Foto: copyright Michel Oehlen fotografie
Blijhartige pup Tess, begiftigd
met steenkolen zwarte pels met een witte T op de borst en bijpassende witte kaplaarsjes,
en niet te vergeten: een suprême lange staart, is van de snuggere soort. Ze krabt zich suf in
haar nek. Desondanks begrijpt haar baas de boodschap niet. Hij veronderstelt
net als de geconsulteerde dierenarts vlooien, maar ook deze treft geen poepjes
op het babyhuidje aan.
Waarvan
krijgt Tess soms de kriebels? Is het overspronggedrag? Heeft ze occasioneel een
stressmomentje en lost ze dit op door krabben? Omdat ze het telkens doet als er
iemand in de buurt is, meen ik te weten wat er schort. Tess mankeert niets. Ik
informeer of ze het halsbandje continu draagt. Dat is zo. ‘Waarom eigenlijk? Lijkt
me toch prettiger zonder?’ vraag ik. ‘Gewoon omdat we het niet afdoen’, is de
logische conclusie van haar baas. ‘Ook niet na het zwemmen als het rode leren bandje
met de traditionele boerenzakdoek eraan vast, nat is? Want dan blijft de huid daaronder
klam.’ ‘Nee’, aldus haar baas. Tien tegen één dat we de krabkwestie hebben nagevlooid:
Tess is een soevereine hond die duidelijk wil maken dat ze a) niet van onnodige
halsversiering houdt en b) het bandje haar irriteert. Haar eigenaar was nooit
op dat idee gekomen. Hij gaat het uitproberen door haar thuis van het bandje te
ontdoen. Wedden dat?