Lenige Lundi (Pippi - www.lundehund.nl)
Out of the blue stond daar een nieuwsgierige Noorse Lundehund (spreek uit: Loendehoend) bij mijn Noorse kees op de kade. Hij had zijn landgenoot rap gespot. ‘Dag Noors neefje’, bevestig ik. Twee vlotte tieners met zwemvest komen aangehaast en zijn verrast dat ik hun exoot herken. ‘Skip komt ook uit Noorwegen, vandaar’, leg ik de link. ‘De onze heet Bjork’, klinkt het in koor. De naam leverde volgens de spraakzame broer en zus geregeld verwarring op. Zus Annika plaagt nog wel eens door broer Bjorn te laten apporteren in plaats van Noorse Lundehund Bjork. Of ze roept: ‘Bjorn’ en dan komt Bjork een hond met humor, aangesjeest. Het is lachen met die Lundies.
Herkomst en geschiedenis
Honderden jaren leefde de Norsk
Lundehund geïsoleerd op het eiland Værøy; op Røst na de meest zuidelijke
gemeente van de Lofoten archipel. Daar, en periodiek ook op andere Noord-Noorse
eilanden, ging de Noorse Lundehund op expeditie. Destijds droeg hij de bijnaam
‘Måstad hond’ naar Vikingkoning Måstad die zijn eigen Noorse Lundehunden liet
vogelen en schapen drijven. Tegen de rotswanden langs de kust (de vogelklippen
vormen nog steeds een toeristische trekpleister) vingen
Noorse Lundehunden in grotten, gangen en spelonken weggedoken papegaaiduikers en
stalen ze hun eieren uit broedholen. De kleine elastische spitshond is een
staaltje vernuft, speciaal ontworpen voor deze missie.
Door de flexibele schouderpartij kunnen de ‘armen’ zijwaarts uitgespreid worden
- zo omhelsden ze de rotsblokken. De grijpgrage
handjes zijn ovaal en naar buiten gedraaid. Ze zijn voorzien van minimaal zes
tenen, waarvan er vijf deel uitmaken van de poot zelf en hebben acht
zoolballen. De achtervoeten zijn ovaal en naar buiten gedraaid met minimaal zes
tenen aan elke voet waarvan vier volgroeid. Zij hebben zeven zoolballen. Voorts
bezit de Noorse Lundehund een plooibare zwanenhals: zijn nek kan ver
achterwaarts buigen. Door deze uitrusting kan hij zich in alle bochten wringen,
staat hij stevig op de poten en heeft hij maximale grip op en tussen een glibberige
en steile ondergrond. Als extraatje heeft hij functionele rechtopstaande
rechthoekige schelpen: door de buitenranden samen te knikken, worden de
gehoorgangen afgesloten. Op die ingenieuze manier krijgt nattigheid geen kans in
de ooropening te sijpelen.
De overgang van de vangst met netten moest voorkomen dat de papegaaiduikerpartij drastisch leden verloor. De maatregel had als bijkomend effect dat de werkeloze Noorse Lundehund in de bijstand terechtkwam. De teloorgang zette nogmaals in toen de Lundefugl (Noors voor papegaaiduiker) een beschermde diersoort werd. Als jachthond op een onbejaagbare prooi leek het Lundielot bezegeld, maar het oudste Noorse ras revancheerde zich weer en vond van lieverlee emplooi als gezelschapsdier. Als noordelijke jachthond schaart hij zich in de FCI groep 5 Spitsen en Oertypes sectie 2 nummer 265.
Karakter
Er wordt steevast gefocust op de curieuze verschijningsvorm van de Noorse Lundehund. Door al dat gekoketteer met uiterlijkheden zou je bijna voorbij gaan aan zijn fijne zachtaardige karakter. Schrander, kwiek, temperamentvol, alert, eigenzinnig, en vrijgevochten: het is de Noorse Lundehund ten voeten uit. De warmbloedige hond uit koude streken stooft graag loom wordend voor het haardvuur, verhit zich langs de radiator, en pruttelt op de net door jou verlaten warme zitplek verder. Best uitgekookt, toch? Want opgewarmd dient de aanhankelijkerd zijn eigenaar weer als bedkruik. Die verhaalt als dank over trollen uit de Noordse mythologie: enge reuzen met een geweldige kracht en onmetelijke macht. Daarom brengt de Noorse Lundehund voor de zekerheid zijn buitentijd gezamenlijk door met (stief)broers en -zussen; je weet immers maar nooit. ’s Morgens plukken de kleine Noormannen- en vrouwen buiten vol verwachting de dag. Niet omdat ze zo lang mogelijk van de middernachtzon willen profiteren (in de winter is er slechts enkele uren per dag licht, in de zomer schijnt de zon ’dag en nacht’), maar omdat de beweeglijke oerhond beslist (omheinde) pure natuur om zich heen nodig heeft. Dit om zich met zijn aanverwanten in alle rust uit te leven, te modderen, te rollen in de koeienmest en op onderzoek uit te gaan. Hem teleurstellen met een balkon of stadstuintje daar kan geen sprake van zijn.
Sociaal gedrag
De aanhalige Noorse Lundehund zoekt constant aansluiting bij zijn familie. De gezellige hond is er voor jou en zijn genoegen. Ze houden het urenlang op schoot of naast je vol. Het is kostelijk om te zien hoe ze ontspannen, rusten en slapen in voor andere rassen onuitvoerbare poses: met de nek dubbelgevouwen tegen de muur, achterwaarts naar beneden van de bank af, of de poten ongegeneerd wijdbeens omhoog richting walhalla (de hoogst bereikbare hemel). In de nek kriebelen is het summum van gelukzaligheid. Dat laten ze merken door te snorren als een kat. Klef mag je de Noorse Lundehund absoluut noemen. De naloper peddelt je overal achterna, omdat hij behept is met verlatingsangst. Lundies willen zich pertinent niet eenzaam voelen. Dat, én omdat het enig is om ze met elkaar bezig te zien, zijn de belangrijkste redenen voor toegenegen eigenaars om een veelvoud Lundies onder hun vleugels te nemen. Als kindervriend heeft de Noorse Lundehund een behoorlijk incasseringsvermogen; hij duldt best veel om te laten zien hoeveel rek erin zit. Ze zijn speels en kunnen dat gedrag uren volhouden. Dat ze niet meer professioneel op jacht gaan, deert hen niet. Ze donderjagen net zo lief met de eigen soort of andere (huis)dieren waarmee ze zijn opgegroeid - vissen en vogels daargelaten. Favoriete bezigheden zijn met een trits treintje spelen, tikkertje, behendige luchtsprongen maken, de poes ‘pesten’, snuffelen en hun neusgierigheid bevredigen. De gastvrije Noorse Lundehund is totaal niet agressief. Dat wil daarmee niet zeggen dat hij over zich heen lopen. Bij een thuisontmoeting met een vreemdeling kan hij territoriaal gedrag vertonen, en een drammerige concurrent wordt zonder pardon met een grauw en snauw op zijn nummer gezet.
Opvoeding en beweging
Juist vanwege hun pienterheid heb je de
handen vol aan de opvoeding van je vrije vogel. Hun zelfstandige aard verbiedt
hen simpelweg mak in het gareel te lopen. Voer een liefdevol beleid van
tolerantie en handhaving. De Noorse Lundehund heeft een haarscherp gehoor.
Alert als hij is, slaat hij snel aan met een schelle kef. Laat ‘m vanaf jongs af
aan een toontje lager, want anders krijg je de Noorse Lundehund later als hij
groot is moeilijk het zwijgen opgelegd. Ergens buitenaf gaan wonen waar niemand
er zich aan stoort, is natuurlijk ook een optie. De relatie met Thor (god van de donder)
kan zomaar naar de bliksem gaan. De Noorse Lundehund kweekt angst en gaat
stress vertonen bij harde geluiden. Probeer hierop te anticiperen. Zindelijkheid is een vloeibaar begrip bij
de Lundies. Uit eigenwijsheid zijn de meesten pas tussen de zes en negen maanden
proper. En zelfs daarna gebeuren er nog ongelukjes. Je voelt al nattigheid bij
regen- en onweer. De Noorse Lundehund die in barbaarse weersomstandigheden
allesbehalve op zijn gemak is, watert - net in die seconde dat
jij wegkijkt - gewoon waar hij staat. Waarbij hij ervoor
zorgt zelf geen vochtige voeten te krijgen, want de hond is doorgaans waterschuw.
Zwemmen doen ze, uitzonderingen daargelaten, niet voor
hun plezier, hoogstens dippen ze om af te koelen bij tropische waarden.
Een Lundenhundengemeenschap heeft aan een dagelijks kwartiertje aan het lijntje lopen voldoende. Ze volgen hun eigenaar los (net als hun voorgeslacht bij de vissers deed), totdat hun jachtinstinct aangewakkerd wordt en het volledig overneemt. De zelfstandige jager hoort je terugroepen, maar gehoorzamen is er niet bij. De Noorse Lundehund komt pas terug als hij klaar zijn. Vrijlaten kan louter daar waar geen gevaren op de loer liggen. Een andere vorm van vertier voor de lenige Lundehund kan de behendigheidssport beoefenen zijn. Hun brede poten en extra tenen zijn bij uitstek geschikt steile wanden (zoals de A-schutting of de kattenloop) te beklimmen en de soepele, losse ledematen geven hen een voorsprong vanwege de bijzondere wendbaarheid.
Gezondheid
De gezondheid van de Noorse Lundehund
kent eigenlijk maar één zwakke plek. Gemiddeld een op de tien heeft last van een
ernstige spijsverteringsaandoening. Het zogeheten Lundehundsyndroom of Intestinale
Lymphangiecstasie (IL). Genezing is nog niet mogelijk. Wel kun je met een
uitgebalanceerd dieet de buik in balans proberen te houden. Voer als basis
brokjes voor de gevoelige maag. Volg verder het karige menu van zijn
voorvaderen: gekookte kip, gevogelte, gedroogde vis, witte koolfilet, een
gekookt eitje en bessen. Elke dag vaste ontlasting is hierbij maatstaf. Op die
wijze blijft meteen de spanwijdte van de hond mooi in model. Want ook de Noorse
Lundehund is er als de k(l)ippen bij als hij de koelkastdeur hoort.
Ooit is er door inteelt* (vanwege de
geïsoleerde ligging en de beknopte genenpoel) onbedoeld beslist om IL te
vererven. Daarom heeft de Noorse Lundehund Club besloten de basis te verbreden.
Het ras wordt via een experimenteel programma met geselecteerde fokkers onder
streng wetenschappelijk toezicht (crossbreeding)
veredeld met een vleugje Noorse Buhund, IJslandse Hond en Norrbottenspets. Een
nobel streven, maar of nieuw bloed het gewenste resultaat oplevert, zal pas
over generaties bekend zijn. *Wereldwijd zijn er momenteel ruwweg 1200 Noorse
Lundehunden, in Nederland blijft het aantal door ‘aanvoer en uitval’ hangen
rond de 70.
Verzorging
Het verfpalet van de vacht kent fraaie kleurschakeringen, net als het fascinerende fenomeen noorderlicht. Roodbruin tot bruingeel met min of meer zwarte haarpunten, of zwart of grijs, altijd met witte aftekening of wit met donkere aftekening. Bij ouderlingen zie je navenant meer zwart in de dekharen dan bij de jeugd. De Noorse Lundehund heeft ruwe dichte dekharen met een zachte onderlaag. Rondom zijn nek heeft hij een bescheiden opstaand boordje. De poncho van de Noorse Lundehund vraagt weinig onderhoud. Kammen doe je eigenlijk alleen tijdens de twee ruiperioden en douchen is pas gewenst bij meurende honden die zich in de viezigheid hebben gerold.
De Noorse Lundehund valt samen met zijn
Noordse collega’s onder de vlag van Scandia, Vereniging van Liefhebbers en
Fokkers van Scandinavische Spitshondenrassen: www.scandia-rasvereniging.nl. Bron:
www.lundehund.nl.