woensdag 18 november 2020

GROENTJE

 

Het begon met pantomime tegen de ruiten: bromvliegen vangen. Pup Pop oefent voortvarend haar niet rasgebonden skills. Merels plukt ze zo uit de lucht. Ze is er zelf verbaasd over dat het haar zo moeiteloos afgaat. Maar wat moet je met de klapwiekende vangst? Ongevraagd is het zwarte verenpak in een zweefmolen belandt. Na het rondzwaaien tolt de onfortuinlijke merel duizelig op de grond. Pop is door het dolle heen: I’m a great white hunter. Ze werpt zich op de merel en rolt er net zolang uitbundig overheen tot-ie plat is. Ze verbetert haar techniek door pieren uit de bodem te halen en die te gebruiken als lokaas. Haar vaardigheid gaat met sprongen vooruit. Mijn schatje vangt het jong en probeert zo de moeder in haar klauwen te krijgen door het arme vogeltje telkens los te laten duikelen. Zij heeft grote lol. Wat kan de natuur soms gruwelijk zijn.

De gedreven jaagster is niet meer te stuiten en promoveert naar muizen. Puur voor de fun. Ook die heeft ze grif te pakken. Ze laat ze expres telkens een beetje ontsnappen om ze vervolgens op te pakken, ermee te slingeren en ze vervolgens op te gooien totdat het beestje van angst/uitputting/letsel hemelt. Ze ontpopt zich als de met een knots meppende Bamm Bamm, de zoon van Barney en Betty Rubbles uit de tekenfilmserie the Flintstones. Van de martelingen wordt ik wee in de maag, maar hoe humaan het ook zou zijn: de prooi zelf omleggen, durft deze zwakkeling niet. Ik weet niet hoe, bovendien wordt bij een halfslachtige poging het beestje nog meer gepijnigd. Hoe leer ik haar om de buit niet eerst barbaars te geselen, maar meteen te doden? Of liever: ze met een zachte beet even schrik aan jagen en daarna weer ongeschonden vrij te laten. Hoe intervenieer ik om de lijkjes afhandig te maken, voordat Popje ze (krakkrak) opeet en ze ’s nachts weer uitkotst. Ooit zal ze afstuderen als volleerd fazantenblaffer. Maar een License to kill hoeft ze van ons niet te behalen.