uit de oude doos:
Noorse Buhund prequel dogtales 32
Vandaag verblijft het blanke herderinnetje bij ons. Een
nanoseconde ligt ze onbewogen. Dan hapt ze in haar eigen staart. Ongevraagd
springt ze als een kat bij me op schoot. ‘Je bent veel te groot en te zwaar’, poeier
ik haar af. Ze kwispelt laag en
zucht diep de
overtreffende trap van een uitgeblazen fonteinspuitende walvis. Met een doffe bons laat ze zich
op de houten vlonder vallen. Tegen het serredak tikt onophoudelijk een
bromvlieg die niet doorheeft dat hij eenvoudig rechtdoor de vrijheid tegemoet
kan vliegen. Het gezoem vangt tijdelijk haar aandacht. Tot ze met haar oren
schudt en zichzelf weerspiegelt ziet in de tuindeur. Argwanend kijkt ze naar
het silhouet van haar tweelingzus. Ze veert op en springt op de ligstoel die
eigenlijk te smal voor haar is. Jolig bungelen haar voorpoten over de rand.
Ze knippert met haar ogen. Gaap. Ze wil niet toegeven aan de
slaap. Ik aai haar. Ze is lief en onstuimig. ‘Het hoort bij je leeftijd’,
fluister ik in haar verhoudingsgewijs te grote oren. Zachtjes en speels bijt ze
in mijn hand. Ze hoort een onbekend geluid bij de buren. Het is de schuurdeur
die door de tocht dichtslaat. Haar oren draaien als een periscoop om het geluid
te traceren. Ze blaft kort en rent … naar de voordeur. Een bundel
reclameblaadjes valt door de brievenbus. Met de poten op de vensterbank tuurt
ze door het raam. Ze wiebelt haar nachtzwarte neus in de lucht. Hatsjie. De
geur die ze opsnuift is van een door haar persoonlijk geproduceerde wind. Als
ik om haar aanstelleritis lach, gaat ze demonstratief met de rug naar me toe
liggen.
Ze is alweer op onderzoek in de tuin. Ze vindt een lang
vermiste KONG onder een struik. Het robuuste rubber doorstaat de knaagtest met
succes. Ze slobbert gulzig in de vijver. Het merendeel van het water sijpelt
tussen haar flodderende lippen-op-de-groei door op de grond. Ze trekt een
sprintje over het tuinpad. Ze is snel afgeleid en richt haar aandacht nu op de
geruite deken die opgevouwen in de hondenmand ligt. Behendig zwiert ze hem
overboord. Onbeholpen sjort ze het tuinkussen van de stoel naar de mand. Ze
kijkt wijs.
Senior Skip volgt haar activiteiten met een gelaten en
geamuseerde blik vanaf de zijlijn: pubers! Met zijn houding geeft hij exact aan
wat ik moet doen: gewoon helemaal niets en genieten van haar strapatsen. Ze
valt in slaap op de rubberen deurmat. Het vliegengordijn wiegt zachtjes heen en
weer over haar snuit. Telkens schudt ze haar ene oor. Skip hond slaakt een
zucht van verlichting. Rust! De stilte
is van korte duur. Zo abrupt als ze in slaap gevallen is, zo rap is ze weer
klaarwakker. Ze probeert Skip te verleiden door zijn bek veelvuldig te likken.
Als dat niet lukt, gooit ze de rubberen kip in de strijd. Tja, je bent jong en
je wilt wat. Uiteindelijk kan Skip het gekakel niet weerstaan. Samen rennen ze
het gazon op en spelen als jonge honden doen.
Als haar baas haar komt ophalen, verkeert het herderinnetje
in dromenland. Ze heeft zelfs het belsignaal gemist. Ze strekt loom haar voor-
en achterpoten voordat ze meeloopt. Bij de voordeur keert ze om. Ze rent terug
om me een natte kus te geven. Dag, mal meisje. Tot de volgende keer. Thuis
slaapt ze voor het eerst een hele nacht door.