Na weken op de heuvel als een
standbeeld zittend posten, uit de tientallen gaten een selectie makend plus
volharding, wordt Pops engelengeduld beloond. Een oranje woelmuis tjoept uit
het uitgekozen gat. Dat alleen is al knap. De woelmuis scharrelt rond het gat.
Pop, nu liggend, staart gebiologeerd naar het beestje: dit is waar ze al die
tijd op gewacht heeft.
De muis verdwijnt weer in het gat en Pop heeft 'm alleen maar geobserveerd.
Niet veel later tjoept de muis weer op het gras. Ik tegen Pop: 'Pak ze! Je bent
een poes.' Er zitten er waarschijnlijk nog 100.000, dus ze raken nooit op. Pop
vangt 'm en en passant meldt zich een tweede (die nieuwsgierig geworden, kwam
kijken waar de ander bleef?) Ook die pakte ze. Nog 99.998 te gaan, als de
muizenkolonie niet aan gezinsuitbreiding doet. De muizen kregen van Pop een
echte begrafenis in het nieuwe stuk tuin: zand erover! Aardig van haar.
Je bent van harte welkom op