7 april is het internationale Beverdag. Over de hele wereld worden
de dammenbouwertjes met het koddige koppie dan geƫerd. Skip en ik
ontmoetten deze morgen onze eerste bever. (We komen trouwens de laatste tijd
opvallend vaak wilde dieren tegen die je niet in stedelijk gebied zou
verwachten. Genieten!) Windkracht 7. Door de snijdende kou vriezen mijn
handen bijna aan de camera vast. De vistrap verderop is regelmatig verstopt
door een stapel afgeknaagde stammetjes, het werk van bezige beverbeestjes die
we nooit zagen. Tot vandaag dus. In een overloopgebied van de Maas beitelt een
plompe bever aan een wilgenstammetje. Dat shot wil ik per se hebben. Skip wacht
boven op de dijk.
foto: Beaver killer by el champi deviant art
Het radde knaagdiertje met de zwemvliezen tussen zijn tenen is me helaas te rap af. Voordat ik de camera ingesteld heb, is het stammetje al geveld en is de bever in het water verdwenen. Skip mag speuren naar achtergebleven sporen castoreum of bevergeil*. Hij heeft er zin in.
* Castoreum, het uitscheidingsproduct
van bevers kreeg een absurde naam. Heel wat bevers hebben vanwege de naam
bevergeil het loodje moet leggen. Bevers hebben een klier tussen de anus en
geslachtsorganen waarin een donkerbruine harsachtige substantie met een
kenmerkende dierlijke zoete geur en een bittere sterke smaak (vergelijkbaar met
muskus) wordt gevormd. Dit goedje gebruiken ze voor het invetten van hun
vacht. Castoreum werd vroeger veel gebruikt in parfums, vanwege de
hoge prijs is dit tegenwoordig ongebruikelijk. Castoreum wordt wel nog in
alternatieve medicijnen gebruikt om zijn vermeende eigenschappen als afrodisiacum.
In castoreum zit ook salicylzuur, een onderdeel van aspirine,
dat de bever binnenkrijgt door de consumptie van wilgenschors.