woensdag 31 maart 2021

BROEDSEIZOEN

 


Broed(s)seizoen. Hond aan de lijn. 
Loopsigheden. Het hondenbos is eventjes taboe.
We herontdekken de natuur in de wijde omgeving.

dinsdag 30 maart 2021

DUIVEN WEGJAGEN

Ineens

zaten er vensters in de schuur

nestelde een duif in de honingboom

Pop die het zag, keek ernaar

keek naar mij: dat willen we toch niet?



met de meterslange bamboestok

por ik tussen de kale takken en het aangebrachte gaas

duif vliegt met takje in de bek naar de kersenboom bij de buren


Zonder inspanning en in complete ochtendstilte

kun je als vogelhond ook je taak volbrengen

maandag 29 maart 2021

NORRBOTTENSPETS

De Norrbottenspets ziet ze vliegen

Acht jaar geleden zag ik een plaatje van een hond die ik nooit eerder had gezien. Op een recenter hondentreffen voor intimi was er een aha-erlebnis: een Norrbottenspetsmoeder met haar dochter en een zoon die daar live aanwezig waren. Ik was meteen gecharmeerd van de lenige vlekkies: ongekunsteld en toch bijzonder. Het ras heb ik in mijn achterhoofd gehouden. Toen we in waren voor een kleinere noorderling begon onze wereldwijde zoektocht, want de complete Nederlandse populatie hadden we al ontmoet. Dankzij het internet en grote inspanningen van manlief hebben wij een jaar geleden ons sneeuwvosje mogen omarmen.

Herkomst en geschiedenis

Ofschoon de Norrbottenspets officieel uit Pippi(lotta) Långstrumpland komt, liggen zijn roots in het hoge noorden van Scandinavië. In de wildernis aan Finse en Zweedse zijde leefden zo lang als men het zich kan heugen, (pels)jagers in nederzettingen met hun veelzijdig inzetbare spitsjes. Uit die optiek mag er geconcludeerd worden dat het Zweedse ras een connectie heeft met de Finse Spits en de Noorse Buhund. Een scheutje hier, een drupje daar, wat maakt het uit: al het goede komt van boven. Door de Tweede Wereldoorlog kelderden de bontprijzen en de bonthandel stortte in. De consequentie: het op sabel, marter en hermelijn jagende hondje verdween.

De inschrijving van de Norrbottenspets verliep alles behalve vlekkeloos. In de tweede helft van de 19e eeuw concentreerde het Finse vogelhondfokprogramma zich volledig op de uni Finse Spits. Zo kon het verkeren dat Zweden de gevlekte witte spets onder haar vleugels nam.

De eerste rasstandaard werd in 1910 goedgekeurd door de Svenska Kennelklubben (SKK). In 1948 werd de, naar men veronderstelde uitgestorven, hond uit de boeken van de Zweedse Kennel Klub geschrapt. Ondertussen zetten enkele jagers uit het zogenoemde landschap Norrbotten (Norr = noorden, botten = bodem) de tering naar de nering en schoolden de bonthond om tot vogeljager en hof- en gezinshond. De FCI bevestigde dat in 1966 in de groep 5: Spitsen en oertypen Sectie 2 noordelijke jachthonden nummer 276. In 1967 trok de Zweedse Kennel Club de registers voor de gereconstrueerde stamboomwaardige hond weer open en plaatste hem onder de nieuwe naam: Norrbottenspets. Finland erkende de rasstandaard in 1973 en zette een fokprogramma op om de genenpool te verbreden. Het zijn feitelijk de Finnen die de kleine Zweed gered hebben. Tegenwoordig benutten jagende eigenaars de Norrbottenspets als mobiele blaf- en locatiescout bij de jacht op klein haarwild en plompe op de grond broedende fladderaars. Parelhoenders, fazant, pauw en kor- en auerhoen slapen op veilige hoger gelegen plaatsen in bomen en verbergen zich bij gevaar in het struikgewas. De Norrbottenspets jaagt de vogel op, houdt zijn blik op de neergestreken vogel gericht en laat zijn speciale jachtblaf horen, waardoor de jager de plaats van de prooi kan bepalen.


Karakter

Ik zal de Norrbottenspets uitgebreider beschrijven dan de bruksanvisning van Ikeakast 'Billy'. Eerst de egenskaper in vogelvlucht: zelfstandig, monter, allervriendelijkst, levendig (energie voor tien), lief, nieuwsgierig, zelfbewust, moedig, en waaks. Hij is te bestellen in een show- en een jachtlijn. Beiden zijn drager van het ja-gen, en de uiteindelijke keuze biedt geen 100% garantie: de gedrevenheid om te jagen kan bij het eerste type latent aanwezig zijn en bij het tweede zich duidelijk(er) manifesteren, maar dat hoeft niet zo te zijn. Als jachthond moeten ze alert zijn en durven. De vogelaar die aan zijn trekken is gekomen (met een plezierige bezigheid naar believen), is thuis rustig en braaf. De Norrbottenspets is een beweeglijke jachthond van geringere afmeting die veerwild opspoort, opstoot en door op strategische momenten te blaffen de aandacht ervan gevangen houdt, zodat de jager het beest kan neerschieten. De Norrbottenspets loopt zoals het hoort in zijn vrij een slordige 30 tot 50 meter voor je om vogels, hoenders (fazant!) en eekhoorns te spotten - in het buitenland mag hij zich, voorzien van een tracking systeem, kilometers van je verwijderen. Het beste is om vanaf het begin onderscheid te maken tussen recreatief wandelen en op jacht gaan, want voor je het weet blaft je hond voor elke mus of merel.

Sociaal gedrag

Je moet wel sociaal zijn als je uit het geboorteland komt van Alfred Nobel die bij testament de Nobelpriset liet instellen. Norrbottenspetsen kunnen met alles en iedereen overweg. Er zit geen greintje kwaad in. Ze acclimatiseren in stedelijk gebied als huishond, maar prefereren  de natuur, omdat hun primaire functie nu eenmaal de jacht is. Een huis met een flinke tuin/erf en actieve eigenaars die veel met hem ondernemen zijn minimale voorwaarden. Nederlanders denken dat ze patent hebben op gezelligheid, maar de Norrbottenspets houdt ook van hyggelig (Scandinavische knusheid). Hondenvrienden mogen aanschuiven als gast, logé of huisgenoot: enig 'kind' is ronduit saai. Het energiebommetje rent, worstelt en stoeit graag met honden. De stuiterbal laat zich niet ondersneeuwen. Het spreekt voor zich dat hij aast op de bij de familie behorende vogels, kippen, muizen en konijnen. Onderweg hebben eekhoorns en fazanten zijn volledige aandacht. De nobs wordt voor wantrouwend versleten, maar het is Scandinavische terughoudendheid. Niks mis mee. Geef hem een paar minuten de tijd om op eigen initiatief met vreemden (en kinderen) kennis te maken en hij kruipt daarna zo bij ze op schoot. Hij zal aanslaan om huis en gaard te bewaken met een doordringende schelle kef die de muzikaliteit van ABBA geen recht doet. Bevestig dat je de blaf hebt gehoord en bedank hem hartelijk voor zoveel ijver en vooral voor zijn verdere zwijgen.

Opvoeding

De Norrbottenspetspup is als een Zweedse puzzel: gemakkelijk en geen raadsel voor fervente vrienden van spitse-oren. Je klauterende geitje of springbokje zoekt het voortdurend hogerop. Meubilair of een stapel hout vormen een uitdaging om te beklimmen. Het zijn net katten als ze zich via je zithouding omhoog ellebogen om ergens bij kunnen of zich in allerlei bochten wurmen om hun doel te bereiken. Probeer de hoeveelheid sprongen een beetje te beperken bij jonkies. Bij de aankoop heeft je toekomstige Norrbottenspets al een plaats gereserveerd voor de vensterbank, op de leuning van de sofa en op de slaapkamer. Er zijn drie onweerlegbare redenen om hem mee naar bed te nemen: zijn wakende oren staan bij jouw afwezigheid op de benedenetage constant in alarmeringsstand, je merkt weinig van de als een fika (zoet Zweeds kaneelrolletje) opgerolde Norrbottenspets op je hoofdkussen, en je hebt geen last van wintertenen als je hem als warme kruik aan je voeten laat liggen.

Kleinere rassen belanden meestal later in de testfase. Pas bij opspelende hormonen begint het temmen. Het is soms intensief en lastig om een drukke hond in de groei zijn energie te laten kwijtraken, omdat je simpelweg qua beweging beperkt bent. Verdrijf de verveling en zoek geschikte afleiding voor hem. Het is een kwestie van samen uitvogelen waar je energieslurper zich onbekommerd mee bezig kan houden - een prikkelarme omgeving waarin de hond zich vrij kan bewegen (grote tuin of erf) is voor sommigen de perfecte uitlaatklep. De vogelspotter is graag buiten waar hij kaarsrecht zittend fåglar in alle stilte, en liefst vanuit een hogere positie, urenlang kan aanschouwen. In Scandinavië en Canada verblijven ze regelmatig overdag als de baas naar het werk moet met een stel in een ruime 'volière' (anders is de vogel gevlogen) met schuilhok, die uiteraard is voorzien van een panoramapost. Van niet voergerichte honden buit je de aanleg uit en je beloont ze met waardering en met geluid. De zachtaardige Norrbottenspets is snel onder de indruk, dus een stemverheffing mist zijn uitwerking niet. Als je achteraf woont, speelt kefkabaal een mindere rol. Heb je buren of wil je gewoon geen blaffer, dan ligt bij het opvoeden daar de focus. Het is een prestatie om het blaffen dat erin gebakken zit om te buigen door de opwinding van te voren weg te nemen en/of hem af te leiden. Je hebt slechts één kans: eenmaal aangeleerd is overmatig blaffen moeilijk af te leren.

Beweging

De dynamische Norrbottenspets gaat graag op sjouw: in zijn werkzame leven is hij de hele dag in touw. De luiaards slapen uit, de wakkere vlekkies leven volgens de Gökotta norm: vroeg uit de veren om de vogels te horen zingen. Van constant aan de riem uitlaten, wordt de vrije vogel ongedurig. Investeer in de toekomst door bijvoorbeeld het gebruik van een sleeplijn bij het trainen - bij ontmoetingen de lijn kort houden of afkoppelen in verband met verstrikt raken! Op die manier kun je de hond in een overzichtelijk en afgeschermd gebied loslaten en toch indien nodig op de rem trappen. Bij een groepswandeling schaart de hond zich bij het roedel. Ik stip hierbij aan dat elk individu op zichzelf staand is: sommigen zijn minder geschikt om los te laten omdat je geen controle over hun jachtkwaliteiten krijgt (wakker het jagen in beginsel niet aan als je die hobby niet wilt gaan uitoefenen), bij makkere maatjes speelt dit niet zo. Gewaardeerde activiteiten zijn onder andere natuurwandelingen, jachttraining (jagen met succes), speuren, klimparcours, behendigheid, balans & coördinatie, en Rally-O. Of gewoon de kroelpoes uithangen. Behendigheid. Bij papier en karton scheuren, prooi vasthouden en kluiven kan de Norrbottenspets zijn voorste voetjes als handjes gebruiken: de klauwtjes functioneren daarbij als grijpertjes.

Moe van dat alles rust hij in ongelooflijke, voor ons oncomfortabel lijkende, houdingen: van lang af als een natte dweil tot op zijn rug met de poten in de lucht en met een geknakt hoofdje -  voor het omhoog turen, beschikt hij over een 'zwanenhals. De Norrbottenspets verspilt weinig tijd aan graven. Voor muizen en mollen (een alternatief voor hoenders die hier niet voorkomen) heeft hij een speciale techniek ontwikkeld: de vossensprong zeilend over het gras bij de landing: de mol of muis zit gevangen onder groene tralies en kan er zo tussenuit gepakt worden.

Gezondheid

De lichtgebouwde bijkans carrévormige spitshond met de vrij hoog aangezette in een los gekrulde boog gedragen staart die eindigt langs de dij, de wigvormige snuit en de iets opzij gerichte amandelvormige ogen, heeft een schofthoogte van 42 cm (tikar) en 45 cm (hanar); een marge van 3 cm is toegestaan. Het gewicht mag variëren tussen de 10 en 15 kg. De rashund is behoorlijk gezond. Voor gezondheidsonderzoeken wordt er naar Scandinavië gekeken - in Nederland zijn pas drie nestjes geboren. Verplichte onderzoeken zijn er voor Patella Luxatie en oogonderzoek (ECVO). Vanwege ingeslopen epilepsie rekent men op het gezond verstand van fokkers/eigenaars om dragers en lijders niet te vermenigvuldigen.

Verzorging

Onder zijn Noordse trui van zachte korte dicht aanliggende dekharen of stuggere rechte kort uitstaande draadjes waarvan de lengte op verschillende plaatsen op het lichaam wisselt, draagt de Norrbottenspets een borstrok van fijne dichte onderwol. Grote motieven in zwart, en iedere nuance van reebruin of wildkleur (agouti) worden als Zweeds design toegelaten. Als ideale kleurencombinatie wordt een witte basis met gele of roodbruine moppen gezien. De Norrbottenspets is van nature een wonderschone en fris ruikende hond. Je hoeft er weinig aan te doen, hij poetst zich als het nodig is. Alleen tijdens de rui dagelijks borstelen. Bij de  reuen wordt die beïnvloedt door de voor- en najaarstemperaturen, bij de teven in de aanloop naar de loopsheid.  

De belangen van de Norrbottenspets worden behartigd door de Vereniging van Liefhebbers en Fokkers van Scandinavische Spitshondenrassen. Voor meer informatie bezoek: www.scandia-rasvereniging.nl

NIEUW HONDENRAS

 
Je komt de meest aparte kruisingen tegen tegenwoordig van pomsky tot doodlepoodle.
Wat zien we hier? Een Flintstone hond? Een Crocospets? Een schildpadfiks, een gordeldog 
of ...?

zondag 28 maart 2021

MOLLENRIT

De witte tekenstreepjes wijzen de molshopen aan. Het is een hele lange en secuur aangelegde mollenrit. Om de meter duwde de mollige kunstenaar vanuit zijn souterrain grond naar de parterre. Hij groef zich letterlijk een slag in de rondte. Rest de vraag: werkte hij/zij van het topje van de heuvel naar beneden of startte hij aan het begin van het opgaande slingerpad? 


zaterdag 27 maart 2021

WANDELCHALLENGE


SAMEN STAPPEN MET SCANDIA

per 1 april starten we onze virtuele trippel 
vanuit Nederland naar het Zweedse Jokkmokk net boven de poolcirkel

vrijdag 26 maart 2021

PARSON RUSSELL TERRIER

 


op hoge poten

In de vindingrijke Volkswagen reclamespot 'Je hoeft niet in een Volkswagen te rijden om onder de indruk te zijn' imiteert een parmantige Parson Russell Terrier moeiteloos de verrichtingen (inclusief de deels gemanipuleerde geluiden) van een Volkswagen. Maar het is juist de Parson Russel Terrier die imponeert met zijn verrassende veelzijdigheid en vasthoudendheid.

Herkomst en geschiedenis

Over de history van de Parson Russell Terrier is een overkill aan informatie te vinden. We geven hier de bondige versie. De naam is afkomstig van de geestelijk vader: predikant/keurmeester/fokker John Russell. De in 1795 geboren Parson (het Engelse woord voor dominee) John (roepnaam Jack) Russell fokte working terriers met een lenig lichaam in zijn geboortestreek Devon. Aangenomen wordt dat terrier komt van het Latijnse terra dat aardbodem betekent. Maar het woord terrere betekent verschrikken of bang maken. Het zelfstandig naamwoord daarvan is terror. Omdat Parson (en Jack) Russell terrier nogal fel hun prooi angst inboezemen door hem op te jagen, leidde dat voor felle Fikkies tot de nickname: Terror Terrier. Terug naar de verspreiding van Russells evangelie. In de jaren 30 van de afgelopen eeuw begon men het slag hond dat hij verkoos Jack Russell Terrier te noemen. De Britse Kennelclub erkende de hond in 1990 als zelfstandig ras onder de naam Parson Jack Russell Terrier. De FCI volgde met een voorlopige erkenning. Pas zo’n twintig jaar later werd de erkenning definitief (FCI groep 3 nummer 339 sectie 1 - werkproef optioneel) en kreeg de hond zijn eigen brand: Parson Russell Terrier. Dit om verwarring te voorkomen. Want het is the story of his life: aangezien worden voor de (kortpotige) Jack Russell Terrier wiens rasstandaard meer vrijheden kent dan die van de Parson Russell Terrier.

Karakter 

De plussen van de Parson Russel Terrier: levendig, vrolijk, gezellig, (over)actief, zelfstandig, onverschrokken, gedreven, waaks en dat alles met een prima conditie. Het ras is superslim. Een voordeel zou je zeggen, ware het niet dat ze je daardoor ongemerkt kunnen manipuleren om hun zin door te drijven. Want: wat de hond zich eenmaal in zijn kop heeft gezet, geeft hij niet gauw op. We sommen enkele opvallende manco’s voor de huishond op. De druktemaker blaft graag een medley; een van zijn werkeigenschappen is het wild blaffend (de bedoeling is zonder aanraken) uit de holen te laten springen. Als fervent digger gaat hij graag de diepte in; graven is niet voorbehouden tijdens de jacht, ook je tuin moet eraan geloven als hij buitenshuis niet aan zijn graafquota komt. De erfenis van het jachtinstinct is bij de showhond latent aanwezig. Wat voor een jachthond een pre is, is voor de gemiddelde huishond ongewild. Stimuleer je het jagen dan open je Pandora’s box. Tijdens het wandelen en struinen zal hij ‘op hoge poten’ achter de vos of konijnen aangaan. Never a dull moment met een Parson Russel Terrier.

Sociaal gedrag 

De Parson Russell Terrier is van origine gespecialiseerd om op de vos te werken. Hij is een zelfverzekerde hond die het vermogen heeft om onder- en bovengronds te werken. Bovengronds kun je hem onder appel krijgen, is hij eenmaal in de onderwereld aanbeland dan zit er weinig anders op dan geduldig wachten tot hij vindt dat hij klaar is. In plaats van een schelle kef hoor je dan opgewonden dof geblaf. Om je te ver afgedwaalde hond op te sporen leer je hem bijtijds aan om op het verzoek ‘luid’ te reageren met blaffen. Tijdens zijn upbringing zul je de contacten met andere dieren in goede banen moeten leiden. Hoewel er pittige Parsons bij zitten, zijn de meesten conflictvermijders - het hangt deels af van nature and nurture: is hij afkomstig van een show of jachtlijn en hoe is zijn verzorging, opvoeding, en ontwikkeling. Bij voorkeur ontlopen ze honden die op ruzie uit zijn. No way dat jouw ongediertebestrijder overweg kan met kleine huisdieren. Een kattengedoogbeleid instellen, zal hij allerminst waarderen. Hij zal de kat des huizes tolereren, maar voor dakhazen is er zero tolerance. Met paarden heeft hij een bijzondere band; tijdens jachtpartijen loopt deze meutehond onder de paarden door en met de hounds mee. Bij paarden schuine streep hondengekken is de Parson Russell Terrier daarom een graag geziene gast.

Met kinderen kan de hond die overal voor in is, uitstekend opschieten. Kinderen zijn, als het goed is, even speels als hij. Net als bij iedere hond leer je hond en kind respectvol met elkaar op de juiste (veilige) manier omgaan en laat je (kleine) kinderen en honden nooit alleen.

Opvoeding en beweging

Laten we vooropstellen: de beweeglijke Parson Russell Terrier is niet voor groentjes, ondanks dat hij graag braaf en gehoorzaam wil zijn. Grootbrengers moeten over een dichtgetimmerd curriculum vitae beschikken. Consequent en evenwichtig zijn de keywords. Je onderschat de gewiekstheid van je hond (die in gedachten al een stap verder is) niet. Je bent een doorpakker die trubbels tackelt door inventiever en slimmer te zijn dan je hondenbeest. Je hebt een vaste hand van opvoeden en aan privileges doe je (officieel) niet. De aandacht van je intelligente hyperactieveling houd je vast door het afwisselen van vindingrijke activiteiten. Jullie gezamenlijke basis is connectie, eerlijkheid en vertrouwen.

Verzaak je bij de opvoeding dan heeft de Parson Russell Terrier de competentie om een pain in the ass (lastpak) te worden. Krijgt de kleine ondernemer te weinig beweging en afleiding dan kan hij in jullie home sweet home destructief gedrag vertonen. Op onderzoek uitgaan, behoort tot de mogelijkheden. De behendige circushond kan overal op en bij. Omhein de tuin safe en hoog om te voorkomen dat de bepaald niet honkvaste kampioen hoogspringen de bloemetjes buiten gaat zetten, in het Engels zo beeldend painting the town genoemd. Niet verder vertellen - denk aan zijn stoere reputatie - maar als de Parson Russell Terrier aan zijn trekken komt, is hij thuis een lief en aanhankelijk schoothondje.

Beweging 

De Parson Russell Terrier is gebouwd voor onverschrokkenheid en op uithoudingsvermogen. In bedrijf zie je een totaalbeeld van harmonie en soepelheid. Je hardlopertje gaat in een sportieve goed gecoördineerde gang zonder overdrijving waarbij de achterhand veel stuwing levert. Altijd in de turbo, nooit in slow motion. Slechts een subtiel seintje is nodig om hem te doen opveren om iets met, of zonder, zijn actieve baas en het gezin te ondernemen. Samen uit (hij gaat dolgraag overal mee naar toe) of thuis, het is hem om het even als er maar gezelligheid om hem heen heerst. Hij is van nose to tail (van kop tot staart) een mensenhond. Tijdens wandelingen neemt hij nooit de afkorting, maar bij voorkeur de omweg. De onvermoeibare terrier is keen on  balspelletjes. Hiermee kan hij zijn tomeloze energie kwijt. Het meest doe je hem een plezier met jachttraining en jachtwerk. Tijdens jachttraining klimt en klautert de hond richting een namaak vossenhol, waar voor de doorzetter een heuse vossenvacht als trofee wacht. Recreatief zwemmen, vindt hij een verkwikkende bezigheid. Agility en flyball zijn prima alternatives voor jachtpartijen, hoewel hij het echte werk (jagen in groepsverband) of de gegunde vrijheid tijdens uitjes in de natuur, vanzelfsprekend boven alles verkiest. Littekens verkregen tijdens het werk zijn toegestaan, jouw Scarface is niet kleinzerig.

Gezondheid en verzorging 

De ideale standards van de Parson Russell Terrier zijn een hoogte van 14 inch (36 cm) voor de boy en voor de bitch 13 inch (33 cm) met een marge van 2 cm (1 inch is 2.54 cm). De gedroomde omvang is een maatje minder dan een vossenhol. Meten is weten: de correcte maat is een paar middelgrote handen die de borstkast sluitend omspannen. De erkende PRTCN volgt de ontwikkeling van het ras en laat gezondheidsonderzoeken van de overzichtelijke populatie uitvoeren. Uitkomst: hun geliefde hond blijkt genetisch kerngezond. Fokdieren worden preventief onderzocht op het voorkomen van patella luxatie, ondanks dat deze anatomische afwijking bij het ras praktisch is uitgeroeid.

Maintenance. De Parson Russell Terrier met het innemende brutale koppie is blessed met drie haarstijlen: brokencoated, glad- en ruwhaar dat van nature stug, vlak, recht, en dicht ingeplant is. Alle drie zijn ze voorzien van een ondervacht en Scotchgard (weersbestendig) behandeld. De getrimde (nooit knippen) beharing moet er natural uitzien en wordt halfjaarlijks geoogst. De brokencoated is een gladde, dichte ondervacht met als bovenvacht langer stug haar, vooral op de rug, wat meestal twee keer4 per jaar eenvoudig te plukken is. Bok de gladharigen kunnen tijdens de ruiperiode een rubberen roskam of een rubberen handschoen haaruitval bespoedigen. Begin al vroeg met plukken van de kokosmat, dit komt later de vacht ten goede. Door vroegtijdig de hond te laten wennen om op een tafel te staan en verzorgd te worden, is voor beiden een hondenleven lang gemak. De Parson Russell Terrier is leverbaar in de kleuren wit, of overwegend wit met tan, lemon, of zwart (driekleurige) aftekeningen die bij voorkeur op hoofd en bij de staartaanzet gesitueerd zijn.

woensdag 24 maart 2021

TEGENVISITE

 

Honden hebben ook zo hun mening over mijn en dijn en gedoetjes in hun eigen heerlijke hondenwereld. ALLE fauteuils in HAAR huis zijn van Byker. Pop is op bezoek bij M. en neemt plaats in een van Bykers gecoverde designstoelen. Prima. Byker legt een tegenbezoek af  voor een middagje kroelen op POPS designer loveseat. Wel met dagkleed erover voor loopse gelegenheden. Waar de een ligt, schuift de ander aan om ook gekroeld te worden. De baasjes zijn er maar druk mee. 


HONDEN UIT HET BUITENLAND

GRENZELOOS

Hondenminnend Nederland zorgt goed voor haar huisdieren. Hoe gaat men eigenlijk in andere landen met de door ons zo geliefkoosde viervoeter om?

Nergens is de wereld zo multicultureel als in hondenland. Zonder last te hebben van discriminatie over hun afkomst zijn alle hondenrassen over de gehele aardbol uitgewaaierd. Wat zijn de heersende gewoontes, geldende omgangsregels en gebruiken in andere culturen? Een tournee langs verschillende continenten leverde meer overeenkomsten op dan verschillen. Hondenscholen en dierenartsen zijn bijvoorbeeld in alle  beschreven landen actief en overal krijgen de honden hapklare (merk)brokken voorgeschoteld. Uitzonderingen bevestigen de regel, maar generaliserend gesproken heeft de individuele hond mondiaal zijn eigen plekje als gewaardeerd huisgenoot en beste vriend definitief veroverd.

Australië Paspoort: dog. Nationale rassen: Australian Cattle Dog, Australian Shepherd, Australian Kelpie,   Labradoodle.

Algemene indruk: Favoriet bij farmers en bouwvakkers is de Blue Heeler: hun (werk)maatje die ze overal mee naar toe nemen in hun ute (auto met open laadbak). Door het klimaat leven veel honden (vrijwillig) buiten; kettinghonden zijn verboden. Graag geziene gezelschapshondjes zoals Chihuahua’s en Maltezers slapen vrijwel allemaal binnen. Honden worden goed verzorgd. De wet is erg streng en de dierenbescherming is zeer actief. Als eigenaar ben je verplicht je hond bepaalde zorg te geven zoals uitlaten, vrijheid en goede (op)voeding - het is trend om veel geld aan kwaliteitsvoer te spenderen. Niet-werkende honden moeten aangelijnd worden uitgelaten. Word je betrapt door een Ranger, dan wacht je een boete van  $40. In het bos, uitgestrekte uitlaatgebieden, hondenbeaches en -parken mogen ze heerlijk los rennen, maar je blijft altijd verantwoordelijk voor je hond en zijn gedrag.

Straatbeeld: Iedereen ruimt als vanzelfsprekend de hondenpoep op. Zelfs in parken en bushpaden staan speciale vuilnisemmers met plastic zakjes om drollen in te deponeren: het is werkelijk overal superschoon. Het is ongebruikelijk om je hond mee te nemen naar publieke gebouwen, winkelcentra of restaurants – al hebben terrashouders wel een waterbak staan. Alleen blindengeleidehonden mogen met openbaar vervoer mee.

Veterinaire zorg: Zelfs elk dorp heeft minstens twee ambulante dierenartsen.

Bijzonderheid: Dankzij strenge quarantaine eisen komt rabiës (hondsdolheid) niet voor.

Typisch: Honden genieten hier een enorme vrijheid door de unieke, uitgestrekte natuur.

Duitsland Paspoort: Hund. Blaf klinkt als: wau. Nationale rassen: Weimaraner, Duitse dog, Duitse brak, Duitse herdershond, Duitse pinscher, Duitse staande, Dashond (Teckel).

Algemene indruk:  Duitsers zijn natuurliefhebbers en fervente wandelaars. Het ondernemende volk gaat graag op stap en natuurlijk nemen ze hun geliefde en keurig opgevoede hond(en) overal mee naar toe. Aanlijnen is verplicht. Dit gebod wordt doorgaans opgevolgd, omdat regels bestaan om te worden nageleefd en men allerminst gesteld is op andermans loslopende hond(en). Honden zien er altijd goed verzorgd uit. Een graag gehoord compliment is: ‘Was sieht ihr Hund gepflegt und schön (op langgerekte toon uitgesproken) aus.

Straatbeeld: In winkels en restaurants zijn honden overwegend welkom. Voor honden van bepaalde als gevaarlijk aangeduide soort, of vanaf 20 kilo, of met een schofthoogte van minimaal 40 cm, gelden in bepaalde delen van Duitsland  extra restricties zoals de verplichte muilkorf.

Veterinaire zorg: Een bezoekje aan de dierenarts is een kostbare aangelegenheid. De tarieven zijn beduidend hoger dan in Nederland. Een vaccinatie tegen rabiës (Tollwut) is verplicht. 

Bijzonderheid: Een autogordel voor de hond - die alleen achterin de wagen mag -  is sinds 2007 verplicht. Neem je de trein, dan is een gezinskaart inclusief een plaatsbewijs voor de hond.

Typisch: Er worden graag en vaak koosnaampjes gebruikt zoals: (kleine) Maus, Schnuckiputzi, Schmusebacke, Schatzilein en meine Süße.

Marokko Paspoort: kelb. Blaffen: Alleen grote waakhonden slaan aan. Verder hoor je geen hond blaffen. Nationale rassen: Aidi, Sloughi.

Algemene indruk: Er bestaat een diversiteit in uiterlijk. In bergachtig gebied vindt men honden met langharige en dikke vachten, in de woestijn kortharige. Plattelanders zijn echt bang voor honden en men vindt ze vies. Waakhonden liggen vaak aan de ketting of lopen op het erf. Stedelingen bezitten heel soms huishondjes die goed verzorgd worden. Dat wil daar zeggen: voldoen aan de elementaire levensbehoefte eten en (soms) onderdak. Aanraken doet men een hond niet, sommigen aaien honden weleens met een geschoeide voet. Voor hondentrainers ligt hier nog een onontgonnen gebied.

Straatbeeld: Op straat tref je voornamelijk allerlei soorten (roedels) zwerfhonden aan. Men jaagt ze weg en gooit met stenen naar ze. ‘Inpakken en wegwezen’, luidt het devies.

Bijzonderheid: Voor Islamitische Marokkanen is de hond een onrein dier. Langzaamaan zie je een kentering plaatsvinden: kleine gezelschapshonden van toeristen worden alvast geaccepteerd.

Typisch: Overheidsregels voor het hebben of uitlaten van honden bestaan niet. Het houden en uitlaten van een (gezelschaps)hond is simpelweg nog een grote uitzondering. Schaapherders of geitenhoeders hebben wel bijna allemaal een werkhond bij zich.


Noorwegen Paspoort: hund. Blaf klinkt als: vov. Nationale rassen: Noorse Elandhond, Noorse Buhund, Noorse Lundehund.

Algemene indruk: Op het platteland worden honden gehouden als werkhond: veedrijver, jachthond en sledehond. De meeste van hen leven in buitenkennels en worden goed verzorgd. Vooral Setterrassen die worden aangeduid als fuglhund en gebruikt worden voor de jacht op vogels, zijn populair. Hun dagelijkse maal bestaat uit brokken en hun aandeel van de jachtopbrengst. Border Collies worden op de vele schapenboerderijen ingezet omdat ze niet zo blafferig zijn als de spitsoren.

Straatbeeld: Meestal loopt de hond op het erf of zit in de kennel waar hij tevens zijn behoeftes doet. Honden worden vóór het jachtseizoen aan de fiets meegenomen om conditie op te bouwen. In de winter vergezellen ze hun baas op langlauftochten. Van 1 april tot en met 1 september moeten honden in de bossen en bergen aan de lijn gehouden worden vanwege het jonge wild en de rondlopende schapen. Buiten dit seizoen mogen honden alleen los met toestemming van de grondeigenaar. Mensen met een jachtvergunning mogen hun honden in het jachtgebied loslaten; met een schapenmoordende hond wordt korte metten gemaakt.

Veterinaire zorg: In de steden zetelen goed geoutilleerde huisdierenartsen. In het buitengebied combineren veeartsen de taken in vrij primitieve, maar kwalitatief goede zorgpraktijken. Streken zonder vaste praktijk worden op gezette tijden door een dierenarts bezocht. Oudere honden die niet langer geschikt zijn voor hun taak of die ziek zijn, worden meestal geëuthanaseerd.

Bijzonderheid: Noren staan positief tegenover honden. Eigenaren zijn gek met hun hond, maar zien en behandelen hun viervoeter als dier, en niet als mens. Honden zijn er minder gesocialiseerd en tonen meer natuurlijk (oer)gedrag. Ondanks dat honden feller op soortgenoten reageren, is men niet bang voor een confrontatie met een andere hond.

Typisch: Treinen bieden aparte coupés voor huisdieren. In de Express bussen is het verboden om honden mee te nemen. Het is ongebruikelijk om je hond  uit te laten voor ‘een blokje om’ of mee te nemen wanneer je op bezoek gaat.


Spanje Paspoort: perro. Blaffen: Of een schelle kef voor de kleine honden of een zware, donkere wau voor de grote. Nationale rassen: Spaanse waterhond, Spaanse windhond en Spaanse Mastiff.

Algemene indruk: Spanjaarden behandelen hun honden in onze ogen onbeschoft. Vooral de oude garde vindt een hond maar tweederangs. De robuustere viervoeters slijten hun leven als waakhond, al dan niet, aan een ketting op een finca (boerderij). Kleine exemplaren worden tegenwoordig vooral door de jonge generatie als gezelschapshond gehouden - Spanjaarden hebben er overigens weinig moeite mee om, als ze op hun hond zijn uitgekeken, hem op straat te dumpen. Je treft er daarom veel zwerfhonden aan die, in groepjes van drie of vier verschoppelingen, de omgeving afstruinen op zoek naar iets eetbaars. Er zijn enorm veel asiels opgericht door Duitse, Nederlandse en Engelse dierenbeschermers. Hun clientèle bevindt zich onder de vele allochtone pensionados die goed voor hun chico of chica zorgen. De overige honden worden geselecteerd en op transport gezet naar hun eigen geboorteland om daar door samenwerkende stichtingen te worden bemiddeld.

Straatbeeld: Voor honden geldt een aanlijnplicht, behalve op de campos (grote wei) of tijdens de wintermaanden op het strand. In het hoogseizoen kan men terecht op de daarvoor bestemde hondenstranden of speciaal aangelegde groenstroken. Poepzakjes worden goed en veelvuldig gebruikt.

Bijzonderheid: Honden mogen nergens mee naar binnen, men vindt ze vies: bij winkels staan buiten paaltjes om ze aan vast te binden.

Typisch: Hondenbelasting bestaat niet.

Tsjechië Paspoort: pes. Blaf klinkt als: haf. Nationale rassen: Cesky Terriër, Chodsky pes en Tsjechische wolfshond.

Algemene indruk: Tsjechen houden van honden. Voordat ze een hond aanschaffen wordt er naar een goede fokker gezocht. Alle rassen zijn er vertegenwoordigd. In de stad zie je meer de kleinere soorten die als gezelschapsdier worden gehouden. Op het platteland overheersen de werk- en waakhonden. Allemaal worden ze goed behandeld.

Straatbeeld: Loslopen wordt in de steden niet gedoogd. Honden worden goed uitgelaten. De plattelandshonden mogen wel meer vrij rondlopen en zijn ook niet zo gewend om braaf te volgen. In de dorpen leven en slapen de meeste honden vrijwillig buiten.

Veterinaire zorg: Tsjechen beseffen dat het hun verantwoordelijkheid is om goed voor een levend wezen te zorgen, dat merk je aan de betrokken en goed opgeleide dierenartsen.

Typisch: De hond mag met het openbaar vervoer reizen, maar alleen gemuilkorfd.


Verenigde Staten Paspoort: dog of pooch. Blaf klinkt als: woof. Nationale rassen: Boston Terriër, Amerikaanse Cockerspaniël, Amerikaanse Bulldog, Staffordshire Terriër, Amerikaanse Waterspaniel.

Algemene indruk: Een land van uitersten. Van verwende dressed up pooch, familiehond en couchpotatoe tot verwaarloosde kettinghond of illegale vechthond waar animal cops (hondenpolitie) aan te pas moeten komen. De meest waanzinnige rages op het gebied van verzorging, trainen, speeltjes en kleding vinden hier hun oorsprong.

Straatbeeld: Zwerfhonden worden gevangen door professionele dogcatchers (hondenvangers) en naar een animal shelter (asiel) gebracht. Voor hondeneigenaren met een drukbezet bestaan, is er de dogwalker (hondenuitlaatservice) die hun hond uitlaat en in het daarvoor bestemde dogpark met lotgenoten laat spelen.

Bijzonderheid: De hondenpopulatie probeert men in toom te houden door alle asieldieren te castreren - pupeigenaren krijgen de aanbeveling hun (rasloze) hond zo vroeg mogelijk te laten castreren (neutering the dog).

Typisch: Amerikanen verhuizen statistisch gezien relatief vaak en hechten zich daardoor minder makkelijk. Is het in de nieuwe huurwoning niet toegestaan een huisdier te houden, dan is het redelijk gangbaar om je hond op het oude adres achter te laten.


Vietnam Paspoort: cho. Blaffen: Blaffende honden zijn een zeldzaamheid; instinctief schijnen ze te weten dat ze geen aandacht moeten trekken.

Nationaal ras: Er bestaat geen erkend ras, maar in alle contreien kom je een verwant roestkleurig spitstype tegen van kleine of middenslag grootte.

Algemene indruk: De Vietnamese bevolking is sinds de laatste jaren huisdiervriendelijker. Door de toegenomen welvaart zijn er meer inwoners die zich een hond (of kat) kunnen permitteren als gezelschapshond. De weldoorvoede en verzorgd uitziende honden luieren ontspannen op de stoep voor het huis of voor de winkel van hun baas. 

Straatbeeld: Zwerfhonden tref je er niet aan, evenals oude, zieke of verwaarloosde honden. Honden lopen overal vrij rond. De meeste dragen een halsband met penning, zodat men weet wiens bezit de hond is. Er wordt niet gebedeld of geschooid. Naar westers voorbeeld zie je in steden - zoals Hanoi en Saigon - jonge meiden pronken met hun, in jasjes gestoken, Chinese Kuifhondjes. Op de trottoirs staan gevulde waterbakken voor dorstige viervoeters.

Bijzonderheid: Honden lijken wel een cursus verkeersveiligheid te hebben gevolgd. Voordat ze de drukbereden straten oversteken kijken ze eerst naar links en naar rechts. Dan steken ze op dezelfde manier als de lokale bevolking, in slow motion, over: voor je kijken, niet stoppen en nóóit rennen.

Typisch: In dit land kun je letterlijk de hond in de pot vinden. Op de menukaart van een restaurant of bij de slager is hondenvlees aanwezig. Van oudsher vinden Vietnamezen honden gewoon scharreldieren, net als kippen en eenden. Je laat ze los lopen op je erf, voert ze, en als je een speciaal vleesmaal wilt klaarmaken, slacht je ze.

Met dank aan buitenlandcorrespondenten: Anita, Ellen, Jacques, Jindra, Barly, Luud, Maud.

dinsdag 23 maart 2021

ZWITSERSE WITTE HERDER


 witgoed

De Zwitserse Witte Herders die ik ken, en dat zijn er een zwik, zijn inventieve honden. De een speelt op het erf met de witte geitenbok die tot de familie behoort (nah Klar, het is toch mijn weißer Bruder!), de ander steelt en plundert in dat ene onbewaakte moment de koelkast (met een Vorliebe für Emmentaler), een volgende neemt in het donker de benen (geprepareerde deuren met omgezette klinken worden vaardig geopend) en jaagt  stürmisch de buren de stuipen op het lijf als plots opdoemend wit spook.

Herkomst en geschiedenis

De grondlegger van de witte herder is de Duitse Herder. Voordat er selectief gefokt werd (rond 1880), was het gewoon dat er in een Duitse Herdernest een witte pup zat. In 1933 werd ‘wit’ verwijderd van de rasstandaard. Onterecht wezen alle Europese Finger naar de witte Herders als de veroorzakers van (erfelijke) gezondheidsproblemen en niet naar de angel: het op onverantwoorde wijze vermeerderen door de groeiende vraag naar Duitse Herders.

De witte hond stond er lang gekleurd op. In 1959 werd hij zelfs uitgemaakt voor albino. Rond diezelfde tijd rees wel de ster van de Duitse schlagerzanger en vermeend albino Heino. Je reinste vorm van rassendiscriminatie! Gelukkig was men in Amerika en Canada toleranter. De eerste aanzet tot het bestaansrecht van een blank ras, werd in 1964 in Amerika bekrachtigd in de oprichting van de Witte Herder Club. De filmindustrie deed de populariteit verder stijgen. In de zeventiger jaren vond een witte reu die aan de basis staat van de nieuwe lichting, asiel in het land van Heidi. Het ‘neutrale’ Zwitserland verleende het ras zijn officiële status. In 1988 zagen in Nederland de eerste twee rasverenigingen het licht. In 1992 werd de Witte Herder als ras in opbouw onder de (foutieve) benaming Amerikaans-Canadese Witte Herder door de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied geregistreerd. In 1999 werd dit hersteld en was de naam ‘Witte Herder’ van kracht. Helvetica claimde het ontstaansrecht. Als Berger Blanc Suisse (in Nederland: Zwitserse Witte Herdershond) kreeg de bleekscheet toen de sticker CH op zijn smalle Hintern geplakt. In 2002 was de voorlopige FCI erkenning, in 2011 de definitieve classificatie: FCI 1 groep 1 Herdershonden en veedrijvers sectie 1 nummer 347 een feit. Eindelijk gerechtigheid.

Karakter

Op het getuigschrift van de Zwitserse Witte Herdershond prijken: herzig (vriendelijk), levendig, oplettend, temperamentvol, waaks, bereidwillig, bescheiden, terughoudend (de scheidslijn tussen voorzichtigheid en angst is flinterdun), attent, fijngevoelig, en uitermate aanhankelijk. Ondanks dat de honden aan de buitenkant natuurgetrouwe weergaven van elkaar zijn, verschilt hun innerlijk per individu. Zo heb je de filosoof: de bedachtzame mensachtige hond die door zijn wijsheid elke situatie feilloos weet te doorgronden. De onstuimige Witte van wie de beweeglijkheid soms ingetoomd moet worden, de Streber der gärne lernt und alles besser will, de schotelantenne waarvan de grote rechtopstaande oren niets ontgaan, de malle meiden en jolige jongens die kolderiek de aandacht op zich weten te vestigen door er een dolle boel van te maken, de zachtaardige lieverd die trouw aan je zijde klit (ook op de bank en in bed). Alle types zijn gepermitteerd, zolang de hond maar geen nerveuze aandachttrekker wordt die zijn eigenaar steeds voor de voeten loopt, of die zich zonder duidelijke aanleiding angriffig toont als bipsenbijter. Om een evenwichtige persoonlijkheid te ontwikkelen, laat je het ontvankelijke blancootje vooral gedoseerd en geleidelijk met alles wat hij in zijn latere leven tegenkomt, kennismaken. Of daarbovenop het cliché van de Zwitserse Witte Herdershond met de oorspronkelijke chorzi Hoor die daardoor een krachtige uitstraling heeft, en de langi Hoor knuffelkopie die een hogere aaibaarheidsfactor zou hebben, overeind blijft, is een open vraag. Hoe dan ook, het valt niet te ontkennen dat de süsse Zwitserse Witte Herdershond das gewisse Etwas heeft.

Sociaal gedrag

Mits goed ingeburgerd, integreert de Zwitserse Witte Herdershond door zijn uitstekende sociale aanpassingsvermogen moeiteloos in allerlei maatschappelijke gebeurtenissen en situaties. De Zwitserse Witte Herdershond is Menschenbezogen. Dat wil zeggen: hij maakt graag deel uit van zijn gezin. Is er gezellig binnenbezoek dan is hij er ogenblikkelijk met zijn Schnauze bij. Met op tafel geplante ellebogen vraagt zijn charme offensieverige blik: Wat gaan we doen? Knuffelen of actie? Onderweg en in zijn eigen Bezirk is de open hond vriendelijk, de voorzichtige waakhond sceptisch. Als ze de vrije hand krijgen, kunnen ze te ver gaan en bezoek of tegemoetkomers aanblaffen, en bij een genegeerde waarschuwing in de broek happen. Bij onverwachte uitvallen zijn het meestal mannen van wie een bepaalde move wantrouwen wekt. De Zwitserse Witte Herdershond schijnt sowieso een voorliefde voor vrouwspersonen te hebben. Zou dit uit erkentelijkheid naar Agatha Burch zijn die de eerste Witte naar Europa haalde? Ansich zijn Zwitserse Witte Herdershonden dol op kinderen. Je zult de hond (en je kroost) hierbij wel moeten begeleiden en sturen, de genegenheid ontstaat niet vanzelf. Met (huis)dieren kan hij prima overweg. Vooral met katten die net zo speels zijn als hij, is het leuk stoeien. Temper zijn geestdrift als hij dieren najaagt, of ongevraagd de kippen of katten gaat hoeden.

Opvoeding en beweging

De Zwitserse Witte Herdershond die nogal aan zijn eigenaar hangt, zal moeite hebben met eenzaam en alleen achterblijven. Neem de aan jou verknochte hond overal mee naar toe, neem meer witgoed, of besteed er extra aandacht tijdens het grootbrengen. Je atletisch en soepel bewegende kameraad houdt van een uitdaging: je zult hem zowel fysiek als mentaal moeten beschäftigen. De intelligentie (noem het hoogsensitiviteit, als je wilt) van de Zwitserse Witte Herdershond kan hem soms danig in de weg zitten. Het leidt tot bepaalde gedragingen die complex kunnen zijn voor de eigenaar. De gevoelige herder zul je op een zachtaardige manier moeten motiveren, bij de manhaftige zul je wat rechtlijniger moeten zijn. Altijd op  vriendelijke en rechtvaardige wijze met iedere hond omgaan, adequaat leiding geven, strikt de regels hanteren, en op de juiste momenten belonen. Veel tijd en energie steken in deze opgewekte, leergierige en sportieve werkhond, is trouwens bepaald geen straf. Want het plezier dat hij daaraan beleeft, draagt hij zo duidelijk uit, dat je graag op zijn uitnodigingen om samen iets te doen, ingaat. Liebhabereien heeft de Zwitserse Witte Herdershond zat. De aaibare gezinshond is dol op beweging, en is altijd te porren iets te ondernemen: mee ( hij heeft al plaatsgenomen in de auto voordat jij überhaupt wist dat je op stap zou gaan), wandelen, rennen, huppelen, zwemmen, baden, modderen, spelen, en kattenkwaad uithalen. De welopgevoede Zwitserse Witte Herdershond kan los van de lijn mee: hij zal zonder te vragen de nabijheid van zijn eigenaars verkiezen boven al het andere. Zie je hem onderweg het heen en weer krijgen, dan weet je dat hij onopvallend oefent voor reddingshond met de zelfbedachte verstoppertjesvariant ‘zoek de familieleden en breng ze bij elkaar’. Die en andere fijne eigenschappen zoals zijn attentheid om te helpen, maken dat de weerbare Wittekruislander geschikt is voor de (recreatieve) uitoefening van beroepen zoals reddingshond, hulphond, blindegeleidehond, therapiehond of alarmhond.

Gezondheid

Aandoeningen die bij grotere rassen en dus ook bij de Zwitserse Witte Herdershond vaker kunnen voorkomen dan bij andere rassen zijn: Heupdysplasie (HD) en elleboogdysplasie (ED), Spondylose, Cauda Equina Syndroom (CES)*

Fokdieren worden, voordat ze worden ingezet om Nachwuchs te verschaffen, verplicht getest op HD, ED, DM (Degeneratieve Myelopathie)* en MDR1 (Multi Drug Resistance 1 - honden met dit gendefect zijn allergisch voor bepaalde geneesmiddelen ).

*Cauda Equina Syndroom (CES): het ruggenmerg stopt bij de meeste honden ter hoogte van de 5e of 6e wervel waar het verdergaat als een bundel zenuwen die lijkt op een paardenstaart. Cauda Equina is het Latijnse woord hiervoor. Bij CES treedt een gehele of gedeeltelijke afklemming van die bundel op. Operatief ingrijpen laat, afhankelijk van de toestand van de patiënt, een gunstig vooruitzicht zien.

*DM (Degeneratieve Myelopathie): een progressieve neurologische aandoening van het ruggenmerg. Het uit zich door coördinatieverlies in de achterste ledematen en incontinentie. Uiteindelijk wordt de hersenschors aangetast, met als gevolg: uitval van vitale functies. De hond lijdt hierbij geen pijn.

Verzorging

De ongeverfde vacht heeft twee varianten: stokhaar en langstokhaar. Door het jaar heen volstaat de wekelijkse borstelbeurt. Elk half jaar ondersteun je de rui door met een herdersharkje losse haren te verwijderen. Edoch een Zwitserse Witte Herdershond die geregeld de trimsalon bezoekt, zal er nog schöner uitzien. Want ondanks zijn smetteloze zelfreinigende witte (wiissi) vacht laat Schmutz zijn sporen na.

maandag 22 maart 2021

PHOTOWALL POPPY


De mooiste Poppy (behangwanden) vind je bij Photowall.
Als je op de foto klikt, zie je dat het behang naar Poppy is vernoemd.

The finest Poppy wallpaper.
Click on photo to enlarge the title in the middle below.

zondag 21 maart 2021

HOND AANGEBODEN


CONTROLE

Neem je een tweedehondsje via de erkende weg zoals een asiel of rasvereniging dan mag je een gedegen voorlichting verwachten. Koop je een hond bij een onbekende 'particulier' dan zul je op jouw eigen mensenkennis moeten afgaan. Je kunt niet ‘in’ de hond kijken, maar aan de buitenkant valt wel degelijk het een en ander af te lezen:

Kreeg de hond voldoende beweging? Bekijk de voetzolen van de hond. Naarmate de hond op straat loopt worden de kussentjes ruwer. Zachte kussentjes kunnen wijzen op weinig uitloop of uitsluitend wandelen op een zachte ondergrond zoals een grasveld. Bekijk de nagels en klauwtjes van de hond. Zijn deze voldoende afgesleten of (te) lang.

Heeft de hond een passend gewicht? Te mager kan duiden op ondervoeding of ziekte zoals een worminfectie. Overgewicht kan duiden op te weinig beweging of verkeerd voeren.

Betast de hond. Let op zijn reactie terwijl je zachtjes drukt. Laat hij het overal toe of gromt, kreunt hij van ongemak of pijn.

Strijk door de haren van de hond. Werden deze regelmatig geborsteld? Klitten in de vacht of vervilting duiden op gering onderhoud.

Controleer het gebit van de hond. Laat de hond dit toe dan is hij gewend om zich in de bek te laten kijken of werden zijn tanden regelmatig gepoetst. Het tandvlees dient zachtroze uitzien. De tanden behoren wit en vrij van tandsteen te zijn - tanden van oudere hond zijn gelig verkleurd. Een hond met een gezond gebit heeft een frisse adem.

Let op de algehele houding van de hond: is hij schuw, vijandig, opdringerig of toont hij zich open en vrij.

CHECKLIST

Neem voordat je op bezichtiging voor een tweedehandsje gaat de praktische checklist mee, zodat je niks vergeet te vragen. Met name de antwoorden betreffende jouw persoonlijke situatie plus zijn toekomstige omgeving zijn relevant om de hond in de toekomst goed te kunnen laten functioneren.

-  Wat is de achtergrond van de hond?

-  Bestaat er informatie over de reden van afstand doen?

-  Rasinformatie

-  Heeft de hond (specifieke) verzorging nodig?

-  Verhaart de vacht?

-  Laat de hond borstelen en wassen toe?

-  Hoe is de toestand van het gebit?  Is er sanering nodig?

-  Laat de hond gebitsverzorging zoals tandenpoetsen toe?

-  Wat zijn de eetgewoontes? Zoals de naam van zijn eigen huismerk voer, 

   hoe vaak eet de hond per dag en op welke tijdstippen?

-  Heeft de hond veel of weinig behoefte aan aandacht?

-  Is de hond (hyper)actief of juist rustig?

-  Hoe vaak en op welke tijdstippen werd de hond uitgelaten?

-  Is de hond gewend om langs de fiets te lopen?

-  Luistert de hond voldoende om zonder lijn te lopen?

-  Heeft de hond jachtinstinct? Is het een trouwe hond of een wegloper?

-  Zijn er bepaalde routines of gewoontes?

-  Heeft de hond favoriete speeltjes of spelletjes?

-  Hoe wordt de hond beloond en eventueel gecorrigeerd 

-  Zijn er cursussen gevolgd?

-  Noteer de commando’s die voor de hond werden gebruikt.

-  Kan de hond goed met (kleine) kinderen opschieten?

-  Kan de hond met soortgenoten overweg?

-  Hoe gedraagt de hond zich ten opzichte van andere dieren?

-  Vindt de hond autorijden fijn of wordt hij wagenziek?

-  Kan de hond probleemloos enkele uurtjes alleen thuis blijven?

-  Wat zijn de plus- en minpunten van de hond?

-  Stelt de hond bepaalde eisen aan zijn verblijfplaats?

-  Is de hond waaks? Is het een blaffer?

-  Goede en slechte ervaringen opschrijven

-  Is de hond ergens panisch of bang voor ?

-  Is de hond gezond? Heeft hij lichamelijke gebreken, kwaaltjes of allergieën?

-  Vraag naar het vaccinatieboekje van de dierenarts

-  Informeer naar medicijnengebruik, inentingen, worm- en vlooienkuur en

   papieren zoals een stamboom, paspoort of verzekering. 

-  Zijn er eventuele schriftelijke observaties of aanbevelingen van (gedrags)deskundigen  

    aanwezig?

TIPS

Bij een eerste kennismakingsbezoek kun je enkele heerlijk geurende koekjes of een stukje worst in je jas- of broekzak stoppen. Of wrijf lichtjes je handen in met Frolic. Honden die moeten worden overgehaald om contact te maken, kun je hiermee net dat ene zetje geven.

Na de eerste ontmoeting met jouw aanstaande hond kun je een kledingstuk, knuffel of plaid achterlaten met jouw lichaamsgeur. Bij het vervolgbezoek of wanneer je de hond gaat ophalen, is jouw luchtje voor de hond al herkenbaar en vertrouwd.

De reden waarom de vorige eigenaren afstand deden van hun hond is, in principe, alleen van belang indien er een probleem bij de hond ligt. Is er een probleem met de hond, vraag dan wat er door hen aan gedaan is om dit op te lossen.

Er wordt zelden bij de andere kant van het verhaal stilgestaan: eigenaren die - onvrijwillig - afstand van hun hond moeten doen. Door onvoorziene omstandigheden zoals ziekte kan het zijn dat een hond op de plek waar hij woont, niet kan blijven. Houd rekening met de gevoelens van deze mensen. Vooral kinderen binnen een gezin kunnen het moeilijk hebben met het (gedwongen) afstaan van hun trouwe maatje.

MATCH!

De zoektocht was succesvol. Hond en baas hebben elkaar gevonden in de perfecte match. Als kersverse zorgzame eigenaar zul je de nieuwe aanwinst allerlei zaken willen bijbrengen: wat verwacht jij van de hond en wat mag deze van jou verwachten. Het zou jammer zijn als door onwetendheid of onkunde zaken verkeerd worden aangepakt. Daarom een opsomming van de  allerbelangrijkste aandachtspunten:

warme ontvangst/eerste indruk

Respect dwing je niet af, dat moet je verdienen. Een liefdevol begin schept meteen vertrouwen, al zal de hond dat nog niet meteen tonen. Blijf de eerste dagen en nachten sowieso in zijn nabijheid totdat hij een beetje gesetteld is. Overlaad hem met liefde* waardoor hij jou associeert met positieve gevoelens. Is de hond stabiel genoeg om veranderingen aan te kunnen? Bouw (eventueel) stapsgewijs af naar de verblijfsituatie waar je naartoe wilt. *Liefde (niet te verwarren met verwennerij) uiten kun je op vele manieren. Het gaat erom dat de hond zich zeer gewenst voelt.

Structuur en houvast bieden

Van de een op andere dag komt de hond in een wildvreemde wereld terecht van onbekende mensen, vreemde geuren, een andere (lichaams)taal en zonder de bekende routine. De hond weet (nog) niet wat er in de nieuwe situatie van hem wordt verlangd. Geef grenzen aan, maar laat hem vooral merken dat je met heel je hart van hem houdt.

Observeren en bijsturen

Leer je hond kennen door hem goed te lezen: wat vindt hij fijn, waar is hij goed in en waar heeft hij moeite mee. Als je dat weet, kun je hierop anticiperen voordat zaken uit de hand lopen. 

Geduld hebben en tijd geven

Een band smeden heeft tijd nodig. Verlang niet te snel iets terug van je nieuwe hond. Vertrouwen moet groeien en van beide kanten komen. Overvoer de hond niet met prikkels en blijf altijd positief. Uiteindelijk gaat het erom dat jullie samen plezier beleven. Daar heb je immers een hond voor aangeschaft!

vrijdag 19 maart 2021

HOEVEEL TIJD KOST EEN HOND

 

Ongeacht de weersomstandigheden eruit!

Is Rover tijdrovend? Deze vraag kan met een volmondig ‘Ja!’ bevestigd worden. Een hond neem je omdat je er affiniteit mee hebt en je elkaars gezelschap op prijsstelt. Het zou je geen enkele moeite moeten kosten om dingen met hem te delen, voor hem te doen of te laten. Voor de twijfelaars en cijferaars onder de (toekomstige) eigenaars is er een stapsgewijze berekening gemaakt. Want hoeveel tijd moet je nou werkelijk inruimen voor huisgenoot hond?

Type

De soort hond maakt het verschil. Is de beoogde hond bedoeld om mee te sporten, als gezelschapshond, als hobby, of gaat hij (deels) buiten dienst doen als beveiliger en bewaker? Is de hond rustig of druk van aard? Heeft de hond fysiek veel of juist weinig beweging nodig?

Werk- en jachthonden en speelse jonge honden zullen de meeste tijd in beslag nemen omdat ze een groetere energiebehoefte hebben. Allen hebben een flinke bewegingsdrang. Is hij bijvoorbeeld geschikt om langs de fiets te draven? Voor werkhonden zul je een (vervangende) activiteit moeten zoeken die aansluit bij hun oorspronkelijke arbeid. NB Een Border Collie is na drie uur net opgewarmd! Bij jachthonden moet hun hang naar avontuur verzadigd worden. Honden die bruisen van energie dien je bezig te houden, omdat ze anders zelf (ongewenst) vertier gaan zoeken. Vanuit de optiek van de hond is ‘24/7 met zijn baas in de weer zijn’ verreweg het ideaal.

Leeftijd

Kies je voor een blanco pup waarvan je de harde schijf nog zelf moet vullen, een jonge hond die barst van de energie (en moeilijk de aandacht bij de les kan houden) en die je nog alles moet bijbrengen, een tweedehandshond die je in zijn nieuwe wereld moet introduceren, een volwassen bijschaafhond die nog overal voor in is, of een bejaarde hond die blij is met liefde, aandacht en korte uitjes? Dit alles behoort vóór de aanschaf overwogen worden.

Opvoeding

Omdat de eigenaar verantwoordelijk is voor zijn hond, ben je verplicht hem deugdelijk op te voeden. De eerste twee jaren zijn een intensief karwei, dat je gerust in hondenjaren mag tellen. Leren kost tijd, geduld en vreet energie. Is die periode succesvol afgerond dan is dat een investering voor de rest van jullie leven waar je zowel uit en thuis profijt van hebt. Het is niet zo dat je na het leggen van een slide basis achterover kunt leunen. Observeren, begeleiden en bijsturen blijven noodzakelijk. Met een pup komen er naast het opvoeden allerlei zaken bij. Het leren lopen aan de leiband, actief zindelijk maken (plus dweilen en opruimen), benchtraining, het gefaseerd alleen leren blijven (het opbouwen gaat met minuten), en het meermaals per dag en tijdens slapeloze nachten naar buiten laten in het prille beginstadium. Pups kunnen vanwege de nog bescheiden blaasinhoud, beperkter hun plas ophouden. Aanvankelijk zul je de pup ’s nachts enkele malen kort buiten moeten laten. Of voor de optie kiezen: overdreven laat naar bed en extreem vroeg op. Het aantal keren naar buiten varieert van twaalf keer voor een pup tot vier keer voor de volwassen hond per etmaal. Na die periode kunnen er best nog ongelukjes gebeuren. Shit happens. Plus een hond kan ziek worden (denk hierbij aan diarree) of gewond raken (slecht ter been), waardoor er een afwijkend uitlaatpatroon ontstaat.

Uitlaten 

Een hond bepaalt voor een aanzienlijk gedeelte je dagritme. Al heeft de hond een flinke lap grond ter beschikking, minstens eenmaal daags als afleiding eropuit is een beproefd recept om de verveling te verdrijven. Wandelen doen de meeste eigenaars meestal op ongeveer hetzelfde tijdstip, al kun je best een marge aanhouden om de hond niet te afhankelijk van de klok te maken. Gemiddeld wordt een hond vier keer per dag  uitgelaten. Wandelingen zijn bedoeld voor: de blaas en maag te legen, fysiek en mentaal moe te worden, snuffelen(en route) de krant lezen, en bij de toegang van een speelweide het ‘gastenboek’ doornemen), soortgenoten te ontmoeten, vrij te rennen en te spelen. Je kunt kiezen voor twee langere losloopwandelingen à 60 - 120 min. en twee twintig-minuten-ommetjes (aan de lijn) zoals de avondroute. Het zou overbodig moeten zijn maar tijdens barre weersomstandigheden, of tijdens een spannende film moet de hond er als gebruikelijk uit. Een of twee keer per week de uitlaatservice inschakelen, is voor de hond die dol is op andere honden een leuk verzetje. Houd je niet van wandelen of ben je daartoe lichamelijk niet in staat, kortom ‘is uitlaten een opgave voor jou’, neem dan geen hond. Vergeet bij de optelsom aan het einde niet de tijd die nodig is voor het afdrogen van de hond na een natte wandeling (het wassen na een happy roll in …, het verzorgen van de vacht, en voetzolen en poten (na een sneeuwuitje).

Opleiding & training

Of je nu een hondenschool bezoekt of jouw hond zelf alles bijbrengt, wijzer worden vraagt een flinke tijdsinvestering. Onderwijs (per lesuur inclusief de trip: 60 - 120 min.): van puppyklas, beginners tot gevorderden cursussen tot recreatieve (zwemles) en sportieve activiteiten en workshops. Tel bij het trainen op de hondenschool de autoritjes op (eerst leren dat meerijden fijn is) en de herhaaldelijke korte oefensessies van steeds maximaal 5 à 10 min. per dag op. Vanzelfsprekend onderneem je met je pup extra uitjes (twee keer per week 30 min.) om hem bekend te maken met de buitenwereld. Om hem te socialiseren met andere honden en te laten wennen aan grote en kleine mensen: 3 x 15 minuten omgangsleer.

Spijker je theoretische kennis voortdurend bij door middel van leesvoer. Het begrijpend lezen van een rashondenboek, een opvoedkundig boek, het maandblad Onze Hond, of chatten op fora/Facebook om op de hoogte te blijven van de laatste ontwikkelingen in hondenland. Tel uit je winst!

Tijdverdrijf

Mensen maken voor zichzelf verschil tussen werk en vrijetijdsbesteding. De hond maakt de term niet uit, als het maar leuk is wat jullie samen doen en beleven. Hondensport (in het vrije weekend) beoefenen is voor de hond beide: ontspanning en geconcentreerd werken. Jouw hond laat blijken dat hij iets leuk vindt door zijn enthousiasme in combinatie met ontspannenheid en tevredenheid.

Voor spelen, stoeien en ravotten las je korte pauzes in. Tussen alle bedrijvigheid door kun je hem bij jouw activiteiten betrekken en opdrachtjes verzinnen. Door hondse zaken te integreren tijdens bezigheden plant je alvast wat zaadjes voor als er problemen ontstaan. Speelse bemoeienis verdeeld over meerdere keren per dag beslaat opgeteld al gauw anderhalf uur.

 Aanwezigheidspremie

Thuis is waar je baas is. Honden zijn roedeldieren die van gezelschap houden. Elke hond heeft recht op kwaliteitstijd: persoonlijke aandacht, aaisessies, geknuffel en gewoon genieten van elkaars nabijheid. Reken uit hoeveel real time je met elkaar kunt doorbrengen. Als je veel en vaak van huis bent, kun je beter geen hond nemen ( of je hond met iemand delen, zoals een oppasoma en/of -opa) Redelijk voor een hond is om circa 3  of 4 uur per dag alleen te kunnen zijn. Leuk vinden de meesten het allerminst. En zeg nou zelf, je hebt de hond niet aangeschaft om hem thuis in zijn uppie te laten verpieteren. Overdag ben je minimaal 6 uur aanwezig.

Nachtrust

Naast inspanning heeft een hond voldoende rust nodig. Honden kunnen wel 16 uur per etmaal slapen. De meesten zijn echter wakkere jongens die met beduidend minder slaap toekomen. Ze zullen overdag heus een oogje dichtknijpen, toch houden ze je, zonder dat het jou opvalt, in de gaten. Bovendien voelen ze je aanwezigheid. Slaapt de hond afgezonderd, dus niet bij jou op de slaapkamer, dan wordt de duur (circa 8 uren) die je in bed ligt, afgetrokken van het totaal van 24 uren.

 Weg

Een hond neem je voor een hondenleven lang. Meer dan eens zul je, al dan niet, spontaan je dagschema moeten wijzigen. Je kunt een hond helaas niet overal mee naar toenemen en een hond kan niet te lang alleen thuis zijn. Dat betekent dat je soms eerder naar huis moet gaan terwijl het ergens net zo gezellig is, of tussentijds naar huis gaan om hem uit te laten. Vanzelfsprekend zul je bij weekendjes weg en vakanties rekening moeten houden met de hond. Dat wordt een oppas regelen of hem naar een pension brengen en ophalen. Is je hond ziek dan bekommer je je uiteraard thuis om hem.

 Zelfreflectie

Hoeveel tijd wil en kun je vrijmaken? Stel: je hebt twee (schoolgaande) kinderen en een parttime baan. Daarnaast bestier je een druk huishouden (boodschappen doen, koken, poetsen, klusjes et cetera) spreek je af met familie en vrienden, en neem je deel aan overige activiteiten. Je snapt het al: ben jij een organisatietalent dat efficiënt kan plannen, of kom je zonder hond al tijd tekort voor al je bezigheden? Hoewel je binnen het gezin taken kunt verdelen, kun je er donder op zeggen dat het meeste werk op de schouders van één iemand terecht komt. Als jij dit leest, bij jij dat naar alle waarschijnlijkheid.


 Conclusie

Bereken het aantal uren dat je elke dag nodig hebt voor reguliere beslommeringen zoals slapen, werken, eten, winkelen, uitgaan en huishoudelijke taken. Trek het totaal af van 24. Nu weet je hoeveel tijd je maximaal over hebt om aan je hond te besteden. Calculeer hoeveel uren je per dag thuis bent en hoeveel je van die tijd beschikbaar bent voor de hond. Blijven er minder dan 6 uren per dag over voor je hond, doe jezelf en hem dan een plezier: begin er niet aan. Voor wie geen zin heeft in een algebra opgave: het hebben van en zorgen voor een hond is een fulltime job.