Skip
bracht een groot gedeelte van zijn jeugdjaren door in Zeeland. Daar ging hij
telkens in zijn eentje helemaal los in de konijnenrijke duinen om vervolgens op
het strand te gaan liggen. Zelden om uit te rusten, wel om te posten. Alles en
iedereen hield hij in de gaten met maar één doel. Dat gissen we, want Skip ging
immers zelfstandig op stap.
Sinds
enkele jaren bevindt Skips mand zich in Limburg waar hij het moet doen met bos,
heide, en de uiterwaarden langs de Maas. Hier heeft de vrijbuiter het prima
naar zin, want er is voldoende ruimte om te struinen. Onderweg kent hij elk
bankje of muurtje waar we verplicht pauzeren. Bij ons gaat hij namelijk wel
onder begeleiding op stap; aanvankelijk zelfs voorzien van een klinkende bel. Omdat
hij zich regelmatig bij ons meldt, is dit tegenwoordig overbodig.
Wat
we nog niet onder controle hebben is de finale: het vrijwillig meekomen naar de
auto. Met het eindpunt in zicht verandert Skip subtiel van richting of verdwijnt
hij plotseling. We boekten enig resultaat met het verzinnen van aantrekkelijke
lokspelletjes. Hij liep pas prima in de pas met ons mee toen we een
puntensysteem gingen hanteren. Tien maal zonder omwegen treuzelen en
tegenstribbelen mee naar huis, is goed voor een tripje naar het strand. Dat
werkt wonderwel. Normaal, als Skip voortijdig - om ontsnappingen te
voorkomen - aangelijnd wordt, hangt hij als een motorrijder
laag in de bocht aan zijn riem in de tegenovergestelde richting, of is hij op
slag hondsmoe en ploft vervolgens als een zoutzak op de grond neer.
Je
zou verwachten dat hij, eindelijk op zijn welverdiende strand aangekomen,
helemaal uit zijn dak zou gaan. Dat is allerminst zo. Hij installeert zich
onmiddellijk op de perfecte zichtlocatie met opgevouwen voorpootjes als ware
hij een kameel. Zou er een raam zijn geweest, dan zou hij als een geboren
Jordanees op de ellebogen uit het venster hebben hangen. De bruisende golven,
de voorbij trekkende paarden en uitgelaten honden interesseren hem amper.
Geraffineerd houdt hij de badgasten met proviand in het oog. Wordt er een zak
geopend, dan zoekt hij schoorvoetend toenadering. Hem negerende zonaanbidders
laat hij met rust. Krijgt hij echter positieve respons dan schuifelt hij,
vergezeld van zijn allerliefste verlegen lach, behoedzaam dichterbij. Het aangebroken
moment waarop hij kaarsrecht in de ‘braafhouding’ aanneemt. Wie kan zo’n
professionele bedelaar weerstaan.
Het
vermoeden rijst dat Skip tijdens vroegere avonturen heeft geleerd om na een
vruchteloze jachtpartij, zijn hongerige maag te laten vullen door dagjesmensen.
Succes verzekerd. Daarna keerde hij solo huiswaarts. Vangen liet hij zich door
niemand, niet door een vreemde en net zo min door zijn eigenaars.
Na
een etmaal aan de kust schiet Skip op de terugweg schielijk een beachclub
binnen en verstopt zich daar in een hoekje op de houten veranda. Het is bijna
ontroerend om hem daar zo beteuterd te zien staan, terwijl hij denkt daar
onopgemerkt te blijven. Voor hem duurt zo’n dag altijd te kort. Pas als ik
beloof dat er beslist weer een stranddag in het verschiet ligt, laat hij zich
aanlijnen. Over de honderd meter naar de auto doen we een kwartier.