zaterdag 15 augustus 2015

DAN ZWAAIT ER WAT


Het is 6 graden boven een aanvaardbare hondentemperatuur. Voor de mens aangenaam, voor honden met een bontjas zoals Skip nog te warm. We kiezen voor het meer dan welkome briesje langs de Steyler Maas. De ganzengroep, gescheiden in twee helften over het bemeste weiland, staarten met zijn vijftigen waggelend naar de oever. Skip draait zijn favoriete drie af: poedelen, kluitjes rennen, en graven, niet per se in die volgorde. Ik verleen af en toe bijstand als de mol voor de zoveelste keer ontglipt. Skip zwaait allemachtig met zijn krul, de mol geeft niet thuis. Hondenvriendjes met of zonder pluim passeren kwispelend de revue. Skip gunt zich geen tijd voor sociale contacten. Galloways die uitslapen onder de eiken bij een toegangspoortje, zwiepen bij elke voorbijganger hun staart. Geen warm onthaal, zoals ik dacht. Ze worden geteisterd door vliegen. Terugzwaaien doen ze met hun vleugels, want een staart ontbreekt.