Afgelopen zondag zou dan eindelijk de
opening van het nieuwe seizoen beginnen. Er was ons zon en minimaal 20° beloofd. Promises
promises. Onder een dikke sluierlaag begeleidt de harmonie de stoet
communicantjes naar de kerk met een klassiek blijhartig stuk. Er staat een
stevige wind en de sluiertjes en flaphoedjes van de minibruidjes moeten met
kleine meisjeshandjes worden vastgehouden.
De hond en ik slenteren naar beneden. Langs
de rivier is het onverwacht drukkend warm. De zon krijgt weinig kans om door de
onoplosbare flauwe waas te breken. Veel mooiweertypes die al van plan waren om de
dag te plukken, zijn toch op pad gegaan. Hun sjaal en jas hebben ze over de arm
geslagen. Skip die zijn dikke winterpels pas meestal in juni uitdoet, puft en
hijgt en stapt steeds het koude water in om af te koelen. Later in de middag
ontstaan er brede velden schaapjeswolken die neerslag en onweer voorspellen. Voordat we op bedevaart gaan (Skip bezoekt als een ware pelgrim geregeld het zelf gevonden heiligdom. Zie blog GELOVEN 10 april), steek ik uit voorzorg een wegwerpponcho in mijn zak. Ik ben wel niet van suiker, maar: als schaapjeswolken aan de hemel staan, moet je niet zonder plu van
huis gaan.