De kat van onze vorige buren ligt nog vers in het geheugen. Zij nam alle poezenvriendjes door het kattenluikje mee naar binnen. De nietsvermoedende buurvrouw vond, amper thuis van haar werk, een slaapkamer vol gezellig gespin. Tot groot genoegen van mij en Skip was het neveneffect een kat- en kakloze tuin.
Er volgde een nieuwe buurman met een reuzenkater die zo dominant was dat geen enkele kat of poes zich in zijn territorium waagde - zelfs de postbode bezorgde er de post niet meer omdat de kater zijn handen meermaals had verwond. Onze steppetuin was grensgebied en mega in trek als XL kattenbak. Elke ochtend moest ik, een fervent tuinierster, eerst een emmertje vol scheppen met kattendrollen van andermans katten. Gruwel.
De buurman verhuisde. Voor even was het rustig: de oude doch imposante buurtpoes (waar Pop een heilig ontzag voor heeft) waagt zich wel langs ons tuinhek maar is niet meer bij machte om over de muur te klimmen of te springen. En dan vergeet ik bijna nog de kat, die als de keukendeur openstand, eten van het aanrecht en uit de oven/grill haalde.
Deze winter heeft een 'wilde' kater bezit genomen van ons tuinhuis - de deur van het tuinhuis moet op een kier staan om het vocht van de aanhoudende regenval te weren. Niet echt handig als je een hond hebt. Via het 'digitale opsporingsbiljet' in de buurtapp heeft zich niemand als eigenaar van de kater gemeld. Onze woonplaats beschikt niet meer dierenbescherming of asiel dus we zitten als dierenliefhebbers mooi met dat beest opgescheept.
Katten zijn ons te slim af, dat is het gewoon. Net als we aan onszelf hebben toegegeven, dat we de verliezers zijn van dit kat- en muisspel, meldt zich de eigenaar die dezelfde dag zijn zoekgeraakte lieveling komt ophalen. Eind goed, al goed.
Je bent van harte welkom op