vrijdag 31 oktober 2014

SPITSUUR


Skip graaft onder aan de schuining van de dijk. Hij is geconcentreerd bezig. Andere honden blijven onopgemerkt. Toch kijkt hij op als er gefietsbeld wordt of als een langs scherende brommer te lawaaiig is. Gepokt en gemazeld kan ik onderscheid maken tussen de graafmethodes naar mol, muis of konijn. Vandaag staat dubbel muis op het menu. Dat is een beetje mijn schuld, vrees ik. Om een frontale foto te maken, moet ik voor Skip gaan staan. Mijn voetstappen bewegen twee muizen naar buiten. Het voorgerecht rent in de opengesperde muil van Skip, het toetje houdt Skip met zijn rechtervoorpoot tegen. Waar Skip totaal geen weet van heeft, is dat hij met zijn gespierde achterpoten een uit de klei gekropen pad plet.

Een rubberachtig amfibie met bungelende billen waaruit van alles gulpt dat binnenin behoort, is allesbehalve een prettig gezicht. Ik zal hem uit zijn lijden moet verlossen. Ondanks dat ik hem zo pijn bespaar, vind ik het moeilijk. Ik loop een forse wandelaar tegemoet voor hulp. Een krasse kraai ontslaat hem en mij van een moeilijke stap.





donderdag 30 oktober 2014

RESERVAAT


De uiterwaarden kun je best betitelen als een reservaat. Je komt er veelal dezelfde honden, eigenaars en wilde dieren tegen. Alleen de overvliegende vogels veranderen van bestemming.

In het wateropvangbekken huist de haas. Bij het haventje voor plezierjachten staan ganzen hun plek niet meer af. Meeuwen overzien het gebied vanaf de vaste bakens buiten de vaargeul. Tussen inham en Katurs eiland leven wezels. Langs het pad ligt een levenloze. Een dood dier went nooit, ik kan hem nu wel van dichtbij bezichtigen. In het weiland wonen padden en muizen zij aan zij naast buurman mol. Skip verkent het gebied graag. Bing buurt bij Skip. Kennisje Katja krijgt de gekke vijf minuten. In de populieren op Joops paadje wisselen kraaien en eksters elkaar af. Bij de Labradortroep is het Zwaan kleef aan. Fritske de Duitse Herder sloot zich zonder zijn baas te vragen aan. De konijnen houden zich op de hobbelige oever tussen het verschoten riet gedeisd tot alle ochtendwandelaars thuis aan het ontbijt zitten.

Bing biedt zijn hulp aan bij Skip

Ganzen voeren

Skip zoekt verdieping naast Joops paadje

Katja kuurt zich uit

meeuwen uitkijkpost

wezel met gaatje in zijn kop (van een roofvogel?)

V van vrijheid

woensdag 29 oktober 2014

ZENDINGSDRANG



Op de parkeerplaats bewonderden we de pup van kersverse hondenouders. We quatschsten wat. Skip en pup huppelden rond. De vrouw keek op haar horloge: ‘Oeps, de tijd is om. Jammer we hadden nog wat willen wandelen.’ ‘Ik dacht dat jullie tegelijk met ons aankwamen’, waren mijn woorden. ‘Dat klopt’, zei de vrouw, ‘maar een pup mag maar vijf minuten wandelen volgens de boeken.’ Ze laadden de pup weer in de auto en reden weg. Ons verbouwereerd achterlatend. Zendingsdrang kriebelde en kreeg niet de kans.

Voor de visvijver stond een jongeman in een grijze jekker met een werpstok in zijn handen. Van bovenaf de berg stortte zijn jonge Duitse Herder met de bal in zijn bek naar beneden. Dat spelletje speelden ze een kwartier later nog, zagen we vanaf de bovenkant. Het is navrant dat de eigenaar onbekend is met de fatale combinatie jonge grote hond/werpstok/heupdysplasie. Zendingsdrang borrelde onderhuids. Hij leek me geen persoon waar je mee van gedachten kon wisselen.

Skip groef langs de oever, ik leunde tegen de omgevallen boomstam ernaast. Een guitige kruising Labrador/Stafford/Whippet van een half jaar schoot Skip ongevraagd te hulp. The jumpy dog met een half zwarte half witte kop luisterde perfect naar zijn bazinnetje toen ze hem maande; ‘Hé, waar zijn je manieren! Eerst vragen of je mee mag helpen.’ Hij stopte, ging zitten en keek Skip met een schattig schuin koppie vragend aan. Die vond het meer dan oké: met twee graven gaat dubbel zo diep. Nadat ze hun neus in China hadden laten zien, liepen we samen een eind op. Wat gaan hond en eigenaresse naturel en speels met elkaar om. Zendingsdrang is hier totaal overbodig.

dinsdag 28 oktober 2014

WATERDICHTE SCHOENEN

Natte voeten

Vroeger was alles beter. Een veel gehoorde uitspraak waar ik het niet mee eens ben. Tegenwoordig zijn veel dingen van een hoger niveau. De techniek staat voor niets. Er is alleen een overaanbod.

Dat geldt niet voor de keuze in lichtgewicht waterdichte damesschoenen/laarzen. Wil je een waterproof dameswandelschoen, dan ben je vaak een fortuin kwijt. Als je mazzel hebt, zijn ze pas na het natte seizoen zo lek als een mandje. In de guldentijd was mijn favoriete merk Rockport met Gore-Tex. Ik kan me herinneren dat het laatste paar fl. 450 kostte, maar je liep jarenlang met droge voeten en supercomfortabel. Daarbij waren het elegante modellen. Rockport voor dames is niet meer verkrijgbaar in Nederland, dus week ik uit naar andere merken voorzien van een waterdicht membraam.

Ik kan zo een rijtje opsommen van merken die pretenderen waterdicht te zijn, maar het niet waarmaken. Amper een jaar geleden kocht ik Ecco booties met Gore-Tex. Eerdere aankopen van dat merk hielden het twee winters vol. Na één keer door het weiland, gingen deze retour winkel. Na veel vijven en zessen kreeg ik een vervangend paar dat tot hedenochtend waterdicht was, terwijl ik ze alleen tijdens het hondwandelen draag. Ook Ecco is niet meer wat het geweest is. De techniek staat voor niks. Precies.

Heb jij goede ervaringen met een bepaald merk/type waterdichte damesschoen/laars voor de smalle leest, stuur dan een berichtje naar drogevoeten@kluifje.com

Uitkomst: merken beloven veel, maar in de praktijk blijkt dat leren waterdichte schoenen met een membraan het slechts een seizoen volhouden. Ook de dure! De beste manier om droge voeten te houden is de ouderwetse rubberen laars (al dan niet in een modern jasje met comfortabele inlegzool) met voor de koude dagen een warme voering.

Mijn nieuwe kangaroos moeten nog getest worden. NB So far so good.

maandag 27 oktober 2014

MÖVENPICK


Wij gaan niet ver. Skip strandt over de dijk meteen op de nu eentonige vlakte. Het is Oktober Mollenmaand. Terwijl Skip hoopvol graaft, volg ik de vogeltrek aan een klassiek vliegenblauwe lucht. Opgewonden gekakel in alle toonaarden. Voor de vogels is het een reünie. Conversaties gaan over: waar ben jij geweest, hoelang, hoe was het daar, zijn er nog meer, waar ga je nu naar toe, en sluit je bij ons aan.

De vangst is nul. Geen mollen, dus ook geen kruisen op Skips conto. We koersen naar het water waar hij het zand van zijn poten en uit zijn bek kan spoelen. Vijf krijsende meeuwen vallen ons in een duizelingwekkend tempo aan. Eentje pikt er in mijn schedel. MÖVENPICK! Wat maakt hen zo van streek? Als het er slechts één was geweest, had ik ‘m nog voor verziend kunnen verslijten. Hebben ze trek en zijn ze boos dat ik ze niet voer? Skip blaft ze weg en ik weer ze van ons af met een lange zwaaiende tak. Skip moet er meermaals achteraan. Hij volhardt totdat ze eindelijk wijken. Mijn held!

zondag 26 oktober 2014

WINTERTIJD




Vannacht ging de wintertijd in. Niet vergeten de klok een uurtje terug te zetten! Sssst. Skip pakt de bonus.

zaterdag 25 oktober 2014

SCHERTSVERTONING


M. en ik bekijken de schertsvertoning met stijgende verbazing. De laatste vier ochtenden post een wild konijn midden op het bospad: je kan er niet omheen. Onze honden wel: als de neus overuren draait, is het gezichtsvermogen praktisch nihil. Het is geen porem als je ze voorbij ziet scheuren, zonder iets in de gaten te hebben. Het konijn op het pad wacht relaxed in het voorland van zijn burcht, terwijl de rebellen maniakaal het bosvak ertegenover doorzoeken. Of het konijn een handlanger heeft die hen daar bezighoudt, is giswerk. De wildkleur is met het blote oog niet onderscheidend genoeg.

Eigenaardig: naïef of levensmoe lijkt het konijn op het bospad niet. Hij heeft alles onder controle, schijnt het. Is het minachting voor de belabberde jachtcapaciteiten van onze honden? En wil hij als onbezoldigd trainer de handicap van onze ‘jagers’ verbeteren? Een tikkeltje spannend moet elk leven zijn, anders is de jeu er zo af. De rebellen volgen een opgepikt spoor steevast kriskras, zonder dat er progressie inzit. De vogel is allang gevlogen, voordat zij eindelijk bij een konijnenpijp belanden. Zo wordt het nooit een gelijkwaardig competitieve wedstrijd waarin konijnen en honden wedijveren wie het snelst de afstand naar het hol overbrugd.
Het is aannemelijk dat het konijn zich superieur voelt en niets beters te doen heeft. Hij vindt het gewoon leuk om als konijn een meute honden de loef af te steken. Gelijk heeft-ie!

vrijdag 24 oktober 2014

SAMSKIP


Skip kwam per toeval aan zijn naam. Zijn toenmalige eigenaars hadden alle namen al de revue laten passeren. De beslissing viel in de file waar een truck van het wereldwijde (toen IJslandse, nu Nederlandse) containerconcern SAMSKIP langsreed. De kinderen mochten stemmen: wordt het Sam of Skip. De uitslag is bekend.

Wat voor betekenissen kent de naam Skip onder andere?
Skip is van origine een Oud Noors woord
Noors voor schip
Engels voor touwtjespringen
Engels voor overslaan
Engels voor huppelen
Engels voor een grote open afvalcontainer
Bijnaam en afkorting van Skipper, dat Amerikaans is voor kapitein
Aanduiding voor de functie waarmee delen van audio- of video-opnames kunnen worden overgeslagen
Benaming van een bak aan een kabel waarmee kool of erts door een schacht vervoerd wordt
Australische term voor Anglo-Celtic Australians genoemd naar de tv serie Skippy the Bush Kangaroo
Een van de posities bij de curling sport
Een muziek interval in notenschrift
Een radiosignaal
Een merk pindakaas
Afkorting voor een gen
Skip is de naam van de Jack Russell in de film: My dog Skip


Onze hond Skip is net zo veelzijdig als zijn toepasselijke naam. Wie had ooit kunnen bevroeden dat hij later net zo’n springtalent zou ontwikkelen als kangoeroe Skippy.

donderdag 23 oktober 2014

WAAROM JAAGT MIJN HOND?

born to run

De stelling: wie was er eerder, de kip of het ei? Heeft door de eeuwen heen al heel wat hoofdbrekens gekost. En de wetenschap is er nog niet over uit. Datzelfde geldt voor Skip. De wegloper kwam pas bij ons wonen toen hij bijna twee was. Zou de Noorse Buhund, indien hij als pup bij ons was gekomen, ook gejaagd hebben? Want wij zouden dat in beginsel al niet hebben toegestaan. Een soort kip-of-het-eivraag: is jagen aangeleerd of zit het in de genen? Kan je een jagende hond het jagen afleren en een hond die niet geïnteresseerd is in jagen, dat bijbrengen?

op dreef

Elke hond kan een jager worden. Honden vinden het heerlijk om te rennen. Worden ze daarbij getriggerd door een ‘wegvluchtend’ dier, mens, of vervoermiddel, dan zullen ze (uitzonderingen daargelaten) instinctief de achtervolging inzetten. Was deze actie, in wat voor opzicht ook, succesvol, dan krijgt de hond hier een adrenalinekik van. Doet zo een situatie zich weer voor, dan zal de hond het gedrag maar wat graag willen herhalen.

(af)remmen

(Na)jagen is dus zelfbelonend gedrag. Het is in aanleg aanwezig en kan doordat de hond regelmatig de vrijheid krijgt om zijn gang te gaan, uitvergroot worden. Wil je niet dat jouw hond een passionele jachtdrift ontwikkelt, of ongeoorloofd de achtervolging inzet, dan zul je dit (uit veiligheidsoverwegingen) voor moeten zijn of inperken. Dat kan met gehoorzaamheidstraining, jachtcursus, respect bijbrengen voor dieren (en alles wat beweegt), het vermijden van prikkels die aanzetten tot achtervolgen, en vooral jezelf het aller-interessantst maken. Dat klinkt eenvoudig, maar dat is het niet. Bepaal daarom als eigenaar vanaf dag één of je zulk gedrag wilt toestaan. NB Een jachthond doe je te kort indien je hem zijn oorspronkelijke taak waarvoor hij geboren is, onthoudt. 

born to hunt

woensdag 22 oktober 2014

VREEMDGANGER


Voordat we vertrekken, sla ik extra koekjes in. Ik heb zo’n zwaar vermoeden dat Bagno en Spider er vanmorgen ook zijn. Dat klopt. Met zijn vijven sjezen ze naar het grote veld. Het regenfront splitst zich boven onze woonplaats. De regenjas kan worden open geritst. Ik vertel M. het relaas van gisteren*. Zij stond versteld dat Skip was vreemdgegaan. ‘Hij heeft het gisteravond wel goedgemaakt’, is mijn kanttekening. ‘De halve nacht lag hij in bed tussen ons in, met één pootje op de baas zijn schouder en zijn kopje op mijn arm.’

Bagno pendelt tussen de rebellen en ons, luistervinkt en laat zich inspireren. Als Skip met een dergelijke stunt niet uit de gratie is geraakt, durft hij het er best op te wagen. Terwijl zijn baas richting Duitsland loopt, verkiest hij onze honden boven hem en Spider. De baas moppert dat dit komt doordat we Bagno koekjes voeren, maar daarvoor hebben de vier het te druk. Hij wandelt zijn tracé, wij het onze. De eerlijkheid noopt mij te melden, dat Skip regelmatig bij me incheckt.

Op voorspelbare wijze vlechten we weer samen bij de auto. Bagno wil bij ons instappen. Zijn baas loopt rood aan. ‘Hier komen! Nu!’ klinkt het halfgemeend. M. en ik gieren het uit wanneer Bagno bij mijn bestuurdersportier blijft staan. ‘Nu!’ meesmuilt zijn baas. Als een misdadiger naar het schavot beweegt Bagno zich met hangend hoofd en tergend trage tred. ‘Zullen we?’ stoot ik M. aan terwijl ik een koekje omhooghoudt. ‘Nah, hij is al genoeg op stang gejaagd.’ We vegen de lachtranen van onze wangen. Pas als wij wegrijden, neemt de vreemdganger achterin plaats in de zilvergrijze Mazda van de baas. 
*zie inruilwaarde 21-10


dinsdag 21 oktober 2014

INRUILWAARDE


Langs een paar hectare die bloot liggen, begint de oevervegetatie die voornamelijk bestaat uit een langgerekt bramengebergte. Skip schiet een olifantenpaadje in dat leidt naar het water. Wij interpreteren dat als ‘hij gaat even wat drinken’. Het is bovengemiddeld warm voor oktober. Omdat hij niet meteen terugkomt, gaan we ervan uit dat hij is doorgelopen. Dat doet de struiner geregeld. Ik roep zoals zo vaak: ‘Loop maar evenwijdig mee.’ We blijven fluiten, zodat Skip ons kan lokaliseren. Bij de inham waar we ons dan zouden moeten treffen, komt Skip niet opdagen. W. neemt het afgelegde traject en ik loop de benedenroute om Skip te zoeken. We krijgen het er nog warmer door.

Aan de waterkant in het verlengde van het olifantenpaadje voert een flikflooiend paartje elkaar … en Skip. Een romantisch plaatje tijdens een hete herfst. Onze hond was helemaal niet zijn dorst gaan lessen, maar had zichzelf uitgenodigd op de picknick. Genoeglijk zat hij tussen het stel begintwintigers in. Skip die vreemden argwaant, had zich laten inpalmen door huzarensalade, koude kip en stokbrood. Onze lage inruilwaarde was moeilijk te verkroppen: ingewisseld worden voor een koud buffet. Skip had vier smoesjes klaar: door de harde wind had hij ons niet gehoord, de hapjes waren nog niet op, met volle mond blaffen is niet netjes, en de jongen had hem, met een streng die hij aan de halsband had geknoopt, vast. Alleen dat laatste was voor ons een geldig argument.

maandag 20 oktober 2014

IN DE KIJKERD

Het trekken van gekke gezichten naar de fotograaf heeft een lange geschiedenis, aldus Mark Moorman (PS31 13-9-2014 gevonden foto). Kinderen zijn er meesters in, maar er zijn genoeg volwassenen die hyperzelfbewust worden van een camera voor hun neus en de grimas als enige mogelijke uitweg zien.
De grimas maakt ons weer kind. Het geeft de fotograaf de gelegenheid om achter het zorgvuldig beschermde beeld van controle, volwassenheid en status te kijken. Of je hebt gewoon geen zin om als je blote zelf te kakken gezet te worden natuurlijk.

Honden hebben daar hun eigen kijk op. Camera-aandacht is eng. Hoe vaak zie je honden op een foto niet wegkijken. Rechtstreeks het ‘grote boze oog’ op hen richten, is heel bedreigend voor honden. Door weg te kijken en oogcontact te vermijden, proberen honden juist om confrontaties te voorkomen of te stoppen. Dus hoe meer je een hond recht aankijkt, hoe meer je die hond dwingt om weg te kijken. Vaak zal de hond tegelijk zijn lichaam afwenden, zodat hij met zijn schouders schuin naar je toestaat. Ook die zijdelingse lichaamshouding is bedoeld om de ander te kalmeren. Op die manier zorgen honden ervoor dat ze goed met elkaar en met ons omgaan.

Een goede vertrouwensband, attentie, interessantdoenerij, gekke geluiden en lekkers zijn vereisten om je hond recht in de lens te laten kijken.


zaterdag 18 oktober 2014

WILDMENU


Recht tegenover ons huis woont overbuurman M. met zijn leuke jonge gezin. Horecatycoon M. zwaait de scepter over de keuken van D’Heeren van Baerlo. In de ogen van Skip is hij een God. Hij kent het geluid van zijn bedrijfswagen en weet exact hoe laat hij op pappadag zijn Friese Stabij Sammie uitlaat. Wanneer M. van zijn werk thuiskomt, wacht zijn hond hem blij kwispelend op, ongeacht het tijdstip. Simultaan zwaait Skip op nr. 71 net zo hard mee. Je kunt dat met een korreltje zout nemen, maar het geeft duidelijk aan hoe dol Skip op M. is. Dat heeft alles te maken met het beroep van M.: chef-kok. En laat eten nou net Skips passie zijn. Wildzwijn, zalm, eendenborst, het gaat erin als koek. Vandaag trakteerde M. door een ongelukje bij het uitserveren beide honden op reerug. Bofferds zijn het. 
Wil jij net zo smullen van wild (en andere lekkernijen) als Sammie en Skip? Dineer dan bij een van de locaties www.deheerenvanbaerlo.nl.


vrijdag 17 oktober 2014

VAN A NAAR B


De hele nacht heeft het geregend. Weer of geen weer, er is altijd iets loos in het hondenbos. Ingesleten groeven rond bramenstruiken. Niet van konijnen, die zijn smaller, maar door buitensporig gebruik van onze rebellen. De routine zit er vanmorgen goed in. Voorwaarts gaat het van A naar B naar C naar … je vat het. Cruzer maakt twee keer een koprol, Byker heeft last van darmkrampen (als ze gepoept heeft, is het over) en het konijn loopt ons, oeps, voor de voeten. Skip gaat tekeer uit onmacht: het konijn blijft veilig in het hol.

Op het snijpunt van een vatenstelsel van verregende paden klonten de rebellen weer samen. Het is bijna half elf en Skip gaat in de spaarstand. Dit is het moment om op te breken. Byker en Skip vinden het prima. Cruzer scheert langs ons het hangarbos in. Skip hapert, gaat zitten. Hij wil zijn vriendin niet achterlaten. ‘Als wij in beweging komen, volgt Cruzer vanzelf’, legt M. uit. Skip is niet overtuigd. Ik laat hem voor deze ene keer los om Cruzer op te halen. Een foute inschatting.

Het komt erop neer dat ik, met gevaar voor eigen leven, de bramenheuvel betreedt om de twee, die oenig in het hart verkeren, te ontzetten. Hoe moeten ze er anders uit komen, ahum. ‘Jullie zijn er toch ook ingegaan? Dan nemen jullie toch dezelfde weg terug?’ luidt ons commentaar. Voordat ze de benen nemen, hijs ik Cruzer aan de ophanghaak van het halsbandje omhoog, en trap ik voor Skip de stekelige lianen op de bodem plat. Voordat we echt naar huis kunnen, moet er nog flink worden geplast. Dat waren ze in de opwinding vergeten. Byker rolt zich in het natte gras en Skip tankt bij. 


donderdag 16 oktober 2014

WERELDPOOTJES



De Kluifje- of botstickers (met zelfgekozen naam) zoals Wereldpootjes ze noemt zijn, op veler verzoek, tot de feestdagen 2014 weer verkrijgbaar. Bestellen en het goede doel steunen op wereldpootjes. Doen! Of zoals Harry van AH zou zeggen: 'Blijven plakken!'

woensdag 15 oktober 2014

OPZIJ

sneller dan het licht, geluid, hazewinden, de camera

Het is de voortdurende kwestie van de (S)kip of het ei. Had Cruzer sowieso een jachtinstinct ontwikkeld, of was Skip de aanstichter? Nieuwkomer Byker had destijds geen keuze: het was meedoen of achterblijven. Feit blijft dat de ‘meester’ en zijn ‘leerlingen’ tegenwoordig identiek opereren en op eenzelfde niveau presteren. Soms moet seniore Skip in een van de meiden zelfs zijn meerdere erkennen.

Vanmorgen swingde Guus Meeuwis onder begeleiding van de New Cool Collective Big Band het nummer ‘Opzij’ van Herman van Veen bij GIEL de ether in. M. en ik zijn unaniem: het refrein kon op de rebellenbrigade geschreven zijn:

Opzij, opzij, opzij 
maak plaats, maak plaats, maak plaats 
we hebben ongelofelijke haast 
opzij, opzij, opzij 

we moeten rennen, springen, vliegen, duiken, vallen, opstaan 
en weer doorgaan 
we kunnen nu niet blijven 
we kunnen nu niet langer blijven staan 
een andere keer misschien...

Geen mooier muzikaal begin voor een ouderwets potje rennen, springen, vliegen, duiken …



dinsdag 14 oktober 2014

RENDIEREN


Een overvolle bus loopt leeg. Scholieren (mobiel in de hand, Eastpack op de rug) waaieren uit. Ondanks de oordopjes of koptelefoon horen ze de twee rinkelende rebellen die M. naar onze auto toetrekken. Een leerplichtige met swag die vast verplicht vroeg op was, merkt gevat op: ‘Hé, rendieren!’

Een ritje van vijf minuten, als de spoorweg openblijft, en ze mogen ontbranden in het hondenbos. Daar gaan ze. De drie maken meermaals een diagonaaltje op het zonnige konijnenveld. Vogels schrikken op en fladderen de struiken uit. Twee konijnen kiezen het hazenpad. Skip gaat er gillend achteraan. De meiden volgen. Het alternatieve losgeslagen Rudolph-Prancer-Dancer-Dasher-Vixen-Comet-Cupid-Donner-Blitzenspan eindigt in het schimmige urnenbos. M. en ik blijven in de zon. Konijnen en honden zijn vaak net boemerangs: ze keren terug waar ze vandaan kwamen.

Zo gaat het een uurtje door. Vogelvluchten trekken richting het Zuiden. Wij wisselen over en weer anekdotes uit met hondeneigenaars wier honden wel gehoorzamen als ze ontboden worden. Onze rebellen gaan door zolang het kan. Af en toe wordt er tersluiks naar ons gekeken. Maar opgeven? Dat nooit! M. stapt het donker in om haar rendierduo op te halen. Skip is welwillend zich bij hen te voegen.

maandag 13 oktober 2014

STADSE FRATSEN deel 6

Famke Janssen met haar hond Licorice op een bakfiets van
de Fietsfabriek. Fotograaf onbekend.

Ik verzamel stukjes tekst en plaatjes die me intrigeren. Meestal mik ik ze na een korte bewaartijd tot prop gevormd in de prullenbak. Heel zelden zit er een juweeltje tussen, soms valt een bepaalde samenhang op. Een compilatie.

Michiel Romeyn heeft een hond: Noef
Alles wordt ook zo massaal. Een goeie graadmeter is het aanbod op televisie: ons land ontwikkelt een voorkeur voor alles wat ordinair is.
… Ik stem vol overtuiging partij voor de dieren. Mensen mogen elkaar de hersens inslaan, maar van beesten moeten ze afblijven.

‘Eerlijk helder Henk’ Bleker
Ik ben net een Golden Retriever, ik spring in het water en als ik eruit kom, schud ik mijn vacht uit en loop verder.

PS 16 augustus 2014
Interview Koen de Regt verslaggever RTL Nieuws
Relaxen in de buitenlucht. Wandelen met onze teckel Willem De hele stad door. Amsterdam is stiekem niet zo groot …
Mooiste stadstrand. Het hondenparadijs bij de Gaasperplas. Honden mogen er vrij loslopen en kunnen er zwemmen. Baasjes kunnen er ook lekker liggen, overigens.
Mooiste park. Ons buurtparkje Frankendael aan de Middenweg. Willem kan er achter een bal aan jagen

Hanna Bervoets 23 augustus 2014 Volkskrant magazine
… Door alles te fotograferen ondermijnen we dus onze eigen missie. Als een hond die is verstrikt in zijn eigen riem en bij pogingen om los te komen, de riem strakker om het middel trekt.

Stanja van Mierlo spil van strand Blijburg op IJburg
Ik word blij van loslopende honden en loslopende kinderen. Ik wilde, aan zoet water in de stad, een buitenplaats creëren, waar Amsterdammers zichzelf konden uitlaten.

Tania Kross in interview
… hond Wolf sloopt onder tafel een nieuwe klos garen …


zondag 12 oktober 2014

WAT VOOR BLAFFER HEB JIJ?




Blaffen is praten op zijn honds. Het is bedoeld om de ander iets duidelijk te maken, de aandacht te trekken, opwinding te uiten, vreemden weg te jagen of ter afschrikking. Net als een moeder de betekenis van elk huilgeluid van haar baby kan definiëren, zo herkent de rechtgeaarde hondeneigenaar de intentie van elk soort blaf en aanverwant  taalgebruik van zijn eigen hond.

De aandachttrekker: wordt ongeduldig (en soms jaloers) als je onderweg een praatje met iemand maakt. Hij blaft aanhoudend om je zo te dwingen verder te lopen. Jantje Ongeduld heeft gelijk. De ‘verspilde’ minuten gaan van zijn wandeltijd af.

De bas: blaft met een gedempt geluid. Meestal een uit de kluiten gewassen, oenige lobbes die goedbedoeld een dappere poging waagt om angstaanjagend te lijken.

De bulderdog: brult, bromt en buldert nors binnensmonds. Moppert meer dan dat hij blaft.

De debater: sputtert graag tegen, heeft altijd een weerwoord en wil per se de laatste blaf hebben.

De blaffer: schept genoegen om bij het minste of geringste aan te slaan. Ervaart dat langdurig en monotoon geluid produceren endorfine vrijlaat. Door dit geluksgevoel is deze volhouder moeilijk tot zwijgen te brengen.

De dromer: bestrijdt heldhaftig de demonen in zijn slaap met een diversiteit aan blaftonen. Dit kan gepaard gaan met spartelende poten, smakkende geluiden, tandengeknars, gegrom en knipperde oogleden.

De herriemaker: onruststoker die de zaak graag opjuint met zijn geblaf. Gaat flink tekeer tegen ongenode gasten. Hij houdt wel van een spelletje blafpoker.

De hotdog: heetgebakerde hond die snel is aangebrand. Blaft met consumptie en heeft daarbij het schuim op de bek staan.

Het keffertje: vinnig, opgewonden standje. Vuurt repeterend als een mitrailleur, schelle bits af.

De praatjesmaker: babbelgrage hond. Op vriendelijke toon wauwelt deze kletskop de hele dag tegen je aan. Hij gaat er terecht vanuit dat jij volledig snapt wat hij met zijn koeterwaals bedoelt.

De rebel: blaft demonstratief uit ongenoegen of als een vorm van protest. Hij staat direct op zijn achterste poten als hem iets niet bevalt.

Schorre Morrie: produceert een soort hese hoest. Ondanks zijn verwoede pogingen komt het nooit tot een volwaardige blaf.

De signaalhond: naast de waakhond is hij de enige ferme viervoeter die legitiem waarschuwend vocaal mag optreden.

De sirene: houdt noodgedwongen de wacht als de baas van huis is. Blaft en jankt uit frustratie, eenzaamheid en ongerustheid.

De silencio: zwijgt te allen tijde in alle toonaarden. Totaal ongeschikt als waakhond. Helpt inbrekers zelfs mee de gestolen buit te verkassen. Niet te verwarren met de stille.

De sms‘er: (save my soul) Moderne variant op de S.O.S.’er. Aanhankelijke hond die, wanneer hij alleen gelaten wordt, om het kwartier een noodsignaal uitzendt naar zijn roedel: ik mis jullie gezelschap!

De spreker: is aangeleerd om op commando te blaffen: hoe spreekt-ie? Houdt tevens op bevel zijn kaken stijf op elkaar.

De stille: hoor je niet. Gevaarlijk figuur. Deze bijtgrage hond waarschuwt of dreigt nooit, maar hapt meteen toe.

De stoerling: gebruikt gespierde taal, maar tempert zijn octaven zodra een goedkeurende kennismaking met het onderwerp van zijn angst heeft plaatsgevonden.

De subwoofer: valt, als laatste in rij, gealarmeerde blaffende honden in de buurt bij.

De verdediger: heeft een grote waffel wanneer men te dicht in de buurt van zijn baas of diens eigendommen komt.

De virtuoos: de voortgebrachte blaf eindigt in jodelend geluid. Zingt graag mee met zijn roedel, de ambulance en begeleidt zijn muzikale eigenaar tijdens repetities.

De waakhond: imponeert met zijn professionele frontale staccato blaf, die geïnterpreteerd moet worden als waarschuwing: hem is het menens!

Wildehond: (honds)dolleman die tijdens het uitlaten aan de riem, andere honden buitensporig uitblaft. Scheldt steevast op schepsels met een identieke uiterlijke verschijning of karakteristieke geur.

Het woefje: stoeise hond die met zijn bondige wafwoefjes uitnodigt tot een spelletje.

Bovenstaand  is een van mijn vele publicaties in het tijdschrift Hondenmanieren: www.hondenmanieren.com

zaterdag 11 oktober 2014

BONT IS BIJ DE BEESTEN AF


Samen met de honden wachten we in de auto voor het rode stoplicht. Loonslavinnen stappen uit bij bushalte centrum. Stuk voor stuk op weg naar hun werk bij ketens zoals Xenos, Mediamarkt, La place, en Kruidvat. Hun bedrijfskledij zit half weggestopt onder bodywarmers, openhangende jacks, poncho´s of sjaals voorzien van (nep)bont. Oktober is mild voor ons. 

Het is de generatie die opkijkt tegen ‘helden’ als Tony Montana in de maffiosofilm Scarface en gangsterliefjes in series als Boardwalk Empire. Ze laten zich inpalmen door het snelle geld en zogenaamde luxeleventjes. Bont hoort daar als vanzelfsprekend bij. Ze denken er niet eens over na dat bont bij de beesten af is. Het zijn dezelfde meisjes die in hun kinderjaren zwijmelden bij Disneydieren, als puber verliefd waren op hun paard, knuffelden met hun konijn, en als tiener net zo´n handtashondje wilden als socialite Paris Hilton - een glitter en glamour beroemdheid zonder duidelijke eigen verdienste.

Graag doe ik een beroep op deze jongens en meiden om het niet te bont te maken. Bezoek voordat je gaat shoppen voor je wintergarderobe 2014/2015 de site
www.bontvoordieren.nl en lees waar jouw bont vandaan komt. Wil je dat echt op je geweten hebben?

vrijdag 10 oktober 2014

CATACOMBEN


Op de weerkaart App is te zien dat we ontsnappen aan zwaar weer. In een waterig zonnetje vliegt de jonge roestbruine kiekendief via de bosrand, de doornige mantel, en de kalende zoom naar het weiland. Ze zweeft laag over de grond op jacht naar veldmuizen en door de stichting Het Limburgs Landschap beschermde hagedissen. De roofvogels zijn (daardoor?) in opmars. Buizerds houden in het hondenbos al de weidepaaltjes bezet.

De honden hebben de wind in de oren. Een konijn sleurt ze van hot naar her. Tot ze verdwijnen in de catacomben onder een netelige bosschage. We horen de ongeschreven wet van communicerende honden. Dan is het een tijdlang stil. Baas B. en ik stellen ons zo voor dat de rebellen zich daar in hun clubhuis beraadslagen over een aanstaande actie.

Na ze twintig minuten te hebben gegund, fluiten en klappen we als een hamer die de vergadering sluit. De drie komen met tegenzin tevoorschijn. We gaan ze tegemoet. Net voordat we de Cruzer te pakken hebben, maakt Byker handig gebruik van hun ondergrondse afspraak. Wegrennend loeit ze als een sirene. Baas B. en ik moeten machteloos toezien hoe Cruzer en Skip Bykers voorbeeld volgen. Achter de brem blaft Skip de kiekendief uit de poel. De rebellen drinken en poedelen er wat, voordat ze zich gewillig laten strikken.