Regelmatig zie je ze hangen: opsporingsbiljetten met vermiste katten en sporadisch een vermiste hond. Wat de eigenaar in redelijk wat gevallen verzuimt, is wanneer het huisdier weer veilig in zijn of haar armen spint of snurkt, een teruggevonden notitie plaatsen. Dit zou verplicht gesteld moeten worden. Ten eerste weet je niet of het nog een actuele vermissing betreft. Punt twee is dat je je oprecht zorgen hebt gemaakt, mee hebt geleefd, wie weet zelfs mee hebt gezocht en de afloop onbekend blijft. Best een beetje ondankbaar, toch?
Zo bevolkt jachthond Fode nog geregeld mijn bovenkamertje. In het kort: hond en eigenaar raken elkaar in een Brabants bos kwijt. Hond keert terug naar de parkeerplaats terwijl de eigenaar net naar hem op zoek is, hond wordt door een onbekende meegenomen. De vinder meldt dit niet bij de bedoelde instanties, maar houdt de hond zelf – hoe wreed kan iemand zijn! De radeloze liefhebbende eigenaren zoeken stad en land af zonder resultaat.
Drie jaar later, onvoorstelbaar maar waar gebeurd, meldt zich een dierenarts uit een ander deel van het land zich bij hem. De gechipte Fode is bij hem op het spreekuur. De eigenaren zijn uitzinnig van vreugde dat hun hond terecht is. Het mysterie is opgelost, maar de ellende krijgt een staartje. De nieuwe baas wil Fode namelijk niet teruggeven.
Er komt een rechtszaak. De oorspronkelijke eigenaars willen hun hond terug, maar de huidige eigenaar wil de hond niet meer afstaan. Een vreselijk dilemma. Het ergste is dat twee weken nadat je hond is kwijtgeraakt de wettelijke termijn van het eigenaarschap is verstreken. De vinder mag zich vanaf dan de nieuwe eigenaar noemen. Geen eind goed, al goed. Hoe het met vondeling Fode afliep is mij onbekend.
uit de bundel: Kluif (2013) door Cela den Biesen