Skip moet mee naar de
dierenarts. Hij heeft klachten waarvan we vinden dat die om nadere inspectie
vragen. Leuk vindt Skip het niet. De herinnering aan de laatste keer (het
uitknijpen van zijn overvolle anaalzakjes) ligt nog vers in zijn geheugen. Met
loze beloftes (sorry Skip) lokken we hem de behandelkamer in. Dierenarts Irene
Moors onderzoekt hem uitgebreid terwijl ze lieve woordjes tegen hem fluistert.
Helaas is de
Buhundcataract verergerd - we hadden al gemerkt dat het zicht in de
schemer en het donker verslechterd was. Een puntig knobbeltje wat Skip
irriteerde, wordt zonder verdoving met een mesje opengesneden. Skip houdt zich
kranig en geeft geen kik. Het blijkt vol talg te zitten. Probleem opgelost.
Dan toch weer de anaalzakjes legen: de inhoud is een tissue vol kledder - en dat terwijl hij de afgelopen drie weken
al flinke klodders had geloosd.
Skip vindt dat hij genoeg gegeven heeft. Toch
heeft de dokter nog een buis vol bloed nodig voor onderzoek. Als bloeddonor
blijkt Skip geen gulle gever. Uit de pootprik vloeit druppelsgewijs bloed. Ze
hebben veel meer nodig voor het lab; vampiers zijn het. Uit een groter bloedvat
in zijn nek stroomt het wel eruit. Na de dubbele aderlating, duimen we voor een goed attest.