Haren vliegen in het rond. Foto: Diana Cupers.
De zachte winter is krap drie weken bezig of iedereen wil al
vrieskou. Geef mij maar het lentegevoel en gematigde temperaturen. We kunnen
nog lang genoeg geteisterd worden door factoren als sneeuw en ijzel. Het is pas
begin januari, mensen! M. hoorde een imker op de radio verkondigen dat zijn
bijen - die
normaal in november al hun kast ingaan - nog vrolijk rondzoemen. Volgens hem is dat een terechte
indicatie voor een zachte winter. Ik zuig de boodschap in me op: dat soort
nieuwtjes bereiken graag mijn oortjes. Bovendien hebben we voor het eerst dit
jaar winterbanden op de auto laten leggen in de hoop dat het net als met de
tevergeefs meegesjouwde paraplu gaat: als je ‘m bij je hebt, regent het nooit.
Nog zo’n verheugend voorteken. De loze ruimte tussen de
slaapkamer- en buitenmuur herbergt al een tijdje nachtactieve vleermuisjes. We
horen ze in de spouw zich zuchtjes wind toe wuiven. Wanneer ze het echt
benauwd krijgen, verlaten ze hun schuilplaats. In het buitendonker zien we ze
uitvliegen en hun zomerse rondjes in de binnentuin draaien.
Om terug te komen op de aangename warmtegraden. Noorse
Buhund Skip heeft het er met zijn veel te dikke duffelse jas wel moeilijk mee.
Tijdens het rennen, breekt het zweet hem uit, ik voel het aan zijn stomende lijf.
Voor het eerst in negen jaar verlaat zijn onderwol hem in dit jaargetijde. Als
ik hem tijdens de wandeling even aan moet lijnen, trek ik, omdat hij bokkend blijft
staan, de halsband over zijn kop. Het is niet van magerigheid dat de halsband
plots te groot is, door de verloren vacht is zijn volume afgenomen.