Stapelbewolking met daarachter een
kierende laaghangende zon. Feeëriek staan grote parasolzwammen te zonnebaden
als waren zij de Franse Rivièra voor schaduwminnende puntmutsjes. Spinnenwebben
worden vast door een slim kaboutermannetje uitgebaat als hangmatjes. Alleen het
zwembad ontbreekt. Het loopt tegen zevenen. Onder de parasols is het verlaten,
de aardmannetjes moeten naar hun rood-met-witte-stippen-paddenstoelenhuisje
vertrokken zijn om het avondeten te bereiden. Dat komt mooi uit. De verlate
grote parasolzwammen benutten we als bijzettafeltjes voor Skip. Uit een
handjevol parasolzwammen is eenzelfde hapje geknabbeld door reeën. Of hebben dat
kaboutertjes gedaan? Ik kan er niets aan doen: zie ik een paddenstoel dan denk
ik: kabouters. Op elk uitgeklapt dienblad-op-steel leg ik een koekje voor Skip
die trek heeft. Gretig zet hij de smakelijke speurtocht voort. Op een ding
waren we niet bedacht: het zijn er dit jaar honderden zo niet duizenden. En omdat
het er zoveel zijn eet Skip zich tonnetje rond.