Met
spade en hark werk ik de grond om. Skip, die graag buiten is, slaat mijn
geploeter genoeglijk met de voorpoten over elkaar gade. Hij weet hoe verslavend
en ontspannend wroeten in de tuin is, hij is immers ook verslingerd aan graven.
Het vlot goed. Mist verandert in miezer. Mijn haren worden vochtig, die van
Skip houden het droog onder de bamboe. Tegen wandeltijd moet ik nog een
vierkante meter. Skip wacht genereus tot de groencontainer afgevuld is. Het karwei is gedaan. Ik
houd de modderlaarzen aan omdat we besloten hebben om ouderwets door de uiterwaarden
te ploegen. Daar neemt Skip de tijd om overal zijn neus in te steken. Geleidelijk
verandert de miezer in dikke druppels. Ik laat me tot op het bot natregenen, Skip zou
hetzelfde voor mij doen.