In het zonnige dal kruist een bonte zigeunerfamilie ons pad. De
mannen voorop spreken een vreemde taal die ik niet thuis kan brengen. Daarachter
volgt het stereotype van een Italiaanse filmmam-ma in fleurige folklore die aan
elke spekkige arm drie uitpuilende tassen meezeult en nog handen over heeft om
op een versgeplukte appel te kauwen. Hekkensluiters zijn twee even grote
plaatjes van jongetjes met ravenzwarte krullen en gebronsde huid op
fietsstepjes. Eén ‘Pietje Bell’ wil mijn Aussi aaien. ‘Ik zal vragen of hij dat
wil’, gooi ik het op een akkoordje. De hond die al doorgelopen was, paaien we
met een koekje dat ik op het opengevouwen kinderhandje leg. ‘Oh, wat is hij
zacht’, klinkt het verwonderd. Ieder gaat daarna zijns weeg. We horen snikken
en draaien ons om. Neefje- of broertjelief wrijft theatraal met knullige
knuistjes de tranen uit zijn olijke kooltjes: ‘Ik had hem ook willen aaien.’
Waar dit onweerstaanbare gezichtje me aan deed denken? Juist, ja: de edelkitsch
reproductie van het volkse schoffie met de biggelende tranen (naar het
schilderij van de Venetiaanse schilder Bruno Amadio). Het kind krijgt
vanzelfsprekend een koekje in het knuistje gestopt. Mijn Australian Shepherd is
zo welwillend om kwispelend te blijven staan, zodat het zigeunerjongetje ‘m
innig kan omhelzen. Het kleine leed is vergeten als de zon doorbreekt op zijn
bolle toet.
donderdag 13 maart 2014
ZIGEUNERJONGETJE
www.kluifje.com by Popfotograaf
Cela den Biesen