We ervaren de luxe van de leegte. In
elk kwadrant van het ruige landschap zijn plukjes schaap neer geplant. Weer
eens wat anders dan zo’n vuilwitte homogene massa. We omzeilen de lamsboutjes
in wording behendig. Niet omdat Skip erachteraan zou gaan -
schaap of lam is not his cup of tea -
gewoon om ze daar stil te laten staan. In uitgestrekte draf volgt Skip een op
hol geslagen konijn dwars door het verbaasde kuddetje. Bedaard keutelen ze
achter hem aan, nieuwsgierig waarom hij straal langs hen heen gaat. Zelfs als Roger
Rabbit, of voor wie wil Bugs
Bunny, en Skip weer hetzelfde traject terug spuiten, zijn de schapen
minder dan lucht voor hem. De schapen verdommen het en doorbreken hun
stilzwijgen. Klagerig eisen ze dat hij hen drijft. Altijd wat te mekkeren die schapen:
het moet niet gekker worden! Skip hoort het niet, die zit honderd meter
verderop met zijn kop in een konijnenhol.