Katjesdagen. Op de eerste dag in Augustus na de hondsdagen kleeft er midden op het raam van een doorsnee rijtjeshuis een paarse sticker. In het nachtelijk donker kan ik
nauwelijks ontwaren wat het voorstelt. Skip schraapt heftig zijn nagels op
het trottoir. Zijn nekharen borstelen overeind. Vanwaar die agitatie? In
een opwelling poot hij zijn voorste voeten op de vensterbank en tuurt omhoog. Het
verbaast me dat hij de plakker voor de gesloten zwarte gordijnen ziet zitten.
Nieuwsgierig
geworden wat zijn interesse zo wekt, zet ik een stap naar voren. Als ik boven
ons gedempt gehuil hoor, wordt Skip meteen getackeld door een waslijntje met
roze babykleertjes. In het geveltuintje tegen het baksteenrood zat een zwart
katje met witte sokjes in een spagaat om aan de hond en mijn schoenmaat 38 te
ontkomen. Skip had kat geroken, maar was door het geblèr van de pasgeboren
baby dat uit de slaapkamer op de bovenverdieping kwam - en heel begrijpelijk verward
werd met lamenterend gemiauw - in verwarring gebracht. Ik sneed de aangelijnde Skip de pas af, waarop
het katje in het ernaast gelegen duistere steegje verzwond.
Tip: lees ook de column 'katjeskermis' van 20 augustus over de katjesdagen.