Een huisje-boompje-beestjepaartje heeft net als wij gekozen
voor het kronkelpaadje tussen de varens. Vlak achter hen loopt het snoezigste
pupje ooit. Het is geen pup, maar een asielhond die geschat werd op een
leeftijd van een jaar of vijf. Zelf vinden ze hem het meest overeenkomen met
een kruising tussen een ruwharige Jack Russell en een Chihuahua. In ieder geval
een vruchtbare tuttifrutti, want de bolle ogen en het gedrongen schedeltje van
nep Chi’s is perfect gecorrigeerd.
‘Zeg alstublieft ook wat leuks tegen zijn broertje, als die zo
dadelijk de bocht om komt’, verkneutert het grietje zich al. Als we de worstachige
hond met ballonhoofdje, nijlpaardoortjes en een overbite zien, begrijpen we waarom.
Hij is er bekaaid van afgekomen en zou geen slecht figuur slaan bij de
verkiezing tot ‘Lelijkste Hond’. Het koppel giechelt als ze ons zien
verschieten. Zij kunnen niet verhullen dat de hond derderangs is: ‘Ja, hij
hoorde erbij. Het was een dubbelpakket. De zeer aan elkaar gehechte honden weten door de sterk uiteenlopende
reacties dat er onderscheid wordt gemaakt. Daarom loopt de knapste voorop en
komt zijn vriendje als een duveltje uit een doosje voor het schokeffect. Die
sketch hebben ze zelfbedacht. Hondenhumor, denk ik.’