maandag 17 mei 2021

APPENZELLER SENNENHOND


 Eigenheimer

Met de olijk ogende Appenzeller Sennenhond kiest u voor ‘bergen en dalen’. Letterlijk door de sportieve dagelijkse tochtjes die u beiden vast en zeker door de natuur voeren. Vergeet hierbij de wandelvakanties in zijn oorspronkelijke habitat niet. Figuurlijk zorgt de eigengereide hond voor hoogte- en dieptepunten tijdens de opvoeding. De Appenzeller Sennenhond zal u namelijk regelmatig op de proef stellen. De eigenaar die dit gedrag omarmt en als een welkome uitdaging beschouwt, zal een geweldige kameraad aan de Appenzeller Sennenhond hebben.

Herkomst en geschiedenis

De oorsprong van de compact, vrijwel vierkant gebouwde Appenzeller Sennenhond voert terug naar de boerenhond die in het Zwitserse kanton Appenzell gebruikt werd als hoeder, drijver en waker. De Zwitsers noemen het ras zelf Appenzeller ‘Blassli’, wat fraaie witte bles op het voorhoofd betekent. Er is weinig opzienbarends in de verre geschiedenis en de naamgeving van de hond te vinden: Appenzeller Sennenhond betekent Alpenherdershond uit Appenzell. Het past wonderwel goed bij deze werklustige no-nonsense hond. Net als bij de meeste andere gebruikshonden werd in beginsel ook bij de Appenzeller Sennenhond weinig aandacht besteed aan de uniformiteit van het exterieur. Pas in het begin van de twintigste eeuw legden enkele liefhebbers van het ras zich toe op de fokkerij waarbij aandacht was voor de standaardisatie van het uiterlijk. Volgens de geraadpleegde annalen werd in 1906 de Zwitserse club voor Appenzeller Sennenhonden opgericht. In 1914 legde Prof. Dr. Albert Heim de eerste standaard voor de Appenzeller vast. De Appenzeller Sennenhond en zijn overige drie collega Zwitserse Sennenhonden vallen onder FCI groep 2 sectie 3. Tegenwoordig fungeert de hond veelal als huishond. Zijn oerinstincten die vroeger tot hun recht kwamen tijdens het herderen en hoeden, komen nu onder andere goed van pas bij de opleiding en taak als lawine- en/of rampenhond.

Karakter

De zelfverzekerde Appenzeller Sennenhond is voor de duvel niet bang is. Hij wordt omschreven als een onomkoopbare bewaker. Een levendige hof- en erfhond die honkvast en waaks is. Hij wil maar al te graag uw huis en tuin beschermen tegen indringers. Met dit in het achterhoofd begrijpt u dat deze hond beter tot zijn recht komt op een boerderij of ‘afgelegen’ woning dan in een drukke woonwijk - uw buren zullen u dankbaar zijn.

Andere trefwoorden die op de Zwitser van toepassing zijn: temperamentvol, alert, opgewekt, trouw en slim. De hond neemt graag het initiatief. Als (toekomstig) eigenaar dient u zich terdege te realiseren dat de Appenzeller Sennenhond een hond is voor gevorderden. U zult hem met een ludieke aanpak in de richting die ú uit wilt, moeten (aan)sturen. Creëert u de perfecte omstandigheden voor deze eenmanshond, dan zal hij zich zeker baasgericht gaan opstellen.

Sociaal gedrag

Met de Appenzeller Sennenhond wordt relatief gezien weinig gefokt. Dat heeft een reden. De eigengereide hond is, als je het zo mag stellen, wars van onbekenden. Hij is daardoor niet voor zomaar iedereen geschikt. Onlosmakelijk verbonden met zijn wantrouwendheid tegenover vreemde mensen, dieren en alledaagse dingen is de manier waarop u dit gegeven tegemoet treedt. Hem bekend maken met allerlei zaken zal, als het goed is, al bij de fokker zijn begonnen. U zult gedoseerd van alles met hem moeten ondernemen. Op een positieve manier kennismaken met alles wat hij in zijn latere leventje tegen zal komen is van aanzienlijke betekenis voor hoe de hond zich zal ontwikkelen. Denk hierbij aan: mensen van groot tot klein en in allerlei gedaanten, geluiden, verkeer, machines, drukte, andere dieren enzovoorts. Hoe goed u en hij jullie beste beentje voorzetten, een allemansvriendje zal de afstandelijke hond echter zeer zelden worden. Iets om rekening mee te houden als u een druk sociaal leven leidt waarin u de hond graag wilt betrekken.

Om de Appenzeller Sennenhond die zich wil meten met soortgenoten, sociaal te laten zijn in de omgang, zult u hem moeten begeleiden in het contact. Zijn rechttoe rechtaan benadering wordt meer dan eens verkeerd uitgelegd. Niet elke hond is gediend van een (goedbedoelde) onstuimige overrompeling. Is uw Appenzeller Sennenhond op dat vlak een mannetjesputter en treft uw hond er net zo eentje, dan kan het zomaar tot een botsing komen.

Opvoeding en beweging

Met zijn typische, doordringende blaf, al kwispelend en het liefst hoog springend, toont deAppenzeller Sennenhond zijn stormachtig temperament. Hij is een beweeglijke vrolijke Franzl die de voorkeur geeft aan een geműtlich huishouden waar altijd wat te doen en te beleven valt. Saai komt niet in zijn Wörterbuch voor. Mocht hij het voor het kiezen hebben dan zou hij voor een eigenaar gaan die ongelimiteerd de tijd neemt om veel met hem bezig te zijn. Kwalificaties voor de juiste opvoeder en begeleider zijn: een liefdevol hondenpersoon die onder alle omstandigheden kalm blijft, de overhand houdt, kennis van hondse zaken heeft en daar in de praktijk zijn voordeel mee doet, rechtvaardig, consequent en duidelijk is. Een observator die waar nodig direct (bij)stuurt door de hond spelenderwijs af te leiden (of te negeren) om zo het gewenste gedrag te bereiken. Een harde aanpak zal geen coöperatieve hond opleveren, integendeel. En net als u denkt de opvoeding afgerond te hebben, verrast de Appenzeller Sennenhond u weer door u uit te testen. Begrijpen u en uw hond elkaar eenmaal door en door, dan zal de standvastige Appenzeller Sennenhond door de innige band die u samen heeft, voor u door het vuur gaan.

De Appenzeller Sennenhond is een bezig baasje. Hij heeft een groot uithoudingsvermogen en wandelingen kunnen wat hem betreft nooit lang genoeg duren. Met een krachtig stuwend gangwerk en ruim uitgrijpende poten stapt hij vrolijk in uw nabijheid. De onvermoeibare hond kiest overduidelijk een wandelfanaat als baas. Om zijn oorspronkelijke werklust te bevredigen vraagt de hond om uw ongebreidelde inventiviteit. U kunt hem betrekken in uw dagelijkse bezigheden door hem huis-tuin-en-keukenklusjes te laten uitvoeren in ruil voor een beloning. Of u vindt een gezamenlijke hobby of sportactiviteit waar u samen ruim tijd aan spendeert en waarin hij profijt heeft van zijn aanleg, zoals het hoeden en drijven, waken en beschermen.

Gezondheid en verzorging

Van alle Sennenrassen heeft de Appenzeller Sennenhond die gemiddeld tussen de 11-13 jaar wordt (er zijn uitschieters bekend) de langste levensverwachting. Het is een tamelijk gezond ras. Punten van aandacht zijn de gewrichten. Aanstaande ouders moet voor de dekovereenkomst onderzocht zijn op HD- en PL (patella luxatie). Een onderzoek naar elleboogsdysplasie (ED) is niet verplicht, maar wordt wel vaak meegenomen tijdens de ‘fotoshoot’.  

De krachtig gespierde Appenzeller Sennenhond is een markante hond zonder opsmuk. De vacht bestaat uit stevig en vlak aanliggend stokhaar, dicht en glanzend dekhaar en zwarte, bruine of grijze onderwol. Zijn bijzondere driekleurige bekleding is voorzien van een zwarte of havannabruine grondkleur met roestbruine en witte, zoveel mogelijk symmetrische aftekeningen. De plaatsbepaling van de individuele kleuren komt nogal precies. De glanzende vacht heeft weinig onderhoud nodig. Af en toe (in de ruiperiode wat vaker) de losse haren uit de vacht borstelen volstaat. Houd ondanks dat wel rekening met losse haren in huis. De kers op de taart is de exclusieve versiering die uitsluitend bij deze hond hoort: de iets zijwaarts opgerolde staart. Deze opvallende krul draagt de niet toevallige naam: ‘posthoorn’. Want net als de postiljon van weleer (koerier die post bracht) die zich bij aankomst en vertrek meldde door op zijn hoorn te blazen, verkondigt de Appenzeller Sennenhond met zijn schelle kef de komst of het langsgaan van in zijn ogen ongewenste vreemdelingen. Met uitbundig geblaf begroet hij vrienden van zijn familie.

De belangen van de Appenzeller Sennenhond worden behartigd door de Nederlandse Vereniging voor Appenzeller, Entlebucher, en Grote Zwitserse Sennenhonden: www.sennenweb.nl