Getructe foto
Op een plateau in the middle of nowhere weiden sinds jaar en dag in weer en wind drie paarden. Het moet er
vreselijk saai voor ze zijn, want elk vertier ontbreekt. Geen schuilplek, boom
of struik, slechts een kaal voormalig voetbalveld. Waar amuseert een paard zich
behalve grazen en meelopen met wandelaars de godganse dag mee, vraag ik me weleens
af.
Vandaag zorgt Skip voor vermaak. Honderdduizend keer loopt hij aan de paarden voorbij wat getuigd van totale desinteresse. Als mijn
aandacht een seconde verslapt, wijkt Skip van het pad af en bukt hij onder de
draad door voor verse vijgen. De edele viervoeters die op grasmatlengte
verwijderd, stonden te dromen, komen nieuwsgierig aan gegaloppeerd. Ze houden op gepaste afstand halt en kijken toe hoe Skip zich volstouwt. Miraculeus: waarom
zou iemand in hemelsnaam hun kak eten?
Als Skip volzit, heeft hij pas aandacht voor de
paarden. Hij blaft één volle blaf om de boel op gang te krijgen. De meest
heldhaftige merrie doet een stap naar voren. Skip hoeft slechts twee passen achteruit
te zetten om zich in veiligheid te brengen. Skip zou Skip niet zijn als hij koos
voor de avontuurlijke variant. Hij gast de wei in. De paarden zetten opgevrolijkt
op halve pk’s de achtervolging in. Intussen hebben zich nogal wat wandelaars langs
de kant verzameld. Ramptoerisme, want Skip hoeft maar een hengst van een hoef
te krijgen en hij is kassiewijlen. Maar de paarden en Skip die weet wat hij doet, vinden dit verzetje
veel te leuk. Skip neemt na de sprint de artiestenuitgang en komt via het
bosperceel euforisch zijn applaus in ontvangst nemen. Ook de paarden geven nog een
showtje voor het toegestroomde publiek.
Thuis zoekt de afgepeigerde Skip meteen het
bed op. Veel gehinnik in zijn dromen. Het was me het paardendagje wel.*
*Paardendag
is een dag van zware en lastige arbeid