De lucht betrekt. Skip had zijn zinnen gezet op langs de Maasoever scharrelen. Ik
geef toe vanwege de gemelde regen. Ik ben niet zo’n fan van de beemden meer
vanwege de onregelmatige keienpaden in combinatie met Skips pootgewrichten.
Plus na het weekendtoerisme en de weidende schaapskudde is het gebied vast een lopend
buffet. Skip is gefrustreerd omdat ik hem geen duimbreed geef. Als Fritske, een
vriendelijk Duitse Herder nadert, mag Skip los. De jonge onstuimigerd krijgt
credits van Skip. Er worden zowaar spelbogen gemaakt, waarna kort wordt geswingd.
Als Fritske te euforisch wordt en op Skips rug belandt, kaffert Skip hem kort uit.
Fritske begrijpt dat hij te ver ging en trekt zich terug. In Skips bek prijkt
een dun plukje witte haren. Hij had zichzelf in de staart gehapsnapt. Als er
ook nog een met hun fietsbel rinkelende colonne fietsers en drie gillende
ambulances, en vijf knetterende scooters voorbijkomen, heeft Skip er tabak van.
Ik wist het. De honden krijgen allebei een koekje. We gaan naar huis en halen
de schade vanmiddag in. Het bleef de hele dag droog trouwens.