Pop en Cooper zitten gezellig langs elkaar op de achterbank in de auto. Er is veel gekust en nu staren ze ogenschijnlijk verlegen uit het raam. Of telt Cooper de afslagen en rotondes en probeert hij het geluid van het asfalt te herkennen? 1 2 3 4 5 6 7 ...
Uit welke richting de chauffeur ook aan komt rijden, Cooper weet precies wanneer de laatste kilometer begint. Hij gooit zijn charmante koppie achterover en zet het bekende liedje in. We zullen nooit weten wat zijn geheim is, wel dat hij altijd die laatste kilometer zingt. Wanneer de bus ons vroeger in de winter naar school en terug bracht, zongen wij op de thuisreis steevast: zo gaat die goed, zo gaat die beter, alweer een kilometer.
Pop is moe en Cooper ontwijkt haar moet-dat-nou-blik. Want het is wel de bedoeling dat Pop bijvalt. Ik maan ze allebei vriendelijk tot stilte.
Zijn ze nou beledigd?