Afstammelingen van een hulphondenlijn Ceasar en Nero zijn de liefste Goldens die ik ken en er lopen nogal rasgenoten rond. Pop denkt daar, onterecht, heul anders over. Tijdens haar eerste loopsheid kwamen de tot hun over hun over verliefde jongens op haar afgestormd. Vast om haar te chaperonneren, helpen zit immers in hun bloed. Pop zag het meer als een 'aanranding' die in mijn ogen echt niets voorstelde. Hoe dan ook de toffe jongens lieten bij Pop een onuitwisbare indruk na. Bij pak 'm beet tweemaal dertig dartelende onbekende kilo's om een Popje van tien, kun je je natuurlijk wel iets voorstellen. Haar behoedzaamheid ten opzichte van blonde retrievers is door de jaren heen door positieve ervaringen met retrievers gelukkig versoepeld. Maar zodra ze de jongens spot, vertoont ze vluchtgedrag.
Het is zonnig met een frisse wind. Op de oever wemelt het van de wandelaars, waardoor Pop de snuffelde jongens niet ziet aankomen. Voor hen lopen twee druk pratende en gesticulerende dames van in de dertig. Mooi, dan kan Pop geen spanning opbouwen en de hakken in het zand zetten. Pas op gelijke hoogte op het wandelpad spot Pop de jongens. De baas van Ceasar en Nero weet hoe de vork in de steel zit en houdt de jongens langszij. We knopen het bekende gesprekje aan. Omdat de jongens nul komma nul interesse in Pop tonen, ontspant ze. Ze zoekt zelf toenadering. Een van de boys mag naar haar toe. Hij krijgt kusjes, dus wil zijn broer ook. De korte ontmoeting verloopt rustig en oogt hoopvol voor de toekomst. Ein-de-lijk. De jongens talen naar de rivier, Pop huppelt lichthartig de wei in waar ze een rank gevlekt jachtteefje dat voor de eerste keer loops is, treft. Haar bazin maakte zojuist een omweg voor de toffe jongens vanwege de wederzijdse affectie.