Afgelopen zondag berichtte ik over de
Venloop. Een sportief evenement waardoor wij verplicht in de wijk moeten
blijven: het hermetisch afgezette parcours omringt namelijk precies onze buurt.
Eén dag per jaar kan Skip dus niet worden uitgelaten in het bos. We hebben het
er ‘graag’ voor over.
We maken een obligate wandeling over
en beneden langs de dijk (een onveilige route die we bij voorkeur mijden), net
op het moment dat de felgekleurde parade langskomt. Ook dat nog. Skip wil
blijven staan om naar het lange lint van renners, te kijken. Het is onwijs koud
en we dalen gauw af naar het lagergelegen gebied. 1,3 Seconden later horen we overbekend
fel geblaf. Ik kijk om. De schrik slaat ons om het hart. Skip heeft onverwacht
een sprint opgetrokken en is al over de hoge heuvel. Zoveel mutsen op ons hoofd
en een woest waaiende wind waardoor we niet gehoord hadden dat Skip het op een
lopen had gezet; een geluk dat de tweebaanslaan was afgesloten. Behalve de bezemwagen was
er geen gemotoriseerd verkeer. Skip bezag het toegestroomde publiek op een afstandje, besefte dat hij geen
inschrijving had en keerde om. Even had hij van de adrenaline mogen proeven. En: meedoen is belangrijker dan winnen.