Kwart voor elf. Vollemaan.
Parelmoeren wolken tegen een decor van pastels. Skip overnacht in de tuin in
het verlengde van de krottige keet die de vos bij gelegenheid bezoekt. Wij
blijven verplicht over in de serre. De occasie vraagt erom; op de
bovenetage (voorzien van plat dak) is het om te ploffen. De avond valt pas rond middernacht als
vleermuisjes uit de spouwmuur van ons optrekje komen. Je bezit meer vee dan je denkt. De tuin is een baaierd voor onbekende invités. Een zwarte kat met witte kniekousen neemt zijn
intrek in de dakgoot van de schuur. Muizen verdringen zich op de
loopplank bij het huis. Rommelende egels in de composthoop. Vogels hebben een 24-uursvergunning.
Het begin van een fonkelnieuwe
dag start met een kwakende moedermerel vanuit de kaalgeplukte kersenboom. Ze is
haar jong kwijt. De kat? W. staat mopperend op om de deuren te sluiten tegen de
herrie. Hij struikelt zowat over het mereljong dat fris en fruitig voor ons bed zit. Hij pakt
hem op en zet hem in de patio op de tuintafel in het zicht van moeders. We
horen daarna slechts een harmonie van hommelgegonzzzz op de veranda. Voor ons was het een aparte ervaring, maar echt slapen doe je niet. Skip snurkte door alles heen, het oerbeest.