Het is even na enen als we in het nabij gelegen kerkdorp in
een weiland het herenclubje ontmoeten. Elke dag wandelen ze rond dezelfde tijd samen
met hun honden, die vanzelfsprekend alle zeven van het mannelijk geslacht zijn.
Een vast groepje wijze mannen die, gezellig keuvelend, de nieuwtjes van die dag
doorneemt, terwijl de honden samen snuffelen. Iedere uitlaatplek kent wel zo’n
clubje. Uitlaten betekent naast hondenpret ook sociaal contact voor de eigenaars.
Terwijl de mannen verder slenteren, blijven de honden trouw bij start wachten. De meute schijnt incompleet. Gehaast komt er nog een
baasje met een bejaard hondje aan drentelen. Ik treuzel een beetje en twijfel of
ik me zal aansluiten. Maar de honden hebben ons al gespot en komen kennismaken.
Ik sta met mijn handen in mijn jaszakken. In hondentaal betekent dat: koekjes! De
lekkerbekken stromen mijn kant op. De rest holt door naar Skip. Staarten gaan
in de lucht, nekharen gaan omhoog en de pikorde wordt snel bepaald. Voor de
groep honden is een nieuwkomer altijd spannend - omdat ze al zolang een roedel vormen, gebeurt er weinig
spectaculairs binnen de eigen groep.