Het moet een zot gezicht
zijn geweest toen ik uitgleed. Met mijn volle gewicht duvelde ik in de
brandnetels. In een reflex, en om mijn val te breken, omhelsde ik de prikkende
planten met blote armen. Binnen no time was mijn vel rood van de achtergebleven
brandharen. Als kind krabde je je dan wezenloos waardoor de brandharen waaraan
kleine zakjes met het irriterende mierenzuur zitten, breken. Gevolg: bultjes werden
bulten, en de brandende jeuk heviger. Moeders bood soelaas met azijn en
mentholpoeder - elk huishouden heeft zijn favoriete middeltje. Ook het kruid herderstasje
dat altijd in de buurt van brandnetels groeit, kan verlichting bieden. Door
schade en schande ben ik wijs geworden: het beste is de jeuk te voorkomen door krabben
of wrijven achterwege te laten. Dat laatste doe ik en eer ik thuis ben zijn er
slechts rode gevoelloze speldenprikjes zichtbaar.
Waarom ik dit vertel? Omdat
ik me afvroeg of honden bij een aanvaring met brandnetels ook de onaangename
steken, jeuk en bultjes ervaren. Volgens dierenartsen is dat zo. Het verschil
is echter dat ze door hun beschermende beharing en hun dikkere huid minder snel
een reactie krijgen. Zwakke plekken bij de hond zijn de minder behaarde delen zoals
buik, liezen, oksel, binnenkant oren en tussen de voetzooltjes. Is de hond
gestoken, voorkom dat hij gaat krabben. Naast azijn of mentholpoeder dat je
onderweg niet bij de hand hebt, kan een verkoelende duik in het water de brand wegnemen.