Noorse Buhund prequel dogtales 18
In onze gemeente worden hoofdzakelijk schapen ingezet om het
openbaar groen natuurvriendelijk te onderhouden. Langs paden en wegen worden
mobiele omheiningen van gevlochten (stroom)draad geplaatst. Binnen deze netten
kunnen de schapen veilig grazen. Op een broeierige middag staan de ooien in de
berm langs het pad waar we altijd lopen. De herder bleek met zijn kudde aan de
wandel. Aangezien Skip schapen compleet negeert, verwachtte ik geen problemen. Toen
we aan de omvangrijke kudde voorbij moesten, snelde Skip er schichtig en met
een grote boog om heen. Het waren toch wel héél veel wollige dames!
Ik stuurde hem, al roepende, richting de ingang van een
nabij gelegen wei. Hier was een waadplaats ontstaan door de overvloedige regen
van de afgelopen tijd. Daar zou hij zijn dorst kunnen lessen. Naast de toegangspoort
stonden nu echter zwarte kunststoffen cementkuipen die dienst deden als drinkwatervoorziening
voor de schapen. Helaas zag Skip de verplaatsbare afrastering niet. Terwijl hij
vooroverboog om te drinken bleef zijn kop in het net waar stroom op stond,
steken. Hij gaf een enorme hoge gil, raakte in een stroomversnelling en hinkte
met verkrampte poten in blinde paniek naar een flink eind verderop waar hij
kermend tegen een muur bleef liggen. Het leek wel of er in plaats van
zwakstroom, 220V op stond. Ik ben later teruggegaan en heb de herder erover
aangesproken en heb tevens zelf aan de draad gevoeld; meer dan een onaangename
schok kreeg ik niet. Een hond moet dit anders en als zeer pijnlijk ervaren want
Skip is niet gauw uit het veld geslagen.
Enfin, zolang de dekbedjes er nog graasden wilde Skip
absoluut niet meer die kant uit. Zodra hij ze maar rook zette hij de handrem erop.
Dit werkte zo niet. Ik heb eerst afgewacht tot zij ergens anders gestald
werden. Daarna met een heftig tegenstribbelende hond aan de lijn, geprobeerd
langs de achtergebleven stroomloze draad te lopen. Geen gezeur en niets aan de
hand: je bent toch een flinke Vikinghond! Ik pakte de draad steeds vast om te
laten zien dat het veilig is. Het heeft zeker
anderhalve maand geduurd voordat het voorval compleet uit zijn systeem verdween
en hij er weer op zijn gemak liep.
Onverwacht bleek de schokkende ervaring van Skip een
pluspunt. Toen hij onlangs blindelings achter een haas aan schoot - die
uit angst de weg overstak -
heb ik zijn gil ‘AUWWAUWWAUW’ nagebootst en als noodkreet geschreeuwd. Het
werkte! Hij kwam abrupt tot stilstand en draaide zich direct om en rende met haastige spoed naar me toe. Ik had mezelf
intussen met een van schijnpijn vertrokken gezicht en quasi kreunend, theatraal
op de grond geworpen. Skip ging naast me zitten en likte toegewijd mijn
gezicht. Ik stamelde brav hund en
krabbelde, zogenaamd dankzij zijn reddingsactie, weer overeind. Ook de
angsthaas ontsnapte die dag
ternauwernood al zigzaggend tussen het rijdende verkeer door. Ik besef terdege
dat we die dag allemaal het haasje hadden kunnen zijn.