Het is 6
graden boven een aanvaardbare hondentemperatuur. Voor de mens aangenaam, voor honden met een
bontjas zoals Skip nog te warm. We kiezen voor het meer dan welkome briesje
langs de Steyler Maas. De ganzengroep, gescheiden in twee
helften over het bemeste weiland, staarten met zijn vijftigen waggelend naar de oever. Skip draait
zijn favoriete drie af: poedelen, kluitjes rennen, en graven, niet per se in
die volgorde. Ik verleen af en toe bijstand als de mol voor de zoveelste keer
ontglipt. Skip zwaait allemachtig met zijn krul, de mol geeft niet thuis. Hondenvriendjes
met of zonder pluim passeren kwispelend de revue. Skip gunt zich geen tijd voor
sociale contacten. Galloways die uitslapen onder de eiken bij een
toegangspoortje, zwiepen bij elke voorbijganger hun staart. Geen warm onthaal,
zoals ik dacht. Ze worden geteisterd door vliegen. Terugzwaaien doen ze met hun vleugels, want een staart ontbreekt.