Spelen moet je leren. Spelende honden en contact hebben met soortgenoten
houden de sociale vaardigheid in stand. Een wildebraspup probeert elke
soortgenoot uit als speelkameraadje. Op weg naar volwassenheid vindt er een
schifting plaats door opgedane ervaringen.
Spelen met wederzijds respect houdt in:
beleefd zijn en de hondenetiquette naleven
vrijelijk ingaan op een spelbuiging of uitnodiging tot spel
de honden zijn elkaars gelijke en wisselen regelmatig van
positie en rang (rollenspel)
ontspannen contact
aanpassen aan elkaars tempo, leeftijd en bouw
de tijd nemen voor een (pit)stop: even op adem komen ... en weer
doorgaan
Laat ze het zelf maar uitzoeken is een veel gebezigde theorie die in de praktijk echt genuanceerder ligt. Verstandige baasjes houden wel degelijk een oogje in het zeil en sturen waar nodig bij.
Een hond speelt pas met een andere hond
mits er aan bepaalde voorwaarden zijn voldaan. Oorzaken kunnen zijn:
Honden spelen alleen met aardige
soortgenoten: vriendjes waarbij zij zich op hun gemak en
veilig voelen.
Bij de doorsneehond ligt het vaak aan het
‘opgedrongen’ speelkameraadje of hij wel of niet speelt. Het is niet
vanzelfsprekend leuk met de hond van een goedbevriende eigenaar.
De hond heeft nooit geleerd om te spelen.
Hij herkent de uitnodiging tot niet.
De hond heeft slechte ervaringen in het
verleden opgedaan.
De hond stoot andere honden af vanwege een
gebrek aan sociale vaardigheden: hij kan bijvoorbeeld zijn opwinding nog niet
regelen.
Oudere honden kunnen minder speels zijn
dan voorheen. Redenen kunnen zijn de gezapigheid die bij de ouderdom hoort,
verminderde mobiliteit of pijn. Met een passende spelmodus kan zelfs een oudje
tot leven komen!
De omgeving leent zich niet voor
ongedwongen spel. Er is geen schuil- of verstopmogelijkheid waardoor de hond
zich onveilig voelt.
De hond haakt voortijdig af omdat de
spelpartner ongewenste manieren heeft of zijn comfortzone niet respecteert.
Er bestaat ongelijkheid: de ene hond zit
vastgeketend, de ander heeft volledige vrijheid.
Honden spelen het fijnst met een
speelkameraadje met dezelfde speltechniek. Het eigen ras of type geniet daarbij
de voorkeur: soort zoekt soort. Vermoedelijk begrijpen ze elkaars intenties en
mimiek optimaal.
Elke individuele hond heeft een speciale manier van spelletjes spelen: de mate van lichamelijk contact, het soort spel, de duur en het tempo ervan, een ruwe of voorzichtige trant. Zo houden Labradors, Boxers, Doggen en aanverwanten vaak van onbehouwen contactsporten. Jachthonden hebben individuele interesses zoals speuren en snuffelen. Herderachtigen integreren hoeden en drijven in hun spel. Poolhonden zien weer graag de eigen comfortzone gerespecteerd en windhonden trekken het liefst sprintjes.