Maanden van voorbereiding. Welke hondenras zullen ze nemen? Wordt
het weer een Labrador of een handzamer formaat; ze worden immers een dagje
ouder. En met welke fokker gaan ze in zee? En opteren ze voor een pup of een
volwassen herplaatsing? Na lang wikken en wegen is de voor de handliggende
keuze: een zwarte Labradorpup. Niets wordt aan het toeval overgelaten. De
ongeboren pup schrijven ze alvast bij hun favoriete hondenschool en ook het
oppasadres is geregeld. Aan werkelijk alles wordt gedacht. Nu het leukste en
moeilijkste: het verzinnen van een passende naam.
Zouden ze hem heel stereotiep vernoemen naar zijn voorganger of
een nieuwe (extravagante) naam bedenken? Iedereen in hun omgeving werd gevraagd
een originele naam te opperen, het internet werd afgestruind en namenboekjes werden
uitgepluisd. Geen moeite was ze teveel om de ultieme naam te vinden.
De pup arriveert en het grote genieten kan beginnen. Tijdens een
blokje om ontmoeten we de trotse eigenaar van een allerschattigst Dropje, stoere
Labby, knap Kooltje, klassiek Moriaantje, of zwarte Pietje? Ik barst van
nieuwsgierigheid als ik lollig vraag: ‘En, hoe heet de kleine roetmop?’ ‘We
hebben hem Sam genoemd,’ klinkt het verliefd. Sam! Van alle denkbare namen,
hebben ze de populairste reuennaam van onze wijk uitgekozen. Handig!