We kijken uit op een verstild
vergezicht: het heeft qua heftigheid potentie voor een schilderij van van Gogh:
in rust hangende korenhalmen met op de voorgrond vervoering in zuringrood en koolzaadgeel.
De belendende bleke pas gemaaide akker zit, hoe toepasselijk, stampvol zaad pikkende
kraaien.
Een van de drie klaphekjes in het
natuurgebied knalt dicht. Voor Skip het sein om zich te melden. Skip rapporteert.
Of course. Alleen … een onbekend iemand gebruikte die uitgang. Wij staan te
genieten aan de overzijde bij het poortje waar we het terrein normaal gesproken
verlaten. Om het zorgvuldige opgebouwde ritueel niet te verstoren, hurry ik naar het bewuste klaphekje. Te
laat. De klap komt hard aan. Gedesillusioneerd kijkt Skip zoekend rond. Ik
excuseer me door hem twee in plaats van één meldkoekjes te geven: hopelijk is
onze afspraak niet naar de mallemoer?
NB Het poortjesprogramma is onaangetast.