Een hond moet in de ogen van zijn
(toekomstige) baas aan een hoog verwachtingspatroon voldoen. Maar hoe zit dat
nou andersom: wat mag een hond van jou verlangen? Een databank met baasjes om
uit te kiezen.
De altruïst - onbaatzuchtig
individu die zijn hond neemt zoals hij is.
Past bij: evenwichtige hond die
helemaal zichzelf kan zijn.
De africhter - strikte
figuur die geen tegenspraak duldt. Zijn hond moet voor het volle 100 %
gehoorzamen.
Past bij: baasgerichte slaaf die graag
commando’s opvolgt.
De bikkel - stoere vent die
absoluut niet met een klein hondje gezien wil worden - maar stiekem stapeldol is
op de Chihuahua van zijn vriendin.
Past bij: kolossale hond met een klein
hartje.
De bullebak - norse man die
zelf meer ‘blaft’ dan zijn hond.
Past bij: stoïcijnse hond die het
gemopper van zijn baas niet persoonlijk neemt.
De boswachter - wordt
geflankeerd door een jachthond die het niet zo nauw neemt met de tijd. Een
uiterst geduldig buitenmens dat graag in de natuur vertoeft en zijn hond de
vrijheid gunt.
Past bij: avontuurlijke vrijbuiter en
escapist.
De coiffeur - houdt van
frunniken, en vindt uiterlijke schoonheid belangrijker dan het innerlijk.
Past bij: knap showmodel dat heerlijk
met zich laat sollen en graag bewonderd wil worden.
Het
doetje - onzeker iemand die gemakkelijk over zich heen laat lopen.
Past bij: allemansvriendje of goeiige
lobbes van bescheiden formaat die de inspanningen van zijn baas bijzonder
waardeert.
De dogmaticus - vaart wel bij
zijn dagelijkse routine, houdt van ingesleten gewoontes en vastomlijnde plannen.
Past bij: gewoontedier dat graag alles
bij het oude houdt.
De doorloper - sportieveling
die een uitstekende teamgenoot is voor een onvermoeibare hond.
Past bij: actieveling met een hoog
solidariteitsgehalte.
De fokker - verantwoordelijk
persoon die met liefde en verstand hondjes op de wereld zet en er na de geboorte
afstand van kan doen, mits hij een goed thuis voor ze heeft gevonden.
Past bij: een karakteristieke zorgzame
moeder met de juiste genetische kwaliteiten.
De frik - betweter die andere
hondeigenaren gevraagd of ongevraagd onderwijst.
Past bij: onberispelijk exemplaar dat
eeuwig als voorbeeld wordt aangehaald.
De herder - straalt een
natuurlijk evenwicht uit. Hij heeft vaak meer dan één hond, of neemt andere mee:
de perfecte hij of zij voor een uitlaatservice.
Past bij: sociale hond die graag in de
buurt van soortgenoten vertoeft.
De huisgenoot - is een echte
kameraad voor zijn huisdier die hij als een familielid beschouwt.
Past bij: absolute lieverd die een
grenzeloos vertrouwen in zijn baas stelt en voor hem door het vuur gaat. Als
tegenprestatie rekent hij op een ereplaats in de master bedroom.
De huismus - Gezelligheidsdier
dat graag aanspraak heeft. Staat de hele dag klaar om zijn hond van een natje en
droogje te voorzien.
Past bij: schoothondje dat moeilijk
alleen kan zijn en voldoende vertier en uitloop heeft in eigen tuin.
De ideale hondenbezitter -
uitmuntende observator die ruimschoots de tijd voor zijn huisdier neemt en
intuïtief aanvoelt aan welke hondenverlangens hij moet voldoen.
Past bij: de absolute droomhond die is
voorzien van een duidelijke gebruiksaanwijzing plus afstandsbediening, maar zijn
‘grote vriend’ (overal en altijd) uit vrije wil volgt.
De individualist - enkeling die
zichzelf weerspiegelt ziet in zijn hond.
Past bij: eenmanshond
Het
knuffeldier - toont zijn affectie door uitvoerige aaipartijen en
borstelbeurten.
Past bij: lome langharige hond die
tijdens ellenlange massages aangeeft waar hij het liefst gekriebeld wil worden.
Zeer aanhankelijk.
De kunstenmaker - innemende
grapjas die zijn hond graag trucjes bijbrengt.
Past bij: clowneske fikkie met
circusbloed.
Pietje Paniek
- zenuwachtige eigenaar die in elke tegenligger een enge hond ziet die zijn
lieveling wil verslinden.
Past bij: koelbloedige hond die door zijn
rustige houding de baas weet te kalmeren.
De poolhondenfan -
sneeuwliefhebber die idolaat is van wolven en het liefst tussen zo’n roedel zou
willen leven, maar weet dat dit niet tot zijn mogelijkheden behoort.
Past bij: spits- en oertype vanwege
hun eigenzinnigheid en uiterlijke gelijkenis met de wolf.
De rivaal - gul iemand die zijn
hond (verplicht) in de echtelijke sponde tolereert.
Past bij: frisse harmonieuze
persoonlijkheid, beslist zonder leidinggevende aspiraties.
De
underdog - in wezen schuw of onzekere persoon die zijn hond gebruikt
om dapper over te komen.
Past bij: flinke, onverschrokken
(vecht)hond.
De
wederhelft - ziet zijn hond als partner. Is zeer toegeeflijk en heeft een
hoge tolerantiegrens.
Past bij: bezitterig verwend nest die
zijn eigenaar vol overgave claimt.
De zittenblijver -
archetype van gezellig-voor-de-buis, wacht met
uitlaten tot de blaas van zijn hond bijna barst. Maakt er vervolgens geen
probleem van wanneer er een ‘ongelukje’ in huis gebeurt.
Past bij: ongecompliceerde luiwammes
die potentie heeft om een bijzettafeltje te worden.
Zo, nu kun jij de baas spelen.