Vannacht is er voor een maand bij elkaar geregend. De paden
in het hondenbos staan blank. Golden Retriever Kimmie met vochtige lokken houdt
het liggen in plassen vanmorgen voor gezien. Volgens haar baas grijpt ze
gewoonlijk iedere poel aan, maar met deze zeeën van water is er geen beginnen
aan.
Skip en ik volgen droge konijnenpaadjes gelegen tussen heuveltjes en schuttersputjes. Stabij Noppes vlucht als een kip zonder kop alle kanten op bij het horen van donderslagen door vuurwerk. Ze is panisch voor geknal. Het is deze decembermaand ook schering en inslag: rotjes voldoen niet meer, het moet hard, harder, hardst. Bommen en granaten, alsof er oorlog heerst. De schotvaste Skip en het vrolijke Tollertje Wiske kunnen de Stabij niet op andere gedachten kan brengen.
Skip en ik volgen droge konijnenpaadjes gelegen tussen heuveltjes en schuttersputjes. Stabij Noppes vlucht als een kip zonder kop alle kanten op bij het horen van donderslagen door vuurwerk. Ze is panisch voor geknal. Het is deze decembermaand ook schering en inslag: rotjes voldoen niet meer, het moet hard, harder, hardst. Bommen en granaten, alsof er oorlog heerst. De schotvaste Skip en het vrolijke Tollertje Wiske kunnen de Stabij niet op andere gedachten kan brengen.
We lopen getweeën verder waar de hond en ik genieten van de
weidsheid en de welhaast lenteachtige temperatuur. Diep in het bos duikt uit het niets een
man voor onze neus op. Hij vraagt: ‘Bent u niet bang, zo allenig in de natuur
waar niemand u ziet en hoort?’ Eh nee, maar nou ú het zo stelt …