Soms plaag ik Skip bewust door zijn (roodbruine) voertjes in het groene gras te strooien. Hij is tijdens zo’n zoekactie volledig op zijn neus aangewezen. Want de kleuren rood en groen zijn voor een hond niet te onderscheiden. Op die manier is hij wel een tijdje lekker bezig. Brokjes gooien in zijn nabijheid is vlugger en handiger; hij volgt simpelweg de lob en schat in waar ze neerkomen.
Kleurenblindheid
of daltonisme is een afwijking aan het gezichtsvermogen waardoor men vooral de
kleuren rood en groen niet van elkaar kan onderscheiden. Het is een hardnekkig
fabeltje dat honden alles zwart-wit zien. Ze zien wel degelijk kleuren. Het oog
van een hond bevat staafjes (verantwoordelijk voor de waarneming van
grijstonen) en kegeltjes (voor het zien van kleuren). Waar de mens drie kegeltjes
heeft voor het zien RGB licht, heeft een hond er slechts twee.
Rood ziet een hond dus als groen en omgekeerd. De zoekopdracht om een
brokje of een rood balletje in het gras te vinden, vormt een ultieme uitdaging
voor de hond. Best zichtbare kleur voor een hond is geel. Zijn honden daarom zo
verzot op de gele tennisbal?