Valkuilen en
oplossingen bij het alleen thuis blijven
Wellicht ben ik niet de meest aangewezen
persoon om over bovenstaand thema te schrijven. Ik heb er best moeite mee om mijn
hond in zijn uppie achter te laten. Omdat ik het gezellig vind samen op stap te
gaan (daar heb ik de hond voor aangeschaft), en ik al buikpijn krijg bij het
idee dat mijn hond zo verdomd alleen thuis zit, terwijl ik elders iets leuks
aan het doen ben. Van de andere kant: ik heb geleerd van mijn misstappen en
weet hoe het NIET moet.
Samen uit of alleen thuis?
Het alleen blijven heeft naast de
genetische print, het ras en type hond te maken met hoe je het alleen blijven
benadert. Bij mij en mijn honden verliep dat met wisselend succes. Onze thuisblijvende beauty kees vertoefde tijdens ons buitenlands reisje
overdag op het erf en ’s nachts in huis. De buren die hem zouden uitlaten en
voeren kregen de waker met geen stok buiten de plaats. Mijn IJslandse Hond (het
ras staat bekend om de uitzonderlijke verknochtheid aan zijn eigenaar) hadden
we bijgebracht om een ochtend alleen te blijven. We lieten het versloffen en
brachten hem liever naar verwenopa en -oma. We droegen uit dat we het zielig
vonden om hem ‘in de steek te laten’, want zo voelde het. Bij de minste of
geringste aanleiding dat wij zonder hem weg zouden gaan, werd hij paniekerig: help,
ze dirkt zich op, ze gaat zonder mij UIT. Hij werd heel vindingrijk om ons
tegen te houden. De truc met het scheve oor (Och gossie, hij voelt zich vast
niet lekker, we bellen af) werkte: hij is zijn hele leven nooit meer alleen
geweest. Onze evenwichtige Noorse Buhund kwam toen hij bijna twee was uit een kinderrijk
gezin bij ons. Hij was bench getraind en had het volste vertrouwen dat hij niet
aan zijn lot werd overgelaten. Hij was zo relaxed dat als we zeiden dat hij die
sporadische keer niet mee kon, hij bijna nonchalant met zijn poot wuifde van:
jaja, doeidoei, ik zie jullie wel weer. Hij is overigens zelden alleen geweest,
omdat opgevoede honden ‘overal’ welkom zijn. Niettemin bleven hij en wij het
ontspannen gedrag behouden. Onze nieuwkomer, een NBS-meisje willen
we niet verpesten ondanks dat we in de gelukkige omstandigheid verkeren dat we
van thuis uit werken, wat het simpeler maakt dan wanneer je buiten de deur
werkt. We doen kalmpjes aan, maken gebruik van begrenzende kinderhekjes en
oefenen met kleine stapjes wat prima gaat. Het urenlange alleen laten, stellen
we, moet ik eerlijk toegeven, alsmaar uit met een smoesje.
Weggaan
zonder hond
Ontspannen achterblijven is
allesbehalve vanzelfsprekend. Een hond blijft het liefst bij zijn baas. Voor
een hond voelt het tegennatuurlijk om afgesneden te zijn van zijn roedel. Omdat
er genoeg redenen te bedenken vallen waarom een hond weleens alleen thuis moet
blijven, is het zaak je hond langzaam te laten wennen om zonder angst of stress
een paar uurtjes alleen te blijven -
natuurlijk heb je een dogsitter en/of
uitlaatpersoon of -service achter de hand. Een flink aantal honden komt als
herplaatser in het dierenasiel terecht; met pijn in het hart door een werkende
eigenaar afgestaan vanwege buren die weinig begrip opbrachten voor een
blaffende hond.
Beginnersfoutje: Laat
je slechte geweten je niet aanzetten tot vlak voor het weggaan te zenuwpezen, je
hond merkt dit en zal om je heen blijven cirkelen. Hij weet niet wat er staat
te gebeuren en kan er daardoor niet op anticiperen. Om de hond niet te
verontrusten start je met secondenoefeningen, die je uitbreidt naar minuten die
je uiteindelijk oprekt naar een uur. Pas als de hond dat aankan, schroef je het
alleen zijn op naar hooguit vier of vijf uren. Als je langer weg wilt blijven,
zul je welbeschouwd iets anders moeten regelen zodat de hond zijn behoefte niet
te lang moet ophouden. Daarbij: vind je het fair om je hond zolang aan zijn lot
over te laten?
De
voorbereiding
Het is tegenstrijdig en
verwarrend: enerzijds wil je de nieuwkomer (pup of volwassene) aan je binden,
anderzijds moet de hond stabiel en zelfstandig genoeg worden om enkele uurtjes
alleen te blijven. Een hond moet zich eerst geborgen en op zijn gemak voelen in
het huis waar hij of zij mettertijd wat uurtjes alleen gaat verblijven. Laat neurootjes
door de dag heen met ‘rust’: overdreven vaak aanhalen maakt hem onzeker en te
afhankelijk. Door veelvuldig zomaar te knuffelen leer je hem dat hij steeds
jouw bevestiging nodig heeft.
Kan de hond onbekommerd in een
andere kamer verblijven dan waar jij bent, of stalkt je wankele viervoeter je,
of wil je ‘inspecteur’ juist controle houden? Jouw beheerste houding overtuigt
hem dat het heel normaal is dat hij jou wel hoort en ruikt, maar niet ziet. Mag
de deur eventjes dicht zonder dat je hond tegen de deur krabt en accepteert hij
dat jij bijvoorbeeld op de bovenetage bezig bent, terwijl hij beneden wacht? Zo
ja, dan heb je al wat cement om de stap naar tuin, en stoep voor je huis te
maken. Blaft, huilt, sloopt, springt de hond tegen de dichte deur, of ontlast
de hond zich, dan is de hond er nog niet aan toe, en
ga je te snel. (H)erken angstgevoelens en help hem er overheen te komen - lees
er het FEAR-systeem van Jaak Panksepp Hondenmanieren nummer 4 2016 nog eens op
na. Zwicht niet voor dwingend gedrag. Zo interpreteert de hond slechts dat zijn
reactie een doelmatig middel is om jou rechtsomkeert te laten maken.
Het aangeleerde commando ‘Blijf’ is een
uitstekende bouwsteen om je hond op zijn favoriete plekje te laten blijven en
daar te belonen met iets waarmee hij zich een tijdje onbekommerd kan vermaken.
Werk je met veiligheidshekjes om je woning op te splitsen in compartimenten? Ga
eens (met een gesloten hekje voor de geopende deur) voor je woning staan,
terwijl de hond in de hal achter de tralies blijft. Vindt de hond het prima,
trek dan een volgende keer de deur hoorbaar in het slot en fluit voor mijn part
een vrolijk deuntje. Valt dit in goede aarde, wees dan de volgende keer buiten
stil. De volle vuilcontainer aan de weg zetten of de geleegde ophalen via de
brandgang, terwijl je hond in de tuin wacht, of onkruid wieden op de achterom,
terwijl je hond achter de tuinpoort wacht zijn neutrale bezigheden. Je snapt de
bedoeling: oefeningen vermom je als doe-activiteiten die je in een slow tempo
opbouwt. Is de bovenverdieping en/of de slaapkamer verboden terrein voor je
hond, dan weet hij wat het is om solo te zijn. Het vergemakkelijkt het alleen
thuis blijven aanleren, de vraag is echter of ’s nachts en een deel van de dag
zonder gezelschap verblijven wel zo gezellig is.
Fase
2
In plaats van hem simpelweg
achterlaten en hopen dat het goed gaat, start je met regelmatig oefenen. Dat
kan in de auto of binnenshuis. In de auto (denk aan de temperatuur!) kan de
hond om zich heen kijken (en jij ziet hoe hij zich gedraagt), terwijl hij zich
tevens geborgen voelt. Benchtraining in huis doe je niet om de hond te
isoleren, maar hem een prettige plek te bieden in jouw buurt. Je hond moet erop
vertrouwen dat wanneer hij je (even) niet ziet, je altijd terugkomt. De bench
met geopende deur (!), al dan niet met een deken als dak, kan functioneren als
een hol, een toevluchtsoord. De bench een
trainingstool. Het is absoluut niet de bedoeling dat je hond halve of hele
dagen in een krappe bench opgesloten zit!
Gezinsleden maken geen ophef over
weggaan en binnenkomen: het is heel normaal dat ze in- en uitlopen. Dus: geen
scène bij het verlaten van de woning en geen overdreven blij gedoe bij
binnenkomst. ‘Negeer’ de doldrieste begroeting van je hond of zeg kort ‘heej’
zonder hem aan te kijken en doe bijvoorbeeld eerst je jas uit en zet je tas
neer. Pas als de hond na een minuutje gekalmeerd is, geef je hem aandacht. Bied
hem geen lekkertje aan als beloning: a) omdat weggaan en terugkomen normaal is,
en b) zo blijft de hond tijdens je afwezigheid nerveus in de wachtstand.
Je hond bestudeert jou de
godganse dag en hij weet dat mensen heel voorspelbaar zijn in hun gedrag.
Aftershave of een luchtje opspuiten, de boodschappentas pakken, je nette kleren
aandoen, zijn allemaal voortekenen van je naderende tijdelijk afscheid. Bij
honden die moeilijk of (nog) niet alleen kunnen blijven, begint hier de
negatieve spanning en onrust al. Honden voelen wanneer een eigenaar
een slecht geweten heeft omdat hij iets gaat ondernemen zonder hem. Als je er zelf moeite mee hebt om je hond alleen thuis te laten, breng je
die emotie over. Start niet met een uitgebreid afscheidsritueel:
gewoon afmelden en kop op de drempel over. Laat je gevoelens niet blijken en
geef nonchalant een kort vertreksignaal. Dat mag best een aai over de bol al
dan niet vergezeld van een originele afmelding zijn. Zeg liever laconiek iets opbeurends: ‘Zo de baas moet weer gaan werken en
jij mazzelkont, mag uitblazen op de bank’ dan iets beklagenswaardigs. Illustrator
Paul Faassen maakte een komieke tekening van een baas die met zijn rolkoffer in
de hand tegen zijn hond zegt: ‘Nou, ik ben weg, voer staat klaar, water … als
er wat is bel je. Ja?’ Menige hond zal zich belangrijk voelen als je hem een
taak geeft tijdens je afwezigheid: goed op het huis passen!
Een hond heeft een ander tijdsbesef dan de
mens. Als de hond er zo beter mee omgaat, kun je onderscheid maken tussen korte
(ben zo terug) of langere afwezigheid (geniet van de rust).
Stadium
3
Honden die geestelijk en
lichamelijk moe zijn, hebben minder problemen om alleen thuis te blijven. Tot
minimaal een half uur voor je vertrek mag je met je hond bezig zijn. Je wilt
alles behalve een opgedraaide hond wanneer jij het huis verlaat. Honden slapen
gemiddeld 12 - 16 uur per dag. Als je het goed aanpakt, gebruikt hij jouw
afwezigheid graag om uit te rusten. Houd daarom in eerste instantie zijn vaste
rusttijden aan om alleen blijven aan te wennen. Sluit eventueel enkele
binnendeuren. Bepaalde honden voelen zich in de begrensde ruimte minder allenig
dan in een groot huis met lege kamers, plus een waakhond begrijpt dat hij niet
op het hele huis hoeft te passen. Voor andere honden is het juist een
geruststelling dat ze via de (venster)bank uitzicht hebben en je zien gaan en
komen – zij turen in volledige stilte trouw uit het raam. De radio zachtjes aan
of een 24uurskanaal op tv verbreken de stilte en leiden af van bijgeluiden.
Meer en meer honden kijken tegenwoordig televisie - dit
heeft met de veranderde techniek van het beeldscherm te maken. Laat hem achter
met iets van zijn hebberige gading dat geen risico’s met zich meebrengt,
bijvoorbeeld een gevulde Kong - anders
zit jij ergens te stressen of de hond zich niet verslikt. Honden die zeer aan
hun baas hechten, raken het ‘troostkoekje’ niet aan. Pas als de eigenaar er
weer is, wordt er geknabbeld. Blaft je hond wanneer je het huis verlaat? Open
dan niet meteen weer de deur, maar blijf onzichtbaar en laat je eventueel weer
zien als de hond stil is. Weetje: een achtergelaten hond die zijn baas mist,
blaft meestal met een interval, zelden aan een stuk door.
Verlatingsangst
Als je hond laat
merken dat hij zich onprettig voelt door jouw (aanstaande) afwezigheid, dan
komt meteen het woord ‘verlatingsangst’ op de proppen, terwijl er nog twee
andere opties zijn: de hond heeft het simpelweg nooit goed geleerd of hij vertoond
dwingend gedrag. Het gaat immers vooral om het gevoel dat hij hierbij ervaart
(zijn state of mind).
Toont je hond die voorheen goed
alleen kon blijven, plotseling probleemgedrag (janken, blaffen,
onzindelijkheid, sloopgedrag) dan kan er sprake van verlatingsangst
zijn. Ga na wat er anders is dan voorheen. Is je hond
onstabiel geworden na een verhuizing, is de vakantie weer voorbij en is
iedereen weer naar school en aan het werk, door herrie bij de buren, of door
het wegvallen van een soortgenoot of van zijn baas? Is zijn vaste ligplaats
waar hij zich veilig voelt, verplaatst of verdwenen? Informeer (bij) de buren,
een goede communicatie voorkomt geklaag. Zodra je achter de reden bent, los je
de situatie op door van voren af aan het aanleertraject te doorlopen. De
techniek staat voor niets. Gebruik een IP camera om te zien wat je hond
gedurende jouw afwezigheid uitspookt. Het kan verhelderend zijn: menige hond
waarvan men denkt dat hij goed alleen kan blijven, blijkt toch onrustig. Pas na
stresshijgen en ijsberen valt hij in slaap, en de baas maar denken dat de hond
heerlijk in dromenland is geweest.
Hechting
Hondenbezitters die zelf aan
verlatings- en bindingsangst lijden, moeten hun bindingsvermogen kritisch
bekijken: ze hebben niet alleen moeite met om contact met mensen te maken, maar
blijven ook bij hun huisdier op afstand waardoor ze deze geen emotionele
zekerheid kunnen bieden. Een studie van Hongaarse en Duitse onderzoekers laat
zien dat zulke baasjes hun angsten overdragen op de hond. Reageert de hond
zelfs na korte afwezigheid van zijn baas met paniek, plassen of spullen slopen
maken, dan spreek je van extreme verlatingsangst. Samen in therapie voor
mentale hulp is raadzaam. Neem contact op met een specialistisch veterinair
gedragskundige of een deskundige kynologisch gedragstherapeut om de
(on)mogelijkheden door te nemen. Door meer inzicht, een goede opbouw en
misschien zelfs wel met behulp van medicatie, moet het vertrouwen weer
toenemen.