Voor de hond uit Suomi (zoals de Finnen hun merenland noemen) met zijn 180.000 meren en uitgestrekte bossen is Nederland met zijn aangelegd en beperkt groen best behelpen. Aan de liefhebbende eigenaar de enerverende opgave om ons grondgebied te Finlandiseren.
Herkomst en geschiedenis
De Finse Spits is het oudste, en sinds
1979 officiële, nationale ras van Finland. De Finse spits heeft nogal wat
naamsveranderingen doorgemaakt; niets zo veranderlijk als de Fin zou een
toepasselijk spreekwoord zijn - waarover later meer.
Tot circa 1880 werd de jachthond aangeduid als haukkuva lintukoira (blaffende vogelhond). In 1892 werd de eerste
rasstandaard opgesteld en werden zijn werkzaamheden toegespitst op de jacht op
korhoen, auerhoen en sneeuwhoen. In 1897 werd
de rasstandaard herzien en ging de hond Suomenlainen
pystykorva heten. Die benaming
veranderde in 1946 vervolgens in Suomenpystykorva
(Finse hond met rechtopstaande oren). De Nederlandse eerstelingen vanaf 1949 heetten
Finse Keeshond. Tegenwoordig houden we het op Finse Spits. In 2006 werd er in
Moskou een overkomst ondertekend, waarin is vastgelegd dat de Finse Spits en de Karelo-Finse
Laika (waarschijnlijk ooit hetzelfde ras) voortaan saampjes door het leven gaan
als Finse Spits: FCI Groep 5 Spitsen en Oertypes sectie 49 nummer 2.
De bruinrode krulstaart uit het Hoge Noorden is een jachthond die wild dat bomen invlucht opspoort, opstoot en door middel van strategisch stemgebruik (denk: blaf) stelt. De speciale jachtblaf weerhoudt de vogel ervan weg te vliegen. Zo kan de jager kortvleugelige bosvogels tot op schootsafstand naderen. Voor het opsporen van ander wild als de marter en eekhoorn, en voor de jacht op eland en beer draait de Finse Spits zijn poot niet om. Hij kan de hele dag jagen omdat hij niet in vol tempo rent. Susi noemen de Finnen de volharding om een langdurige taak te voltooien. In Nederland neemt de Finse Spits ter vervanging van het Noord-Europese wild genoegen met surrogaat zoals fazant, eend, konijn, eekhoorn, mol of muis. Zelf vangen is er trouwens zelden bij, hij hoort bij de gestelde prooi vandaan te blijven.
Karakter
Lemma om het complexe karakter van
de zeldzame hond te ontleden.
Een energiebom die veel afleiding en beweging nodig heeft die is toegespitst op de nieuws vergarende neus. De meeste honden(rassen) hebben een doorsnee batterij, de Finse Spits heeft dezelfde als het Duracell konijntje.
De kleine zelfstandige wil graag
ongebonden zijn eigen gang gaan. Zijn bandeloze houding: loop mij maar
achterna.
Vocaliteit: de
expressieve babbelaar kletst je de oren van het hoofd. Zou het komen door de nogal
zwijgzame Finse bazen? Tegenpolen trekken elkaar immers aan. Jodelen is een van
de sprekende vaktermen.
Het meesterbrein
wordt voor eigenwijs aangezien, maar beschikt over vossenfinesse.
Ongeduld: er is nog
zoveel te doen. Tijdens het wachten op een handeling van jouw kant zingt de
Finse Spits je hele notenbalken toe. Als hij ergens mee bezig is, blaft hij van
opwinding.
Loyaliteit: als het
tussen baas en hofhond koek en ei is, is hij hondstrouw. Forticiferen is voor
een hond die volledig aan zijn trekken komt, onnodig. Bovendien graaft hij
liever onder de omheining door dan er overheen te ontsnappen.
Empathisch: De Finse
Spits voelt stemmingen aan als geen ander.
Gevoelig. Hij is een
open boek voor zijn baas die de moeite neemt om hem te lezen. Interpreteer je
hem verkeerd, houd je ‘m voor de gek, of zeg je één enkel lelijk woord, dan is de toonladder gezet: de gevoeligerd raakt ontstemd.
De zo vaak in rasbeschrijvingen aangevoerde afstandelijkheid valt niet te rijmen met de realiteit. In zijn geboorteland was de vroegere generatie (met landgenoot Finse Lappenhond) al legendarisch als kruik om ’s nachts vrouw en kinderen warm te houden. Aan het aantal honden kon je zien hoe hard het gevroren had. Hier liggen hun nazaten net zo gezellig bij ons en bij elkaar in een ruimte, al heeft ieder dikwijls zijn eigen comfortabele ligpuntje.
Sociaal
gedrag
Het hangt finaal van de opvoeding af of de
individuele hond graag wordt aangehaald of niet. Om hem om te toveren tot een
knuffelbeer, besteed je vanaf pup veel tijd aan zijn socialisatie en betrek je ‘m
bij het gezinsleven. Dat dit werkt, bewijst de natuurhond in de Nederlandse
praktijk. Zijn feilloze fingerspitzengefühl gebruikt hij bij zijn waardevolle job als aaihond bij
ouderen en ernstig dementerenden, en als lotusslachtoffer bij dieren-EHBO. Hun doen en laten verschilt sterk per individu, zoals al eerder aangehaald.
Waar therapiehonden geen genoeg krijgen van kriebelen en kroelen, draait de
ander zijn kop al weg bij iemand die alleen al aanstalten maakt om te gaan aaien.
Fladderende duiven die het wagen zijn luchtruim te schenden, worden door de
oplettende waker uitgeblaft. Hoewel de Finse Spits geen verdediger is, kun je
je wel voorstellen dat denkbare inbrekers bij zijn klinkende waarschuwing aan
de grond genageld blijven.
Generaliserend wordt het in de
binnenwereld rustige gezelschapsdier hier terecht versleten als kindervriend. Kinderen
vallen op hun beurt voor ‘de rode vos aan een touwtje’. De Finse Spits kan prima overweg met andere
honden. De Finse Spits is rechtdoorzee. Hij is beleefd en verwacht dat de
honden die hij ontmoet net zo aan etiquette hechten als hij. Mocht een
brutaaltje zich lomp of opdringerig gedragen, dan wordt die zonder pardon op
zijn nummer gezet: doe effe normaal. Omdat hij zichzelf goed kan amuseren, klooit of
keet hij zelden met andere honden of met de
eigen soort (wel als clubje jagen). Uitzonderingen bevestigen de regel.
Opvoeding en beweging
Menige aspirant-koper raakt door
het mooitje in vervoering en wil hem voor zijn schoonheid aanschaffen. Echter
de gauw verveelde Finse Spits is geen hond voor
groentjes. Voorkennis, verdieping in het ras, plus de brede voorlichting van de
fokker screenen je geschiktheid. Wanneer de Finse Spits een eentonig leven moet
lijden, je leest het goed, kan hij uit protest onder andere overmatig gaan
blaffen.
Om zijn complexie te ‘temmen’, moet
je beslist finetunen op zijn buitengewoon gevoelige
aard en intuïtie. Dat houdt in: je aan ‘m binden, (de hond maakt integraal deel
uit van het gezin) eerbied en respect tonen, en veel van hem houden. Dan nóg
mag je geen absolute gehoorzaamheid verwachten. Hij is en blijft een
onafhankelijke vrijbuiter vol jachtpassie die niet in een keurslijf
gedwongen wil worden. Maar met liefde en bijna bovenaards geduld
zijn Gedrag & Gehoorzaamheidsdiploma’s bereikbaar. Trainen doe je zonder
druk, in korte sessies, en in wisselende vormen. Het moet vooral leuk en
interessant zijn om mee te doen. Mee uit, jagen, snuffelen, mantrailen, behendigheid,
detectielessen, zweetwerk, pootjebaden (sommigen durven het aan om te zwemmen) en
modderen, langs of voor de fiets draven, en graven naar konijnen en engerlingen
zijn geliefde bezigheden. Hersenkrakers oplossen en overdagdutjes slepen de
Scandinaviër door hete zomers. Bij warm weer volg je voor wandelingen het
tropenrooster. Bij onder nul temperaturen komt de hond tot leven. De Finse Spits kan goed
tegen kou, zelfs tot min 25.
Als uitlaatklep geniet de natuur zijn voorkeur. Het Finse landschap bezit een nauwelijks te beschrijven feeërieke charme. In alle vrijheid gaat de Finse Spits welhaast mystiek in het natuurschoon op. Of jullie nou samen het veld intrekken of bossen bezoeken, hij is virtuoos in het ongezien parallel aan je lopen. De Finse Spits weet perfect waar de baas is. Andersom? De baas vraagt zich regelmatig af waar de hond die zijn neus gebruikt om te jagen, uithangt. De Finse Spits ontgaat niets, hij gaat zelf op onderzoek uit in plaats van wachten tot er iets in zijn vizier komt. Onvermoeibaar volgt de wendbare, hazige haakse hoeken makende jachthond het ingeslagen pad. De Finse Spits is een hond die opgehaald moet worden en niet vanzelf of eenvoudig op commando terugkomt. Het beste wat je kunt doen, is een prettig samenwerkingsverband aangaan met je Finse Spits.
Gezondheid
Patella Luxatie en epilepsie zijn
voorkomende gezondheidsproblemen bij dit ras.
Patella luxatie is een
van de meest voorkomende orthopedische aandoeningen: het van de plaats schieten
van de knieschijf, waarbij deze naast het gootje kan komen te liggen waar hij
in hoort te zitten. Het vaakst komt de incidentele (habituele) vorm voor,
waarbij de knieschijf naar binnen schiet. Men onderscheidt verschil in ernst
(graad) en richting waarin de knieschijf zich verplaatst. Afhankelijk van die
mate wordt vastgesteld of er sprake is van
overgangsklasse dan wel graad 1 t/m 4. Bij de laatste is er sprake van een
voortdurende verplaatsing van de knieschijf waarbij deze niet eens meer op zijn
plaats te krijgen is.
Epilepsie is een aandoening die zich voordoet in een grote
variatie van aanvallen en frequenties. Het is een redelijk vaak voorkomend
neurologisch probleem bij honden. Bij een epileptische aanval vindt een
ontsporing van de elektrische hersenactiviteit plaats. Dit leidt uiteindelijk
tot een soort ontlading in de hersenen. De frequentie van de aanvallen kunnen
variëren tot eens in de zoveel jaar tot enkele weken of zelfs dagen.
Verzorging
Spatsies heeft de attractieve hond niet. De dubbele vacht is eenvoudig in onderhoud. Zonder dat de strijkbout eraan te pas hoeft te komen, zit zelden een haartje verkeerd. Af en toe een keer de borstel door de weelderige waterafstotende vacht volstaat. De Finse Spits met de bontstola is katachtig schoon op zichzelf. Ruwweg een (reu) of twee keer (teef) per jaar voltrekt zich de onontbeerlijke ontbossing: van wollige warme rossigheid tot uitgekleed. Pups vertonen uiterlijke gelijkenis met vossenwelpen: ze worden met donkergrijs/zwart/bruin haar geboren. De definitieve kleur verschijnt pas na vier maanden. De bovenste haren zijn stug (van binnenhonden meest zacht) en in verschillende tinten van bruinrood tot honing. De beharing aan de binnenkant van de oren, op de wangen, kin, borst, buik, benen en de achterkant van de dijbenen en op de staart zijn lichter van kleur. Een gezonde Finse Spits blijft tot op hoge leeftijd actief en goed geconserveerd.
De belangen van de Finse Spits worden behartigd door Scandia, Vereniging van Liefhebbers en Fokkers van Scandinavische Spitshondenrassen.