maandag 15 december 2014

TABU


Bij onze vorige fiks, de knapste IJslandse Hond ever spraken we, naar later bleek, de naam verkeerd uit. We hadden een goed excuus: eind tachtigerjaren was er mondjesmaat informatie over IJsland. Bij het IJslands ligt de klemtoon altijd op de eerste lettergreep, en spreek je de letter a uit als au. Katur, dat opgewekt betekent, vertolkt je als Kautūr. Wij hebben uit gewenning vastgehouden aan Kátoer. In het dialect werd het soms verward met kantoer (dat kantoor betekent). Kater werd verstaan door onze zeer slechthorende buurvrouw die zich haar hele leven afvroeg waarom iemand zijn hond naar een poes noemt. En eenmaal werd W. haast in elkaar geramd omdat een bullebak die met zijn Poolse blondine voorbij liep, kuthoer (excusez le mot) verstond.

Wie de titel TABU niet als taboe herkende, is onbekend met het Noors. Net als wij voorheen. Omdat iedereen ziet dat onze huidige Fikkie bijzonder is, wordt er altijd gevraagd naar het ras. Met zijn roepnaam kun je niet fout, wel met de soort, zo bleek. Wij brachten Buhund onder woorden als bu als in U en und als in rund, terwijl het Boehoend moet zijn.

Ook met Skip, in onze ogen de knapste Noorse Buhund, pronken we graag. Behalve bij verdachte figuren die te veel vragen stellen, dan zijn gegevens vrijgeven taboe*. Die mensen schepen we af met een nonchalant: ‘Oh, een bastaard.' Want al kun je de IJslandse Hond en  de Noorse Buhund in hetzelfde rijtje scharen als de prachtige Nederlandse Witte Keeshond … die wordt ook zo’n beetje met uitsterven bedreigd!
*Onder andere door de crisis worden er regelmatig rashonden gestolen voor de illegale broodfok.
Naschrift: de ouwe Skip is gecastreerd dus nutteloos voor de fokkerij.