De zon laat verstek gaan. Een daling van dik tien graden en toch
volstaat een T-shirt. Volgens de weersites blijft het tussen kwart voor drie
en vier uur droog. We zijn niet van suiker en kiezen bewust voor de open vlakte.
Vijf-minuten-buitjes en droge momenten wisselen elkaar af. Skip lanterfantert voorop langs de opkragende kant parallel
aan het kabbelende water; een unicum.
Ongastvrije
struinpaadjes doorweken mijn roze zomerpantalon. De wilde peen oogt als een droogkap, desalniettemin droogt de
plant niet. Mijn mouw en broekspijpen blijven herhaaldelijk haken aan sleedoorn en braam. Skip, telkens omkijkend bij een au, hapert heel attent
tot ik mezelf heb bevrijd. Om de weg naar de siepelende bypass te leiden, gooi ik
kluitjes voor hem uit. Na het buik en poten plodderen, eindigen we met het succesvolle
stramien van brokjes gooien. Domweg gelukkig wipt Skip met een elegante sprong achterin de Yeti.