. Laat hem achter met iets van zijn hebberige gading dat geen risico’s met zich meebrengt, bijvoorbeeld een gevulde Kong - anders zit jij ergens te stressen of de hond zich niet verslikt. Honden die zeer aan hun baas hechten, raken het ‘troostkoekje’ niet aan. Pas als de eigenaar er weer is, wordt er geknabbeld. Blaft je hond wanneer je het huis verlaat? Open dan niet meteen weer de deur, maar blijf onzichtbaar en laat je eventueel weer zien als de hond stil is. Weetje: een achtergelaten hond die zijn baas mist, blaft meestal met een interval, zelden aan een stuk door.

Verlatingsangst
Als je hond laat merken dat hij zich onprettig voelt door jouw (aanstaande) afwezigheid, dan komt meteen het woord ‘verlatingsangst’ op de proppen, terwijl er nog twee andere opties zijn: de hond heeft het simpelweg nooit goed geleerd of hij vertoond dwingend gedrag. Het gaat immers vooral om het gevoel dat hij hierbij ervaart (zijn state of mind).
Toont je hond die voorheen goed alleen kon blijven, plotseling probleemgedrag (janken, blaffen, onzindelijkheid, sloopgedrag) dan kan er sprake van verlatingsangst zijn. Ga na wat er anders is dan voorheen. Is je hond onstabiel geworden na een verhuizing, is de vakantie weer voorbij en is iedereen weer naar school en aan het werk, door herrie bij de buren, of door het wegvallen van een soortgenoot of van zijn baas? Is zijn vaste ligplaats waar hij zich veilig voelt, verplaatst of verdwenen? Informeer (bij) de buren, een goede communicatie voorkomt geklaag. Zodra je achter de reden bent, los je de situatie op door van voren af aan het aanleertraject te doorlopen. De techniek staat voor niets. Gebruik een IP camera om te zien wat je hond gedurende jouw afwezigheid uitspookt. Het kan verhelderend zijn: menige hond waarvan men denkt dat hij goed alleen kan blijven, blijkt toch onrustig. Pas na stresshijgen en ijsberen valt hij in slaap, en de baas maar denken dat de hond heerlijk in dromenland is geweest.

Hechting
Hondenbezitters die zelf aan verlatings- en bindingsangst lijden, moeten hun bindingsvermogen kritisch bekijken: ze hebben niet alleen moeite met om contact met mensen te maken, maar blijven ook bij hun huisdier op afstand waardoor ze deze geen emotionele zekerheid kunnen bieden. Een studie van Hongaarse en Duitse onderzoekers laat zien dat zulke baasjes hun angsten overdragen op de hond. Reageert de hond zelfs na korte afwezigheid van zijn baas met paniek, plassen of spullen slopen maken, dan spreek je van extreme verlatingsangst. Samen in therapie voor mentale hulp is raadzaam. Neem contact op met een specialistisch veterinair gedragskundige of een deskundige kynologisch gedragstherapeut om de (on)mogelijkheden door te nemen. Door meer inzicht, een goede opbouw en misschien zelfs wel met behulp van medicatie, moet het vertrouwen weer toenemen.