September. De Intertoys sintcatalogus valt door de brievenbus. Het bijna spannendste moment in het leven van een gelovig kind. Ik kan me niet herinneren dat we zoiets pakweg 45 jaar geleden al hadden. Ons verlanglijstje dat we pas half november mochten opstellen, bestond uit voor de hand liggend speelgoed, meestal samengesteld onder leiding van slim indoctrinerende ouders. Stoere spullen voor jongens van oudere broers of vriendjes die opgeknapt hergebruikt konden worden en verzorgende zaken voor meisjes zoals een pop of een knuffelbeer. En niks microprocessor gestuurd zoals nu. Het moet gezegd: het mechanische loophondje inclusief kwispelende staart bestond.
De catalogus. Ik dacht uit
nostalgisch oogpunt likkebaardend met een imaginair plastic kinderschaartje
plaatjes uit te knippen van het huidige aanbod innovatief hondenspeelgoed. Wat
blijkt? Voor de jonge hondenliefhebbers kom ik slechts één oude bekende tegen:
het loophondje, in meerdere populaire rasuitvoeringen, dat wel. De
huppelhondjes zoals ze nu heten, kunnen tegenwoordig drinken, salto’s maken,
blaffen, bedelen, en poepen en plassen. Of dat nou een vooruitgang is?