Volgens hoogleraar neuropsychologie Erik Scherder bevrijdt de natuur een mens van negatieve gedachten en vervelende prikkels. Het zien, horen, ruiken, en jawel voelen van natuurlijke landschappen activeert het gebied in je brein waarmee je plezier ervaart. Gedachten worden vrij: je kunt dagdromen, mijmeren en helder nadenken. Een wandeling met je hond in de onbegrensde natuur voelt als een minivakantie. Er gebeurt altijd wat onderweg. Je volgt het niet, je komt het tegen. Honden laden hun batterij eveneens op tijdens (losse) uitloop in park, plantsoen, bos, hei of strand. Met dat inzicht zijn de gezamenlijke loopjes voortreffelijke verzetjes voor twee. De natuur heeft regelmatig een afwisselend prachtdecor en een gevarieerd achtergrondgeluidenpalet in petto. Een hond ervaart die symfonie van kleuren, geuren, smaken en klanken, én hij ontwikkelt voorkeuren, daarvan ben ik overtuigd. De vier seizoenen door de ogen van hond en baas.
Lente - La primavera
Persoonlijk is het voorjaar mijn favoriet. De eerste voorzichtige teen in het water om de temperatuur te peilen of die lang op gewachte plons vol overgave. Mildere temperaturen om er lang met je hond opuit te trekken en te genieten van de intense schakeringen in het landschap. Winters wit vergroent langzaam maar beslist. Hoera, de dorre strokleurige natuur komt weer tot leven. Wij ervaren duizend-en-een tinten groen. De hond die minder contrast waarneemt, gaat voor pril parfum dat hij associeert met prima vooruitzichten. De uitbundige natuur smaakt naar meer. Honden verkeren massaal in een tijdelijke identiteitscrisis: het zijn stuk voor stuk koeien die zich massaal te goed doen aan malse grassprieten die tierig op de tong voelen. De bittere takken op de grond zijn nu oninteressant: honden gaan voor jonge twijgjes en een groen blaadje. Ze flirten met de lente die onbekende gevoelens aanwakkert of vage herinneringen oproept. Menige hond wordt ‘ontdooid uit de diepvries’ en mag weer naar buiten waar het een drukte van jewelste is. Jachtige honden begroeten opgewarmde amfibieën en bosdieren die uit hun winterslaap ontwaken. Ineens is er een overvloed aan belevingen; aan al die prikkels van buitenaf moeten hond en baas na de ingeslapen winter weer wennen. Het is oppassen geblazen bij korenvelden en weilanden voor de beruchte grasaartjes. De kleverige schilletjes van de populier die onder de voetzolen blijven plakken, de klittenbollen, en de zaaddoosjes van het kleefkruid die zich in de vacht nestelen, en stekels die in de huid boren. Voordat de stranden toeristische trekpleisters worden, ga je bij windstil weer (anders schuurt het zandstrand in de ogen) naar de kust om ‘de son in de see te sien sakke’.
Zomers - L’estate
Zin de zomer. Iedereen is vroeger uit de veren en blijft langer op. Vooral voor oudere honden is (extreme) hitte afzien. Voor aartssolisten is de schoolvakantie een verademing omdat velen tijdelijk elders vertoeven (heerlijke stiltewandelingen, de natuur is van jou alleen), een ander ontbreekt het aan vaste speelkameraadjes. Honden die mee op vakantie gaan koesteren de extra door te brengen tijd met hun gezin. Onbekende omstreken ontdekken: enerverend of te spannend. De zintuigen staan op scherp. Geurmijlpalen. Wandelingen in de ochtendstond of tijdens avondrood: overdag is asfalt te heet onder de voeten. Uitzinnig van vreugde het water in duiken, zwemmen of poedelen bij zomerse waarden. Maïsvelden figureren als doolhof: verdwalen of de weg terugvinden als je baas fluit. Rook van vuurkorven doet de hond niezen tijdens een zwoele avondroute in de bebouwde kom.
Voor je het weet is het bloemenrijk verwelkt en de cyclus rond. Paddenstoelen schieten in augustus al uit de grond: parasolzwammen zijn lage tafeltjes om tersluiks een zoekkoekje voor je hond op te leggen. Zomerslome honden hervinden hun puf als het najaar aanvangt. Terwijl wij mensen dooremmeren over het slechte weer, hebben honden na zomerse perioden fut voor 10. Het gros floreert nu eenmaal als het kwik beneden de 15 graden zakt.
Herfst – L’autumno
Onze biologische klok kan zomaar ontregeld raken door de eerder intredende duisternis en het terugzetten van de wijzers naar de gangbare uren. Voor de hond betekent de overgang van licht naar donker aanpassen aan gewijzigde uitlaattijden, terwijl hij juist nu bruist van energie. De doordeweekse tijdrovende (vroege) avonduitjes in de natuur worden verschoven naar het weekend, of de baas moet geen bezwaar hebben tegen wandelen onder een donker plafond waar sterren tegen afsteken. Onder gevallen bladeren kan verboden waar liggen die de baas te laat opmerkt: lekkerbekken slaan rap hun slag. Tegenlicht tijdens de allerlaatste zwemfestijnen op glinsterend water: de hond voelt nattigheid en geniet intens van die misschien wel laatste keer voor dat jaar. In een stervend naaldbomenbos liggen zanderige paden bezaaid met dennenappels of sparkegels die om coördinatie van het viervoetenwerk vragen. Eekhoorns die eikeltjes verzamelen, wakkeren de jachtdrift aan net als de wildgeur van onder meer bronstige herten en rondscharrelende zwijnen. De boomvruchten zijn vermeldenswaardig gooi- en rolmateriaal, mits je er zeker van kunt zijn dat de hond ze niet inslikt. Het bos heeft een compleet nieuwe look: vergane glorie. Bladloze loofbomen en struiken geven doorkijk en een verloren gewaande tennisbal prijs. Bonus van die kale bedoening is dat je struinende hond beter zichtbaar is. De locatie van vogelnesten worden onvermijdelijk blootgelegd. Wel of geen natte voeten door de dauw of tijdens en na een regenbui: een reden voor een plensfeest, lekker modderen of juist een argument om doordrenkt gras en poelen te mijden. Voor tuthonden zijn de koude en nattigheid een grond om binnen te blijven en zich op te krullen voor de haard. Dwarrelend blad in een lokale wervelwind: hap me dan als je kan. Een gure storm die door de vacht waait voor een bevrijdend en schoon gevoel. Ruisende windvlagen die hoog in de toppen en kruinen komen en gaan als een branding noemen de Japanners matsukase. Het klinkt poëtisch, maar wij mensen vernikkelen al bij de gedachte aan de onontkoombare komst van Koning Winter.
Winter – L’inverno
De wintermaanden: brrr. Autoruiten krabben, je hond wacht geduldig terwijl hij en jij condensatiewolkjes uitademen. De laaghangende zon verblindt de ‘chauffeur’, de opgetogen hond achterin de auto met de rug naar de bestuurder toe, verheugt zich op de bestemming. Zonneharpen (stralenbundels) in het bos: een afwisseling van de behaaglijke zon en de kille schaduw. De akoestiek van een kaal bos verschilt van een groen bos. Je roep of zijn blaf galmen na, het bos kaatst het geluid terug. De beperkte wereld van mist: je kunt niet verder kijken dan neuslengte: blijven jij en je hond dicht bijeen? Mist draagt geluid verder, zoek je het hoger op dan verstomt het. Een kiekendief scheert laag tussen de stammen alsof het een slalomparcours betreft. Je hond is alert en spitst zijn oren. Verrotte houtjes worden gesprokkeld en zijn gewillig kauwmateriaal om onderweg voor te gaan liggen. Wolken waar sneeuw inzit: voorpret. Alpine tradities zoals sneeuwballen kogelen en dolle rondjes sjezen liggen in het verschiet. Bij een dik pak zuchten bomen en struiken onder het gewicht. De witte wereld laat het perspectief los, ook honden moeten meer moeite doen om zich in die eendimensionale universum staande te houden. Plasjes mogen hun doel nu niet missen omdat ze nu publiekelijk zijn. De sneeuw licht de omgeving op. Het weerkaatsingsvermogen (albedo) van verse sneeuw of ijs schommelt tussen de 80 en 90 procent; ter vergelijking een bos weerkaatst slechts 10-20 procent. Klontjes aan de poten verpesten het voor menige lang behaarde hondenvoet. Paden raken verloren door winters wit en berijpt blad: ongemerkt sla je onbetreden zijwegen in. Kale akkers om ongebreideld sprintjes te trekken. Gakkende ganzen in V vlucht zijn er om een stukje mee op te rennen of om ze ‘goede reis’ uit te blaffen bij hun vertrek naar warmere oorden.
*Vivaldi’s Vier Jaargetijden behoort tot de populairste werken uit de
klassieke muziek. De vernieuwende melodieën, harmonische contrasten en de
helderheid zijn heel herkenbaar. In de partituur staan op diverse punten
aanduidingen (zoals het blaffen van de hond, onweer en vogelgeluiden) die de
programmatische opzet verduidelijken en de uitvoering ondersteunen.