Knuffelskip is een vrije geest die
het eenvoudigweg nodig heeft om soms buiten beeld te zijn. Het is een
onzinbewering dat Skip vaak zoek is. Ditmaal is hij in het halfduister een uurtje
ribbedebie. Het woord klinkt grappiger dan het is. Een verslag.
De laatste zomerrestanten in de
uitverkoop. De natuur houdt collectief opruiming, behalve de dopheide die het
paars traditiegetrouw in de nieuwe najaarscollectie heeft. Na dik anderhalf uur
zijn we uitgewandeld. Net voor de zon ondergaat, gunnen we Skip nog een toegift
in de driehoek. Het is een zanderige triangel met konijnenburchten omsloten
door paden. Wij rusten uit op het bankje. Het is leuk om te zien hoe Skip hiphopt.
Als hij het pad over wil steken, dicteer ik: ‘Niet verder, in de driehoek
blijven.’ Hij rent het vak in en uit. De konijnen drijven de zaak steeds op de
spits.
De zon is gezakt en we beginnen af
te koelen. We fluiten onze krulstaart terug die zich allang had moeten melden.
Geen Skip. Verhip, waar hangt hij uit. Heeft hij een konijn gevangen en is hij
bezig het op te peuzelen? Hebben de konijnen hem naar ginder gelokt en is hij
afgedwaald? Het worst case scenario
bewaren we voor later. Na een uur non-stop roepende in de woestijn geen levensteken
van Skip. Net als we besluiten dat een van ons de fiets en een extra gsm gaat
halen, komt de verlossing van een wandelaarster. Skip bevindt zich, ongelogen
waar, in de driehoek. Was hij al die tijd onder onze neus geweest?
Skip, vertikt het om te komen als
W. Skippiet. Hij verkeert in een parallel universum hogere sferen: runners’ high,
het abnormale gevoel dat je mentale drive je lichaam dwingt tot rennen. W. moet
spurten om Skip te vangen en te ketenen. Samen uit en thuis. Niets bijzonders.
Er kan weer een chapiter worden
toegevoegd aan de Skips avonturen.