Een dreigend luchtruim. We omzeilen de stukken
waar schapen staan. Als ze ons zien, kijken ze slechts een keer op: Oh, zij
zijn het. Hun hond heeft geen interesse in ons. Op hun gemak grazen ze verder. Laatst
schreef ik over lammeren die ons stalkten (zie blog Silence of the lambs).
Vandaag stond er één ooi apart achter een opgeworpen walletje. Het was alsof ze
Skip opwachtte. Hij gebruikt het dijkje namelijk altijd om het veld te
overzien. Met Skip in aantocht, verschijnt ze op de verhoging. Wil hij verder
dan botst hij tegen haar aan. Skip zakt ruim van te voren af om haar te
ontwijken. Ze daalt ook af naar het veld en gaat voor hem staan. Skip zoekt ons
met zijn ogen: Wat moet hij hier nu mee? ‘Kom maar’, wijs ik hem. Skip komt
naar ons toe. De ooi snijdt hem brutaal de pas af. Ze fladdert om onze
wolwitte jongen heen die bewegingsloos blijft staan. Hij wordt verlegen van zoveel aandacht. Ze dirigeert hem achter de rozenbottel en hij laat zich leiden. Heel even is ons het
zicht benomen. Zet ze daar nou haar poten op zijn rug? Skip maakt een
geforceerde spelbuiging en ontkomt zo aan haar. Onthutst speert hij naar ons
toe. De ooi kijkt hem wellustig na. Het ging zo snel. Waren we nou getuige van een aanranding? En is daar een landelijk meldpunt voor?