Pop houdt niet van natte winters: soppen in de blubber op ondergelopen bospaden bah. Ook de vochtige kou kan haar niet bekoren en zeker niet de korte dagen. Door de mist bleef het grauw en grijs. Na de wandeling is het vroeg donker. Wat ze moest doen en wat op haar afvinklijstje voor deze dag stond had ze beleefd. Bombardementen, zoals restanten van knallers en cobra's die tot ontploffing worden gebracht, wil ze niet meemaken. Dus vroeg ze: ga je mee naar bed? De traploper zoekt het hogerop en houdt halverwege halt. Ik moet mee, want boven in de speciaal geprepareerde panic room zijn we veilig. Maar voor mij liggen er nog klusjes en klussen te wachten. Ik loop met haar mee, stop haar in (jaja) en zeg dat ik me zo bij haar voeg. Ze knikt: ik warm het bed vast op. Ik denk: was het maar vast zomer.