Nadat het weiland bemest is, blijft de wei een tijdje leeg. We missen de kudde paarden. Op een zonnige morgen komen twee vriendelijke hengsten (vader en veulen) nieuwsgierig naar ons toe. We bouwen doordat we er dagelijks wandelen een beetje een band met ze op. Ze herkennen ons en ik 'train' ze: in galop.
Het weer slaat om. Het tweetal zien we slechts nog liggen (zie blog: dieren in nood). Na enkele dagen belt W. de paardenfokker. 'Ze zijn gewoon lui', legt hij uit. Tot onze verrassing komt ons de eerstvolgende keer een kudde paarden tegemoet. Of het dezelfde als voorheen zijn? Pa en zoon draven er zij aan zij wat onwennig bij. Lief van de paardenfokker, want paarden houden van een flink gezelschap.
De nieuwe paardenkudde blijkt net zo vriendelijk en nieuwsgierig. Dampend en wel komen ze kennismaken. Als ze te dichtbij komen, geeft de paardaardige Pop timide aan dat ze onder de indruk is van de grootte van de dravers, waarmee ze hoopt dat de paarden afstand bewaren. Dat doen ze.