donderdag 9 april 2015

DENK AAN JE OGEN

Naderhand plakt zijn kop en kraag van de hars.

Iets verbieden, ‘nee zeggen’, is nooit leuk. ‘Nee’ wordt veelvuldig gebruikt uit gemakzucht of gewoonte. Zet je het woord ‘nee’ spaarzaam in, dan heeft het die ene keer dat het echt nodig is des te meer impact.
Ik heb een hekel aan ‘nee verkopen’ omdat ik mijn lieverd van een hond alles gun. Vanzelfsprekend gelden er regels waar hij zich aan moet houden. Maar … je onthouden van het gebruik van een afkeurend woord, activeert je om creatiever te zijn in het bedenken van positieve actie. Omdenken noem je dat.

Skip speelde tegen wil en dank een week voor stadse hond. Hij mocht niet jagen en graven om uit te zonderen dat schurende zandkorrels, prikkend struikgewas of striemende takken de klachten van zijn soepoog verergeren. In plaats van te nee-en als Skip de zoveelste muizen-, mollen-, of konijneningang wil inspecteren zeg ik: ‘Denk aan je ogen’. Hij kijkt er verongelijkt bij, maar het is wonderbaarlijk hoe vlug hij mijn verzoek oppikt. De proefweek is om. Het maakte geen sikkepit uit. Dus van mij mag Skip weer op vol vermogen overal induiken. Maar Skip is het al zo gewend dat hij me nu, voordat hij de bushbush wil ingaan, berustend aankijkt: het zal wel niet mogen hè. Zo zielig, maar wat een blije mus als ik tegenwerp: ‘Het mag, ’t is goed!’ Na luttele minuten de eerste muis. Zijn blije bedremmelde tronie (Skip doodt in een reflex en toont daarna compassie) spreekt boekdelen: oef, ik ben het niet verleerd.